SHETLAND-EILANDEN, SCHOTLAND – Op een smalle landtong tussen twee van de noordelijkste eilanden van de Britse Shetland-archipel zit een ziekelijk ogende zeevogel in het zand en negeert voorbijlopende mensen. Dat is geen goed teken, en het is een recente ontwikkeling.

De donkergrijze en witgevlekte veren van de jonge meeuw wapperen in de wind en het dier doet geen pogingen om een beter plekje te zoeken. Met een uitgeputte blik in de ogen laat hij zijn snavel richting het zand zakken.

Deze grote mantelmeeuw zou zijn opgegroeid tot een van de meest geduchte meeuwensoorten die er zijn en een spanwijdte van ruim 1,65 meter hebben bereikt, ware het niet dat hij nooit meer boven de golven van de noordelijke Atlantische Oceaan zal zweven.

Dat geldt ook voor tientallen jan-van-genten die op hetzelfde strand liggen en voor de ontelbare vogelkadavers die verspreid over de hele archipel zijn aangetroffen. Het is van een afstand meteen te zien dat het niet om rustende vogels gaat. Ze zijn als gevallen engelen op aarde neergestort en liggen met de kop achterover en uitgestrekte vleugels op de grond en staren met één donkerblauw oog naar de hemel.

Ruim 150000 janvangenten nesten op Bass Rock een rotseilandje voor de kust van Schotland waarop ooit gevangenen werden ondergebracht Op de foto die kort vr de uitbraak van de vogelgriep werd genomen op 19 mei 2022 zwermen zeevogels rond de vuurtoren van het eilandje
Ruim 150.000 jan-van-genten nesten op Bass Rock, een rotseilandje voor de kust van Schotland waarop ooit gevangenen werden ondergebracht. Op de foto, die kort vóór de uitbraak van de vogelgriep werd genomen (op 19 mei 2022), zwermen zeevogels rond de vuurtoren van het eilandje.
Camille Seaman

Dode en stervende vogels als deze waren het eerste teken dat de bewoners van de Shetland-eilanden in 2022 attent maakte op een uitbraak van een uiterst besmettelijke variant van de vogelgriep. Het virus dat de vogels ziek maakt, kan worden herleid tot een uitbraak in 1996 op een ganzenhouderij in China. Sinds die uitbraak heeft het vogelgriepvirus al miljoenen stuks pluimvee en ook wilde vogels gedood en is in het verleden zelfs op mensen overgesprongen, met dodelijke gevolgen. Vorig jaar dook er een gemuteerde versie van het virus op, waardoor de ziekteverwekker nóg besmettelijker werd. En dit jaar verspreidt de nieuwe variant zich bijzonder snel.

‘Het is triest,’ zegt Kevin Kelly, veldmanager voor de Shetland-eilanden van de Royal Society for the Protection of Birds (RSPB), die dagelijks ziet hoe de ramp zich voor zijn ogen afspeelt.

Men kan de zieke vogels niet laten inslapen – daarvoor zijn het er veel te veel. Dus hijst Kelly zich ongeveer éénmaal per week in volledig beschermende kleding en verzamelt soms wel vijftig kadavers rond binnenwateren waarin de vogels graag een bad nemen; hij denkt dat deze kadavers de verspreiding van het virus nog kunnen versnellen. Maar wat hij verzamelt, is maar een fractie van het aantal dode vogels waarmee de hele archipel bezaaid ligt.

Karkassen van janvangenten liggen verspreid op een rotswand in het Hermaness National Nature Reserve een vogelreservaat op de Shetlandeilanden waar 30000 janvangenten broeden 4 juli 2022
Karkassen van jan-van-genten liggen verspreid op een rotswand in het Hermaness National Nature Reserve, een vogelreservaat op de Shetland-eilanden waar 30.000 jan-van-genten broeden (4 juli 2022).
Rachel Bigsby

Een van de eerste uitbraken van de vogelgriep die zich dit jaar in Europa heeft voorgedaan, begon op de Shetland-eilanden, waarschijnlijk bij watervogels die vanuit het zuiden naar hun broedgebieden in het Noordpoolgebied trokken en een tussenstop op de archipel maakten. In de afgelopen maanden is de lijst van wilde vogelsoorten die wereldwijd door een plotselinge massasterfte zijn getroffen, steeds langer geworden. Het virus houdt vooral huis in broedkolonies van aantallen dicht opeengepakte vogels, van kroeskoppelikanen in Griekenland en grote kanoeten in Nederland tot reuzensternen aan de oevers van Lake Michigan in Wisconsin. In juli werd de vogelgriep geconstateerd bij een ongebruikelijk groot aantal stervende zeehonden die op de kust van Maine aanspoelden. ‘Het is zeker een grote crisis,’ zegt Kelly. ‘Zonder enige twijfel.’

James Pearce-Higgins, directeur van de British Trust for Ornithology, is het daarmee eens. ‘We hebben niet eerder dit niveau van aantasting van vogelpopulaties meegemaakt,’ zegt hij. ‘Het is volstrekt ongekend.’

Zeevogels onder druk

De zeevogelpopulaties die nu door de vogelgriep worden gedecimeerd, werden daarvóór al met talloze dreigingen geconfronteerd. Geschat wordt dat ruim de helft van alle zeevogelsoorten in de wereld er in aantallen op achteruitgaan, als gevolg van een combinatie van factoren. Daartoe behoren de klimaatverandering en overbevissing van de vissoorten waarmee de vogels zich voeden. Ook worden zeevogels vaak onbedoeld als bijvangst gedood en door niet-inheemse roofdieren als katten en ratten bedreigd, die het op de eieren en kuikens van de vogels hebben gemunt.

Zeevogels zijn bij uitstek soorten die de gezondheid van de wereldzeeën weerspiegelen en spelen een vitale rol in ecosystemen te land en ter zee. Via hun uitwerpselen worden belangrijke voedingsstoffen door ecosystemen verplaatst, en als mariene toproofdieren leveren ze een belangrijke bijdrage aan het reguleren van een heel netwerk van voedselketens.

Zoals het gemis aan haaien door overbevissing grote gevolgen heeft voor ecosystemen in de oceanen, zo zal de afname van het aantal zeevogels waarschijnlijk het evenwicht van andere ecosystemen verstoren, waaronder die van belangrijke visplaatsen.

‘We vragen net als veel andere milieubeschermers al jaren aandacht voor de afname van het aantal zeevogels en de dreigingen waaraan ze worden blootgesteld,’ zegt Kevin Kelly van de RSPB. ‘Maar dit is iets nieuws, iets dat we niet hadden zien aankomen.’

This is an image
Rachel Bigsby

Zomerdrukte

Eerdere uitbraken van de vogelgriep deden zich vooral voor in overwinteringsgebieden van wilde vogels, waarna de ziekte aan het einde van de winter weer wegebde. Maar toen het virus dit jaar opdook bij zeevogels die kort daarvoor op hun zomergronden op de Shetland-eilanden waren gearriveerd, wisten plaatselijke experts dat er iets vreemds aan de hand was.

‘Er gingen meteen alarmbellen rinkelen, want de snelheid waarmee het virus zich ditmaal nog vóór het broedeizoen verspreidde, was angstaanjagend,’ aldus Kelly.

Vogelgriepvirussen van de zogenaamde H5-groep ontwikkelen voortdurend nieuwe stammen, die zich tegelijkertijd onder één en dezelfde gastheer kunnen verspreiden. In de tientallen jaren sinds de opkomst van het virus is het talloze malen gemuteerd en gerecombineerd, maar tot nu toe was de overdraagbaarheid van het vogelgriepvirus niet efficiënt genoeg om grote uitbraken te veroorzaken.

‘Wat we bij deze specifieke variant zien, is dat hij veel overdraagbaarder lijkt te zijn,’ zegt Ruth Cromie, adviseur wildlife voor de Conventie ter behoud van migrerende wilde dieren.

Hoe deze besmettelijker variant van het virus van de winter naar het voorjaar is overgedragen, is nog niet duidelijk, maar de nieuwe stam vormt vooral een grote bedreiging voor populaties die zich in dicht opeengepakte broedkolonies verzamelen.

Schotland telt ongeveer de helft van alle broedkolonies van jan-van-genten in de wereld. De jan-van-gent is de grootste Noord-Atlantische zeevogel en nauw verwant met tropische genten. De Shetland-archipel is een waar bastion voor deze vogels, omdat de eilanden aan de rand van Europa’s continentale plat liggen, waar de turbulente zee uiterst productief is en veel voedsel bevat.

Bezoekers die halverwege juli met een bootje vanuit Lerwick, de hoofdstad van de Shetlands, naar het eilandje Noss varen, worden getrakteerd op een spektakel: duizenden jan-van-genten nesten op steile klippen van zandsteen die bijna tweehonderd meter loodrecht uit zee oprijzen. In de lucht boven het eilandje is het een komen en gaan van rondvliegende vogels, die zich in een kakafonie van luid gekras en in alle richtingen als pijlen door de hemel schieten. Af en toe voert de wind de vissige geur van guano met zich mee, afkomstig van de opgedroogde witte uitwerpselen die als stalactieten aan de smalle richels van de klippen hangen.

Maar wie de kolonie met een verrekijker afspeurt, ziet dat er veel ingezakte vogels – dode jan-van-genten – tussen de nesten liggen. En aan de voet van de klippen hebben de golven de kadavers van de dieren in witte vlotten samengedreven. Even verderop doet een grote jager – een roofmeeuwensoort – zich tegoed aan een van de drijvende karkassen.

Er zijn dit voorjaar en deze zomer perioden geweest waarin de slachting nog moeilijker over het hoofd was te zien. Phil Harris, een natuurgids die bezoekers naar de broedkolonies op Noss brengt, beschrijft hoe hij met zijn boot door drijvende vlotten van vijftig of zestig jan-van-genten moest varen.

‘In drie gevallen vielen er zelfs dode jan-van-genten vlak naast de boot in zee, die ergens vanaf de klippen naar beneden waren gestort,’ vertelt hij.

Besmette voedselketen

Er zijn nog andere alarmerende veranderingen in het gedrag van de vogels opgemerkt. In Schotland broedt ongeveer zestig procent van de wereldpopulatie van grote jagers, roofmeeuwen die berucht zijn om hun agressieve gedrag, waarbij ze iedereen met duikvluchten bestoken die het waagt hun nesten te naderen of proberen om andere vogels een maaltijd afhandig te maken.

Normaliter ziet Harris op Noss hoe bendes grote jagers jan-van-genten achtervolgen en ze dwingen om hun gevangen vis af te geven. ‘Maar dat zie je momenteel niet, waarschijnlijk omdat er zoveel dode jan-van-genten ronddrijven waarmee de jagers zich kunnen voeden,’ zegt hij.

In sommige gevallen beginnen de grote zeevogels al binnen enkele uren na hun besmetting neurologische symptomen te vertonen: naarmate het virus zich in hun hersenen vermeerdert, raken de jagers steeds meer gedesoriënteerd en bezwijken uiteindelijk aan het falen van meerdere organen tegelijk. Op de Shetland-eilanden zijn jan-van-genten waargenomen die hulpeloos op het strand zitten en ogenschijnlijk blind zijn geworden. Nadat hun karkassen door grote jagers onder handen zijn genomen, wordt overduidelijk hoe het virus zich verspreidt, want soms zijn er grote roofmeeuwen te zien die in volle vlucht gaan rondtollen.

‘Dat is hartverscheurend om te zien, want gewoonlijk zijn het zulke stoere beesten,’ zegt Kevin Kelly. ‘Een brute roofvogel die zichzelf niet meer in de lucht kan houden. De neurologische effecten zijn enorm.’

Op het niveau van de hele populatie is de situatie nog zorgwekkender. Op diverse plekken in Schotland is het aantal grote jagers vergeleken met vorig jaar met de helft afgenomen. Op sommige van die plekken zijn er nog maar zo’n tien vogels overgebleven. James Pearce-Higgins krijgt soortgelijke berichten binnen over massasterfte onder grote jagers op andere Schotse eilanden. Als de huidige trends aanhouden, zou deze soort binnen een jaar of twee kunnen uitsterven.

Tot dusver zijn de berichten over de jan-van-genten minder grimmig, maar in sommige kolonies is tijdens dit broedseizoen al een kwart van alle volwassen vogels gestorven.

Elders zijn hele broedkolonies van de aardbodem verdwenen, waaronder de grote sternen op het Nederlandse Texel. Honderden Dougall-sternen zijn gestorven op Coquet Island, een van de zeldzaamste zeevogelkolonies van Groot-Brittannië. ‘Heel snel zie je nu hoe dit alles wereldwijde gevolgen voor deze soorten kan hebben,’ zegt Pearce-Higgins.

Extra stressfactoren

Veel zeevogels die het virus oplopen, zijn dieren die lang leven en zich traag voortplanten. Grote jagers zijn pas na zeven jaar geslachtsrijp en leggen niet meer dan twee eieren per jaar. Jan-van-genten produceren zelfs maar één ei per jaar. Dat betekent dat populaties zich van nature maar langzaam kunnen herstellen.

‘We hebben te maken met een impact die nog tientallen jaren voelbaar zal zijn,’ zegt Pearce-Higgins. Hij vergelijkt deze uitbraak van de vogelgriep onder zeevogels met de rampzalige afname van het aantal Amerikaanse zeearenden, slechtvalken en talloze andere soorten roofvogels als gevolg van de massale vergiftiging door DDT, een crisis die in 1962 met het beroemde boek Silent Spring van journaliste Rachel Carson onder de aandacht van het brede publiek werd gebracht. Het veelgebruikte bestrijdingsmiddel verontreinigde hele netwerken van voedselketens en leidde ertoe dat vogels eieren met te dunne schalen legden, waardoor hun embryo’s het niet overleefden. ‘Het wordt nu des te belangrijker om te onderzoeken wat er nog over is,’ aldus Pearce-Higgins.

De zeevogelpopulaties die nu door de vogelgriep worden gedecimeerd, werden daarvóór al met talloze dreigingen geconfronteerd. Geschat wordt dat ruim de helft van alle zeevogelsoorten in de wereld er in aantallen op achteruitgaan, als gevolg van een combinatie van factoren. Daartoe behoren de klimaatverandering en overbevissing van de vissoorten waarmee de vogels zich voeden. Ook worden zeevogels vaak onbedoeld als bijvangst gedood en door niet-inheemse roofdieren als katten en ratten bedreigd, die het op de eieren en kuikens van de vogels hebben gemunt.

Zeevogels zijn bij uitstek soorten die de gezondheid van de wereldzeeën weerspiegelen en spelen een vitale rol in ecosystemen te land en ter zee. Via hun uitwerpselen worden belangrijke voedingsstoffen door ecosystemen verplaatst, en als mariene toproofdieren leveren ze een belangrijke bijdrage aan het reguleren van een heel netwerk van voedselketens.

Zoals het gemis aan haaien door overbevissing grote gevolgen heeft voor ecosystemen in de oceanen, zo zal de afname van het aantal zeevogels waarschijnlijk het evenwicht van andere ecosystemen verstoren, waaronder die van belangrijke visplaatsen.

Een grote jager doet zich tegoed aan het karkas van een janvangent 5 juli 2022 De grote roofmeeuwen die zich met de besmette karkassen voeden zullen waarschijnlijk eveneens de vogelgriep oplopen
Een grote jager doet zich tegoed aan het karkas van een jan-van-gent (5 juli 2022). De grote roofmeeuwen die zich met de besmette karkassen voeden, zullen waarschijnlijk eveneens de vogelgriep oplopen.
Rachel Bigsby

Nieuwe strategie als respons

De grote, tot nu toe onbeantwoorde vraag is wat er verder moet gebeuren. Er is tot dusver slechts één wetenschappelijke melding gedaan over de overdracht van het vogelgriepvirus op de mens, maar toekomstige zoönotische uitbraken (waarbij het virus van een dier op een mens overspringt) behoren tot de mogelijkheid.

Met betrekking tot wilde diersoorten bestaat de vrees dat migrerende zeevogels de nieuwe, besmettelijker variant van de vogelgriep op meer populaties zullen overdragen, met name op het zuidelijk halfrond, dat tot nu toe grotendeels aan de dans is ontsnapt.

Het is nog niet duidelijk welke soorten het virus kunnen overdragen. James Pearce-Higgins denkt dat de groep vogels die het virus in Groot-Brittannië verspreiden, vooral zeemeeuwen zijn.

‘Ze komen in veel van de wetlands voor die ook door zeevogels zijn bezocht, waarna de zeevogels naar hun broedkolonies trekken om daar hun eieren te leggen,’ zegt hij. De laatste wintertelling van de Britse populatie zeemeeuwen is in 2006 uitgevoerd, en Pearce-Higgins hoopt dat deze crisis zal helpen om fondsen te werven voor een nieuwe telling in dit jaar.

Intussen is het volgens Ruth Cromie dringend noodzakelijk om landelijk en regionaal plannen op te stellen waarmee op de situatie kan worden gereageerd, voordat de uitbraak nog meer wilde populaties zal treffen.

Tot de mogelijke strategieën die ze voorstelt, behoort een verbod op het bouwen van pluimveehouderijen in de buurt van wilde broedkolonies, het weren van mensen met honden uit belangrijke vogelgebieden en het creëren van gebieden waarboven niet gevlogen mag worden om de vogels tijdens het broeden niet te storen. Natuurbeheerders zouden ook moeten weten op welke tijdstippen de vogelkarkassen het best geruimd kunnen worden, iets wat volgens haar gedurende de huidige uitbraak nog niet goed is doordacht.

‘Dit zal niet de laatste crisis zijn die we op onze toenemend vervuilde planeet zullen meemaken, omdat er inmiddels zóveel interactie tussen wilde dieren en mensen plaatsvindt,’ zegt zij.

Tot nu toe is de meeste aandacht uitgegaan naar het volgen van het virus onder gedomesticeerde vogels. Veel natuurbeschermers en wetenschappers pleiten nu voor meer fondsen om de verspreiding van het virus onder wilde vogelsoorten te bestuderen.

Kelly hoopt dat de vogelgriepcrisis overheden ertoe zal brengen meer geld vrij te maken voor milieuprogramma’s waarmee de overduidelijke en al eerder bestaande bedreigingen van zeevogels aangepakt kunnen worden, zodat de dieren tenminste een kans hebben om hun populaties te herstellen.

Op de Shetland-eilanden wacht de plaatselijke bevolking angstvallig op het einde van het broedseizoen, wanneer de vogels hun nesten verlaten en zich verspreiden en de uitbraak van dit jaar hopelijk afzwakt.

‘Ik wil dat het seizoen zo snel mogelijk voorbij is en dat de vogels uitvliegen, zodat deze situatie wordt onderbroken,’ zegt zeevogelgids Phil Harris. ‘Daarna zien we wel wat er volgend jaar op ons afkomt.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com