De Stijl is een Nederlandse kunstbeweging, vernoemd naar het gelijknamige tijdschrift dat in 1917 werd opgericht door kunstenaar, dichter en schrijver Theo van Doesburg. In het blad pleitten Van Doesburg en gelijkgestemde kunstenaars, schrijvers en architecten voor een radicale hervorming van de kunst.

Belangrijke leden van De Stijl waren naast Theo van Doesburg onder meer Piet Mondriaan, Vilmos Huszár, Bart van der Leck, Antony Kok, Robert van ’t Hoff, Gerrit Rietveld en Georges Vantongerloo. De groep, die door de jaren heen geregeld van samenstelling veranderde, kwam niet vaak samen. Leden hadden vooral contact via brieven, en deelden hun ideeën in het tijdschrift en in manifesten.

Leestip: In het realisme stond de harde werkelijkheid centraal

Dat De Stijl ontstond in Nederland is niet geheel toevallig. Als neutraal land tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het een plek waar veel kunstenaars – ook van buiten Nederland – samenkwamen. Daarnaast was de oorlog een tijd waarin steeds meer kunstenaars in Nederland zich bezighielden met abstractie. Zij werden onder meer beïnvloed door het kubisme van Picasso en door expressionisten als Kandinsky.

De Stijl: kenmerken in de kunst

‘Dit tijdschriftje wil zijn eene bijdrage tot de ontwikkeling van het nieuwe schoonheidsbewustzijn. Het wil den modernen mensch ontvankelijk maken voor het nieuwe in de Beeldende Kunst,’ luidde de inleiding van het eerste nummer van De Stijl.

Hoe zagen de avant-gardisten dat voor zich? Deels voortbouwend op het kubisme, streefden de leden van De Stijl naar een pure abstractie. Ze wilden een stijl creëren die tijdloos was en begrijpelijk voor iedereen. Het kunstobject hoefde niet per se een verhaal te vertellen of de werkelijkheid te verbeelden; een kunstwerk kon op zichzelf staan door rust en harmonie uit te stralen.

De kunstenaars probeerden dat te bereiken door een versimpeling van vorm en kleur. Kenmerkend voor De Stijl zijn het gebruik van eenvoudige geometrische vormen, zoals vlakken en rechte lijnen. Het kleurgebruik werd beperkt tot de primaire kleuren (rood, geel en blauw) en de niet-kleuren (zwart, wit en grijs).

Leestip: Wat was de romantiek? Kenmerken van romantische kunst

In 1920 werd in het tweede manifest van De Stijl voor het eerst ook aandacht besteed aan de literatuur. Het uitgangspunt was dat ook deze kunstvorm niet-verhalend moest zijn. Dat resulteerde in klankgedichten, dadaïstische poëzie en ‘abstracte’ romans. Pas na de dood van Van Doesburgh werd bekendgemaakt dat twee schrijvers die geregeld publiceerden in het blad, I.K. Bonset en Aldo Camini, eigenlijk alter ego’s van hem waren.

Ruzie over diagonalen

Vlakken. Lijnen. Rood. Geel. Blauw. Het klinkt misschien simpel, maar in de praktijk bestonden er voortdurend meningsverschillen tussen leden van De Stijl. In 1918 verliet Bart de Leck de groep vanwege ruzie met Van Doesburg. Jan Wils werd nog geen jaar later geroyeerd omdat hij voor een concurrerend tijdschrift had geschreven. Onenigheid over het gebruik van diagonale lijnen leidde tot een breuk tussen Van Doesburg (pro-diagonaal) en Mondriaan (anti-diagonaal), waarna Mondriaan eveneens de groep verliet.

In 1927 vroeg Van Doesburgh de voormalige leden van de beweging een bijdrage te leveren voor een jubileumnummer van De Stijl dat in 1928 uitkwam. Na die uitgave zou het blad nog één keer verschijnen. Dat gebeurde in 1932, op initiatief van de oud-leden en ter ere van de in 1931 overleden Van Doesburgh.

Leestip: Hoe het impressionisme de kunstwereld op zijn kop zette

De dood van Van Doesburg betekende het definitieve einde voor De Stijl, hoewel de impact van de beweging niet meer weg te denken is uit de kunstgeschiedenis. De composities van Piet Mondriaan, de rood-blauwe stoel van Gerrit Rietveld, de Duitse Bauhaus-beweging en zelfs Dick Bruna’s Nijntje danken hun iconische uiterlijk (deels) aan de revolutie die in 1917 werd ontketend.

Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.