In 1990 vond in Boston (VS) de grootste kunstroof uit de geschiedenis plaats. Uit het Isabella Stewart Gardner Museum verdwenen dertien topstukken met een gezamenlijke waarde van ruim vijfhonderd miljoen dollar. Na 35 jaar ontbreekt nog altijd elk spoor van de gestolen werken. Hoe slaagden slechts twee inbrekers erin om ongestoord toe te slaan en met zo’n enorme buit te verdwijnen?

Beperkte beveiliging

Het Isabella Stewart Gardner Museum, gebouwd om de persoonlijke collectie van verzamelaar Isabella Gardner te huisvesten, opende in 1903 zijn deuren. Na haar dood in 1924 schonk Gardner het museum een fors geldbedrag, onder de voorwaarde dat er geen kunst mocht worden gekocht of verkocht, en dat grote renovaties niet waren toegestaan.

Leestip: Nieuwe kunstroof in het Louvre past in een lange traditie van roofovervallen

In de loop van de twintigste eeuw moderniseerde het museum stap voor stap de beveiliging, maar grote investeringen werden niet gedaan. Zo besloot het museum af te zien van dure beveiligingscamera’s, en was de enige ingebouwde mogelijkheid om de politie te alarmeren via een knop bij de ontvangstbalie. Adviezen om het systeem te verbeteren haalden het niet: het budget was te klein, en Gardner’s testament liet nauwelijks ruimte voor ingrijpende veranderingen.

Nachtelijke bezoekers

In de vroege ochtend van 18 maart 1990, rond half twee ’s nachts, zou blijken dat de beveiligingsgebreken van het museum een hoge prijs hadden. Twee mannen, gekleed in politie-uniform, meldden zich bij de dienstingang. Ze stelden te hebben gereageerd op een melding in het museum en moesten, zo zeiden ze, per direct worden binnengelaten.

Wil je niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!

De twee jonge bewakers die deze nacht werkten, Abath en Hestand, zagen er geen kwaad in en lieten de mannen binnen. Na enkele standaardvragen over het museum sloeg plots de toon van één van de agenten om: hij zei dat Abath er verdacht uitzag en dat er mogelijk een arrestatiebevel voor hem openstond.

schetsen van de twee mannen die zich voordeden als agenten en het gardner museum beroofden
Bettmann//Getty Images
Schetsen van de twee mannen die zich voordeden als agenten en het Gardner Museum beroofden. De FBI toonde hen met en zonder snor om herkenning te vergroten.

Abath werd gevraagd vanachter de balie weg te lopen, de enige plek waar zich een alarmknop bevond. Hij volgde de instructies zonder te protesteren, in de hoop een conflict te vermijden. Eenmaal bij de agenten werd hij direct in de boeien geslagen. Ook Hestand, die kort daarop de foyer betrad na zijn patrouilleronde, werd overmeesterd.

De rooftocht door het museum

De dieven namen de geboeide bewakers mee naar de kelder, waar ze hun plannen deelden om het museum te beroven. Ze doorzochten de portemonnees van de bewakers om hun adressen te achterhalen, en zeiden dat die over een jaar een beloning konden verwachten, mits ze zouden zwijgen.

Een kwartier later betraden de dieven de Dutch Room: een galerij op de tweede verdieping met voornamelijk Nederlandse en Vlaamse kunst. Hier sloegen ze hun grootste slag: ze namen onder meer een Vermeer, drie werken van Rembrandt en een bronzen Chinese gu-bokaal mee. Door de lijsten op de grond te slaan konden ze het glas breken, om vervolgens de doeken eruit te snijden.

het lege frame van rembrandts een dame en een heer in het zwart ligt op de vloer in de dutch room, precies waar de dieven het achterlieten
Bettmann//Getty Images
De Dutch Room bleef na de kunstroof gesloten. Het lege frame van Rembrandts Een dame en een heer in het zwart ligt nog op de vloer, precies waar de dieven het achterlieten.

Ook in de naastgelegen Short Gallery op dezelfde verdieping en in de Blue Room op de begane grond haalden ze werken van de muur, waaronder vijf schetsen van Degas en een schilderij van Édouard Manet. In totaal werden dertien kunstwerken uit het museum meegenomen.

Leestip: Deze 5 kunstroven maakten veel los in de Lage Landen

Voordat ze vertrokken, controleerden ze nog één keer de kelder en vroegen de bewakers of ze comfortabel lagen. Ze verwijderden de videobanden en afdrukken van het alarmsysteem uit het kantoor, en verlieten om 2.45 uur het museum via de zijdeuren. Met 81 minuten hadden de dieven uitgebreid de tijd genomen tijdens hun roof.

De waarde van de buit

De keuze voor de gestolen werken verbaast kunstexperts tot de dag van vandaag: sommige stukken worden geschat op een waarde van honderd tot tweehonderd miljoen dollar, maar andere zijn relatief weinig waard. Bovendien bleven belangrijke werken van onder anderen Michelangelo en Botticelli onaangeroerd.

Leestip: De grootste autoroof ooit: hoe Noord-Korea 1000 Volvo’s buitmaakte

Deze selectie, in combinatie met de hardhandige omgang met de doeken, doet vermoeden dat de twee mannen geen gespecialiseerde kunstdieven waren. Toch waren ze uiterst succesvol: met een totale geschatte waarde van ongeveer vijfhonderd miljoen dollar geldt dit nog steeds als de waardevolste museumroof ooit.

Nog altijd onopgelost

De beloning voor informatie werd kort na de roof vastgesteld op één miljoen dollar. Sindsdien gaan er talloze theorieën en speculaties de ronde over wie de roof heeft gepleegd, maar er is nog altijd geen enkel bewijs. Tegenwoordig staat de beloning voor de gouden tip op tien miljoen dollar.

Daarnaast mogen de schuldigen zich, zoals het museum heeft beloofd, melden zonder te hoeven rekenen op strafvervolging. Toch heeft dat geen resultaat opgeleverd: ieder spoor van zowel de daders als de kunstwerken ontbreekt. Het Isabella Stewart Gardner Museum hoopt nog steeds dat de werken ooit weer zullen terugkeren.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!