Op 21-jarige leeftijd wordt Marie-Madeleine de Brinvilliers (1630-1676) uitgehuwelijkt aan een markies van wie wordt gezegd dat hij geen moraal heeft. Ze besluit vervolgens een affaire aan te gaan met een aantrekkelijke legerofficier, Godin de Sainte-Croix. Haar man vond dat niet zo problematisch, maar haar vader dacht daar anders over. Hij dringt er meermaals bij haar op aan de publiekelijke – en dus schandelijke – affaire op te geven, maar ze weigert. Daarop laat hij de Sainte-Croix gevangen zetten in de Bastille. Als hij toen had geweten dat dit het begin zou zijn van het grootste gifcomplot uit de Franse geschiedenis, dan had hij dat waarschijnlijk niet gedaan.
Het eerste gifschandaal
In de gevangenis leert De Sainte-Croix een paar giftrucjes van een Italiaanse gifmenger. Na zijn vrijlating draagt hij de kennis over aan zijn geliefde markiezin, die daar wel raad mee weet. Omdat De Brinvilliers als vrouw geen erfenis kan verwachten, en haar man de royale bruidsschat grotendeels vergokt heeft, zit er maar één ding op. Haar vader moet worden omgebracht, en haar broers ook.
Als vrijwilliger in het ziekenhuis heeft ze uitgebreid de kans om haar gifmengsels te testen. Het bezoeken van zieken is een gebruikelijk tijdverdrijf onder Parijse edelvrouwen, en het overlijden van zieke mensen wekt bij niemand argwaan. Na tests op ziekenhuispatiënten probeert ze in 1666 haar vader te vergiftigen, met succes. Haar twee broers zijn in 1670 de volgende slachtoffers. Haar man overleeft haar pogingen.
Leestip: De Leidse gifmoorden van Goeie Mie: Nederlands grootste seriemoordenares
Verdacht is De Brinvilliers na alle plotselinge overlijdens nog steeds niet. Volgens de artsen die de doodsoorzaken van haar vader en broers vaststelden, is er geen sprake van een misdrijf. Pas als haar geliefde De Sainte-Croix in 1672 per ongeluk zichzelf om het leven brengt in zijn laboratorium, komt het gifschandaal aan het licht. Uit brieven in zijn laboratorium blijkt wat de twee de afgelopen jaren aangericht hebben. De dagen van de markiezin zijn geteld.
Ze vlucht naar een klooster in Luik, maar wordt in 1676 staande gehouden en teruggebracht naar Parijs. Hoewel De Brinvilliers in eerste instantie haar schuld ontkent, besluit ze haar daden toch op te biechten. Ze wordt alsnog gemarteld, onder meer door haar meerdere liters water in zeer korte tijd te laten drinken – zie ook de afbeelding bovenaan. Daarna wordt ze met een zwaard onthoofd en haar lichaam in brand gestoken.
De maîtresse beschuldigd
Dit gifschandaal schudt de gemoederen aan hof behoorlijk bezig. Het kan haast niet dat een Franse edelvrouw aan het hof van Lodewijk XIV zonder enige hulp haar gruweldaden verrichtte. En waren er niet meer verdachte overlijdens geweest aan het hof de afgelopen jaren? Wellicht waren dit bij nader inzien ook gifslachtoffers.
Leestip: De gruwelijke moorden van bloedgravin Elisabeth Báthory
Koning Lodewijk XIV stelt Nicolas de La Reynie aan als de allereerste politiechef van Parijs en geeft hem de opdracht een discreet onderzoek te starten. Hij rolt binnen de kortste keren een compleet netwerk van gifmengers, gifverkopers, waarzeggers en heksen op in de straten van Parijs. In laboratoria treft hij onder meer kwik, arsenicum, belladonna, paddengif, nagels en mensenbloed aan. Hun clientèle reikt tot aan de hoogste kringen, helemaal tot aan het hof.
Maar het hek is pas echt van de dam als de naam van de favoriete maîtresse van Lodewijk XIV valt: madame de Montespan. Zij is de moeder van zeven van zijn kinderen, waarvan er zes zelfs door hem zijn erkend.
Geheime documenten
Madame de Montespan wordt vanuit meerdere hoeken ervan beschuldigd zich regelmatig in te laten met de duistere praktijken van Catherine Monvoisin. Zij heeft naam gemaakt als waarzegster en verkocht allerlei middeltjes die zowel mensen konden doden als verliefd zouden kunnen maken.
Ze zou ook zwarte missen organiseren, waarin een priester een hostie onteert en Satan om hulp vraagt. De details van deze zwarte missen zijn vaag. Zo zou Monvoisin duizenden baby’s hebben geofferd tijdens deze rituelen, maar het bewijs daarvoor is zwak.
Leestip: Hoe Roermond in 1613 het centrum van de Nederlandse heksenvervolgingen werd
Hoe dan ook: De Montespan zou niet alleen liefdesdrankjes te hebben gekocht om de koning te verleiden, maar ook aan deze controversiële missen hebben meegedaan. De ergste beschuldiging is dat ze zowel de koning als zijn nieuwe maîtresse wilde vergiftigen.
Het is van groot belang dat deze beschuldigingen geheim blijven. De getuigenverklaringen waarin De Montespan wordt genoemd, worden verzegeld. Ze wordt nooit officieel beschuldigd, want een beschuldiging aan haar adres zou de koning in diskrediet brengen. Pas jaren later worden de documenten voor het eerst ontzegeld.
Op de brandstapel
In totaal worden tussen 1677 en 1682 honderden mensen gearresteerd, en 36 van hen wacht een publiekelijke executie. Onder hen is Monvoisin. Zij belandt op 19 februari 1680 op de brandstapel. En madame de Montespan? Het wordt nooit opgehelderd in hoeverre de beschuldigingen aan haar adres klopten.
Leestip: Moord of ziekte? Dit weten we over de mysterieuze dood van Mozart
De kans bestaat dat ze inderdaad liefdesdrankjes kocht om haar positie veilig te stellen, dat deden meer vrouwen aan het Franse hof. Maar de deelname aan de zwarte mis en het complot de koning te vergiftigen, zijn vermoedelijk verzinsels. De gifaffaire betekent het einde van de relatie tussen haar en de koning. Ze verlaat in 1691 officieel het hof van Versailles en neemt haar intrek in een klooster. Daar sterft ze in 1707.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!




