Vastberaden haalt de moeder van mijn vader de kinderwagen tevoorschijn. De voedselbonnen waar ze het mee moet doen, zijn lang niet genoeg om zichzelf, haar man en drie kleine kinderen te voeden. Vanwege een ongelukkige samenloop van omstandigheden gaat het noorden van Nederland aan het einde van de Tweede Wereldoorlog gebukt onder een zware hongersnood: de Hongerwinter. Er moet iets gebeuren.

Hongertochten tijdens de Hongerwinter

Ze is een van de velen die in de winter van 1944-’45 op ‘hongertocht’ gaat. Vanuit haar woning in Hilversum loopt ze bijna wekelijks met een lege wagen zo’n 15 kilometer richting Muiderberg, naar de boerderij van de familie Nagel. Daar wacht een warme maaltijd en wat boter, kaas en eitjes, in ruil voor kostbare guldens.

Na een nacht op de boerderij duwt ze haar kostbare vracht weer 15 kilometer terug naar huis, dwars door de polder. Onderwijl hopend dat er geen Duitse patrouille langs de weg staat om de proviand in beslag te nemen.

Eén keer treft mijn oma een volledig ondergelopen polder aan, het werk van de Duitsers. Met het water tot aan de enkels duwt ze de kinderwagen vooruit. De weg is niet langer van de sloten te onderscheiden, waardoor een misstap snel gemaakt is. Boer Nagel had haar niet verwacht, maar dan staat ze plots op zijn erf.

Oorzaken van de Hongerwinter

Dat de Nederlanders boven de rivieren met gevaar voor eigen leven hun voedsel bij elkaar moeten scharrelen, had deels met een grote spoorwegstaking te maken. Die kondigde de Nederlandse regering in september 1944 af vanuit Londen. De Duitsers kunnen hun troepen daardoor niet meer over het spoor verplaatsen. De hoop was dat operatie Market Garden daarna zou leiden tot de bevrijding van heel Nederland.

Helaas draait die operatie uit op een mislukking. De bevrijding slaagt maar ten dele. Het westen en het noorden van Nederland zijn nog steeds bezet. Als reactie op de staking stoppen de Duitsers het voedseltransport. Het dagrantsoen dat je met je voedselbon kunt krijgen, is in december een schamele 550 kilocalorieën. In februari nog maar 340.

Ook de brandstof raakt op, waardoor het moeilijk wordt om je huis warm te houden. Tot overmaat van ramp zijn december en januari veel kouder dan normaal, met temperaturen ver onder het nulpunt. Het IJsselmeer en de grote rivieren vriezen dicht. De laatste aders waarover voedsel kon worden getransporteerd, zijn onbegaanbaar.

Eten smokkelen

Ook mijn opa doet wat hij kan om aan eten te komen in de Hongerwinter. Hij heeft meerdere baantjes, waaronder als boekhouder op een abattoir. Het vlees stopt hij in zijn jas en hij smokkelt het naar buiten. Op de een of andere manier weet hij de controle bij de poort te ontlopen.

Om toch aan brandstof te komen, besluit hij midden in de nacht een boom in zijn Hilversumse straat om te hakken. Voordat hij hem helemaal tegen de grond heeft gewerkt, hoort hij iemand aankomen. Hij snelt naar binnen, maar loopt de volgende ochtend toch weer naar zijn boom. ‘Goh, wat is hiermee gebeurd?’ vraagt hij schaapachtig aan de buren. ‘Nou, die is toch al kapot. Laten we hem maar omhakken en meenemen.’ Het hout is binnen.

Op de boerderij

De ouders van mijn moeder wonen tijdens de oorlog in een boerderij. Hoewel daar meer eten te vinden is dan in de stad, is het geen vetpot. Ze hebben wel koeien en kippen, maar de Duitsers verbieden het om ze te slachten. Dat gebeurt allemaal heimelijk. Vreemde gezichten op het erf worden argwanend aangekeken. Wat als ze worden verlinkt?

Sommige boeren maken in de Hongerwinter gebruik van de situatie door voor hoge prijzen hun spullen te verkopen op de zwarte markt. Mijn opa moet daar niet aan denken. ‘Iedereen heeft het zwaar. Dan ga ik mensen niet het vel over de oren trekken,’ besluit hij.

Onderduikende familieleden

Net als veel andere gezinnen, hebben allebei mijn grootouders een onderduiker in huis. De broers van mijn oma’s dreigen tewerkgesteld te worden door de Duitsers. Zouden ze op straat gesnapt worden, moeten ze naar Duitsland. Honderdduizenden jonge Nederlandse mannen ontkomen niet aan deze Arbeitseinsatz.

Hoewel ze met liefde worden opgevangen, betekent het wel een extra mond om te voeden. Mijn tante is als baby zo graatmager in de Hongerwinter, dat de broer van mijn oma er niet bij wil zijn als ze in bad gaat. Hij kan het niet aanzien.

Het einde van de Hongerwinter

In februari begint het kwik éindelijk te stijgen. Voedsel is nog steeds schaars, maar de zonnestralen geven enige verlichting. De Hongerwinter komt eind april pas echt ten einde. De Duitsers geven Engelse en Amerikaanse bommenwerpers toestemming om voedselpakketten te droppen. In anderhalve week valt er 11.000 ton voedsel uit de lucht. Zweeds wittebrood vult ieders maag.

Niet veel later kan er pas écht feestgevierd worden. Op 5 mei 1945 geven de Duitse troepen zich over. Nederland is vrij.