‘Een innerlijk verdeeld huis houdt geen stand. Ik geloof dat dit politieke systeem niet kan overleven als het half slaaf blijft en half vrij.’ Deze woorden van Abraham Lincoln moeten een diepe indruk hebben gemaakt op zijn toehoorders.
Ze maakten deel uit van de toespraak waarmee hij het kandidaatschap voor senator van de staat Illinois aanvaardde bij de verkiezingen van 1858. De zittende senator voor Illinois, Stephen A. Douglas, stond opnieuw kandidaat voor de Democratische Partij. De Republikeinen stelden hun vertrouwen in Lincoln. Uiteindelijk legde Lincoln het af op de verkiezingsdag.
Lincoln liet zich echter niet ontmoedigen. Ondanks het uitblijven van succes bleef hij in Illinois als woordvoerder van de Republikeinen optreden: hij zei ‘de slavernij als een moreel, sociaal en politiek kwaad te beschouwen’ dat moest worden aangepakt.
Lincolns weg naar het Witte Huis
We spoelen de tijd twee jaar vooruit, naar de presidentsverkiezingen van 1860. Lange tijd zag het er niet naar uit dat Lincoln zou worden voorgedragen als kandidaat voor de Republikeinse Partij. Hij had immers nog nooit een politieke post van belang bekleed, geen bestuurlijke ervaring en beschikte niet over de juiste contacten in de politiek en bij de pers.
Dat veranderde met zijn keuze om de debatten te publiceren die hij twee jaar eerder met Douglas had gevoerd. Het leverde hem een uitnodiging op om in New York te komen spreken. Door het succes van zijn redevoeringen en de verspreiding ervan in de pers, nodigden andere Noordoostelijke Staten hem uit als spreker. Lincoln maakte indruk en in mei 1860 werd zijn kandidatuur bevestigd.
In die tijd voerden de kandidaten niet zelf een verkiezingscampagne; dat deden de lokale partijleden. De Republikeinen wisten Lincoln bekendheid te geven en het volk te winnen voor deze mysterieuze, zwijgzame en lange figuur (hij was 1,93 meter en leek nog langer doordat hij vaak een hoge hoed droeg).
President tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog
Lincoln werd gekozen op 6 november 1860. Nog vóór hij op 4 maart 1861 het ambt betrok, hadden 7 Zuidelijke Staten de federatie verlaten. In zijn inaugurele rede richtte Lincoln zich rechtstreeks tot de staten die zich wilden afsplitsen: ‘In uw handen, mijn ontevreden landgenoten, en niet in de mijne ligt het historische onderwerp van een burgeroorlog. De regering zal u niet aanvallen. U zult geen conflict hebben als u zelf niet de agressor bent.’
Leestip: De moord op John F. Kennedy blijft onderwerp van discussie. Is dat terecht?
Lincoln had al het mogelijke gedaan om oorlog te voorkomen, maar het Zuiden was te bezorgd over de eigen toekomst, en te zeer overtuigd van het eigen militaire overwicht. Niet alleen was het grootste deel van de Amerikaanse militairen afkomstig uit het Zuiden, de oorlog was voor de Confederatie ook louter defensief: om te winnen was het niet nodig het Noorden te veroveren. Het volstond te verhinderen dat het Noorden het Zuiden veroverde. De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) was een feit.
Lincoln bezocht het front regelmatig. Bij het wijden van een slagveld tot oorlogsmonument sprak hij zijn beroemde Gettysburg Address uit, met daarin zijn beroemdste woorden: ‘(...) dat de regering van het volk, door het volk, voor het volk nimmer van de aardbodem moge verdwijnen.’
De afschaffing van de slavernij
In zijn eerste boodschap aan het Congres in 1861 vatte Lincoln zijn ideeën over de economie als volgt samen: ‘Arbeid gaat vooraf aan, en staat los van kapitaal. Kapitaal is slechts de vrucht van arbeid, en zou nooit kunnen bestaan als er niet eerst arbeid was geweest. Arbeid is superieur aan kapitaal en verdient meer waardering.’ Met zulke ideeën was het logisch dat hij de slaven wilde bevrijden. Maar kon hij dat doen?
Leestip: Martin Van Buren: de enige Nederlandstalige president van de VS
Onzeker of hij de wet achter zich had en puur afgaande op zijn geweten, vaardigde hij op 1 januari 1863 de Emancipatieverklaring uit, waarin hij als opperbevelhebber de slavernij afschafte in de gebieden die onder militair bewind stonden. Twee jaar later werd met het dertiende amendement op de grondwet de slavernij in het gehele land afgeschaft.
De moord op Lincoln
Op 14 april 1865, toen de oorlog voorbij was, werd Lincoln in Washington D.C. vermoord door een fanatieke zuiderling: John Wilkes Booth. Dat bleek het ergste wat het Zuiden kon overkomen. Lincoln wilde de zuidelijke staten zonder voorwaarden weer tot de Unie toelaten, terwijl andere politici in het Noorden het Zuiden wilden straffen voor de rebellie.
Lincolns opvolger, Andrew Johnson, wilde de ideeën van zijn voorganger uitvoeren, maar miste daarvoor diens overwicht en politieke handigheid. Hoewel hij het verlangen naar wraak van de noorderlingen enigszins wist te beteugelen, kon hij niet voorkomen dat er in de jaren die volgden uitwassen van het conflict plaatsvonden. Meer dan een eeuw lang heeft het Zuiden zich beklaagd over de vernederingen in deze tijd, of deze nu reëel waren of ingebeeld.