In 1963 vonden archeologen tijdens een opgraving een boomstamkist onder de Oude Kerk. Het mannelijke skelet dat hierin lag, werd later bekend als de eerste Amsterdammer – althans, de oudst bekende. Door specialistisch onderzoek werd duidelijk hoe oud hij ongeveer werd, wanneer hij leefde en wat hij zoal at. Ook heeft hij sinds kort een naam én een gezicht. Wat weten we over hem?
Niet écht de eerste
Uit botonderzoek bleek het te gaan om een man van ongeveer 25 jaar oud, die om onbekende redenen overleed tussen 1150 en 1215. Hij behoorde tot de eerste generaties die zich vestigde aan de monding van de Amstel en was dus eigenlijk niet écht de allereerste.
Leestip: Waarom werd Amsterdam in de veertiende eeuw plotseling een bedevaartsoord?
Wie een snelle rekensom maakt, merkt bovendien op dat hij langer dan 750 jaar geleden stierf – ruim vóór ‘het ontstaan’ van Amsterdam. Dat klinkt vreemd, maar laat zich eenvoudig verklaren: het jubileumjaar is gebaseerd op het tolprivilege uit 1275, het oudst bewaard gebleven geschrift waarin de nederzetting wordt genoemd.
Alewijn is zijn naam
In juni werd ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Amsterdam zijn naam bekendgemaakt: Alewijn, een middeleeuwse jongensnaam die ‘edele vriend’ betekent. Dit was hoogstwaarschijnlijk niet zijn echte naam, maar het resultaat van een publieksstemming bij het Stadsarchief Amsterdam. De alternatieven Adam, Nico, Pier en Otto kregen aanzienlijk minder stemmen.
Zijn vermoedelijke gezicht
Speciaal voor het jubileum is door de fysisch antropoloog Maja d’Hollosy ook een gezichtsreconstructie gemaakt op basis van zijn schedel, die te zien is op de foto boven dit artikel.
Leestip: Hoe zag Amsterdam eruit in de Middeleeuwen?
Ze kon zich daarvoor enkel baseren op fotomateriaal, want de originele schedel van Alewijn is in 1964 al zoekgeraakt tijdens onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam en werd voor het laatst gezien in het anatomisch laboratorium.
Wel vlees, geen vis
Uit het onderzoek uit de jaren zestig bleek dat Alewijns dieet voornamelijk bestond uit vlees en planten. Opvallend is dat hij geen vis at. Hij leefde dus vermoedelijk in een Amsterdam dat nog niet zo gericht was op de visserij via het IJ. Zo geeft zijn skelet dus niet alleen een beeld van zijn lichaam, maar ook van het leven in die periode.
Meer weten over Alewijn? De gemeente Amsterdam en Stadsarchief Amsterdam hebben een vijfdelige podcastserie gemaakt, dat onder andere het onderzoek, de gezichtsconstructie en de middeleeuwse context behandelt.











