Beroepen komen en gaan en bieden een fascinerend kijkje in het verleden. Van een stronttonnetjesschepper tot een menselijke wekker: we zetten 7 verdwenen beroepen op een rij waarvan je je niet kunt voorstellen dat ze ooit de normaalste zaak van de wereld waren in Nederland en België.
1. Stronttonnetjesschepper
Toen er nog geen riolering was, deed je je behoeften in een emmer, ook wel bekend als de poepdoos. Op het platteland gooide men de inhoud op de mestvaalt, maar in de stad moesten de uitwerpselen worden opgehaald. Daar kwam de stronttonnetjesschepper om de hoek kijken: hij haalde de gevulde emmers op en leegde deze in de strontkar, zoals te zien is op de foto bovenaan.
2. Lantaarnopsteker
Voor het intreden van de elektrische straatlantaarn werd het licht elke dag aangestoken en gedoofd door een lantaarnopsteker. Hij stak de op gas of olie brandende lichten aan met een lange stok. Het ambacht werd uiteindelijk overbodig toen de meeste steden overstapten op elektrische straatverlichting. De laatste lantaarnopsteker van Nederland ging in 1957 met pensioen en daarmee doofde dit bijzondere beroep definitief uit.
3. Dorpsomroeper
Nieuws werd een lange tijd vooral mondeling verspreid. Zo vertelde een dorpsomroeper het nieuws – luid en duidelijk – aan alle inwoners van het dorp die het weer aan elkaar door moesten vertellen. Behalve nieuws deelde de dorpsomroeper belangrijke mededelingen, zoals openingstijden, nieuwe wetten of belastingaankondigingen.
Leestip: In de Middeleeuwen was de postbode van levensbelang
4. Trekschuitjager
De trekschuit was een populair vervoermiddel in de zeventiende eeuw. Meestal werd een trekschuit voortgesleept door paarden, maar soms werd mankracht ingezet. Daar kwam de trekschuitjager aan bod: hij trok een schuit voort vanaf het jaagpad naast een kanaal. Uiteindelijk kon de trekschuit niet concurreren met de veel efficiëntere spoorlijnen en moesten trekschuitjagers op zoek naar ander werk.
5. IJsdrager
De ijskast is inmiddels niet meer weg te denken uit de keuken, maar vroeger moest men voedsel op andere manieren koelen. IJsdragers bezorgden grote blokken ijs die ze ophaalden bij de ijsfabriek. Met een koelwagen, voortgetrokken door een paard, gingen ze langs de huizen om ijs te bezorgen.
6. Veerman met roeiboot
Hoewel de veerboot nog steeds bestaat, is er in de aandrijving van een pont wel het een en ander veranderd. Vóór de introductie van de verbrandingsmotor had je als veerman immers flinke spierballen nodig. Passagiers werden namelijk overgezet met een roeiboot.
Leestip: Is sekswerk echt het oudste beroep ter wereld?
7. Porder
Vroeger werden mensen gewekt door de porder, een menselijke wekker. In de ochtend liep hij langs de deuren om de mensen wakker te maken. Hij klopte drie keer met zijn houten knuppel op de voordeur en wachtte tot de bewoner slaperig het hoofd uit het raam stak. Na een teken van leven ging hij door naar de volgende.