In 1919 richtte de Duitse architect Walter Gropius Bauhaus op, een opleiding voor beeldend kunstenaars, ambachtslieden en architecten. Gropius’ overtuiging was dat een betere architectuur en woonomgeving mensen beter laat worden, en uiteindelijk zou leiden tot een wereld.
Op de – volledig in Bauhaus-stijl opgetrokken – school in Weimar werden lessen in techniek gecombineerd met lessen kunstinzicht en geschiedenis. De studenten dienden hun eigen creativiteit te ontdekken, door te werken met de meest uiteenlopende materialen. Er werd bewust gezocht naar een architectuur die maatschappelijke impact heeft – Bauhaus was zijn tijd ver vooruit.
Die lessen, gegeven door kunstenaars en architecten als Paul Klee, Oskar Schlemmer, Marcel Breuer, Ludwig Mies van der Rohe en Gropius zelf, vertaalden zich in ontwerpen met een zeer duidelijke Bauhaus-handtekening: strak van lijn, eenvoudig van vorm en zeer functioneel.
In 1925 verhuisde Bauhaus naar Dessau, waar ze een nieuw complex bouwden met verschillende gebouwen voor verschillend gebruik, waaronder een gebouw voor lessen, een gebouw voor de studenten, een auditorium en restaurant en een atelier. Aan het curriculum van de opleiding werden lessen als reclametechnieken, fotografie en typografie toegevoegd. Het schoolgebouw bestaat nog steeds en is tegenwoordig Unesco-cultureel werelderfgoed.
In 1932 dwong het opkomende nationaalsocialisme Bauhaus, dat als heel progressief en dus gevaarlijk werd gezien, te verhuizen naar Berlijn, waar het in 1933 werd ontbonden, enkele maanden na de machtsgreep van Adolf Hitler. Een groot aantal Bauhaus-leerlingen en docenten verliet Duitsland om zich elders ter wereld, met name in de Verenigde Staten, te vestigen en daar het Bauhaus verder te verspreiden. Zo kon het gebeuren dat ook ver buiten Duitsland Bauhaus het straatbeeld bepaalt, bijvoorbeeld in Casablanca (Marokko), Tel Aviv (Israël), Buenos Aires (Argentinië) en Chicago (VS).
Tiny (Bau)haus
Ter ere van het honderdjarig bestaan van Bauhaus staat er vanaf 11 april tot 5 mei een tiny (Bau)haus op het terras van het Nieuwe Instituut in Rotterdam. In het 3D-geprinte en volledig recyclebare gebouwtje krijg je via interactieve beeldinstallaties een voorproef van het Bauhaus-erfgoed in Duitsland. Zo zie je de belangrijkste Bauhaus-steden Weimar, Dessau en Berlijn en kun je met behulp van een VR-bril rondlopen in de werkkamer van Walter Gropius.
Het zwart/wit/rode tiny (Bau)haus is geheel in Bauhaus-stijl – functionaliteit, eenvoud en strakke vormen – ontworpen door het Amsterdamse ontwerpbureau DUS Architect.
De rode deur is een duidelijke verwijzing naar de kenmerkende rode deur van het schoolgebouw in Dessau. Dat het een tiny house is, is ook geen toeval: de tiny-house-beweging (waarmee grotestadsbewoners hun ecologische voetafdruk proberen te beperken) vertoont parallellen met de omstandigheden waarin Bauhaus een eeuw geleden werd opgericht.
Daarnaast ademt het ontwerp eveneens de drang naar vernieuwing en experiment die Bauhaus typeerde.
Na Rotterdam reist het huisje door naar Barcelona, Marseille, Wenen, Praag, Boedapest en Kopenhagen.
Volg de reis van het tiny (Bau)haus op social media via de hashtag #CelebratingBauhaus.
Vorig jaar verscheen een boek over de internationale invloed van Bauhaus, waarvoor fotograaf Jean Molitor tien jaar lang de wereld rondreisde op zoek naar Bauhaus-sporen.