Waarom eet een toppredator in de oceaan een handschoen? Of touw? Of plastic bekers? Hoe kan het dat er honderd kilo afval in de maag van een walvis belandt?
Onlangs werd een tien jaar oude walvis dood aangetroffen op een Schots strand. Uit een autopsie blijk dat hij zo’n honderd kilo aan samengeklonterd plastic en andere troep in zijn spijsverteringsstelsel had. De tragedie kwam in het nieuws — de enorme hoeveelheid afval was nog groter dan die in steeds meersoortgelijke gevallen: grote walvissen die op stranden overal ter wereld dood worden aangetroffen met een maag vol rommel.
Het is niet duidelijk of dit soort incidenten steeds vaker voorkomen, of dat ze nu meer opvallen door de toegenomen aandacht voor de plasticcrisis. Wel is zeker dat de plasticproductie exponentieel toeneemt. In 1950 produceerden we 2,3 miljoen ton.In 2015 produceerden we 448 miljoen ton.De schatting is dat die hoeveelheid in 2050 is verdubbeld.
Er is nog steeds heel weinig bekend over de gevolgen die het eten van plastic heeft voor zeedieren, of over waarom ze het eten, of welke invloed dat heeft op hun welzijn. Hoewel uit autopsies blijkt dat de dieren een schokkende hoeveelheid onverteerbaar materiaal binnenkrijgen, leidt het eten van plastic meestal niet direct tot de dood. Meestal is het een langzaam proces, dat voor sommige soorten schadelijker is dan voor andere, en dat sluipenderwijs en bijna ongemerkt gaat. Dit is wat we inmiddels weten.
Waarom eten zeedieren plastic?
Wetenschappers worstelen met die vraag, vertelt Matthew Savoca, een National Geographic Explorer die onderzoek doet aan het Hopkins Marine Station van de Stanford University. We weten dat plastic overal is. Jaarlijks komt er ongeveer 8 miljard kilo in de oceaan terecht. We weten dat dieren het opeten. Maar de vraag waarom dat zo is, blijkt lastig te beantwoorden. “We weten schokkend weinig over wat er nou eigenlijk in de oceaan gebeurt,” aldus Savoca.
Er wordt vaak gezegd dat de dieren het plastic eten omdat het er simpelweg is, en omdat ze niet beter weten (voor sommige diersoorten, zoals de ansjovis, ruikt plastic mogelijk naar voedsel). Maar daarmee is niet verklaard waarom alleen bepaalde soorten walvissen en dolfijnen, bijvoorbeeld potvissen, grienden en spitssnuitdolfijnen, soorten die diep kunnen duiken en tanden hebben, dood op het strand belanden met een maag vol plastic.
Deze soorten jagen op grote diepte in de oceaan, soms op wel 500 meter onder de zeespiegel, waar het aardedonker is. Ze zoeken met behulp van echolocatie naar voedsel, meestal inktvissen. Mogelijk, stelt Savoca, klinkt plasticafval voor deze tandwalvissen hetzelfde als hun normale voedsel.
Blijft plastic niet drijven?
Nee, veel soorten plastic, zoals dat van waterflessen, zinken van nature. Op ander plastic, dat normaal gesproken zou blijven drijven, groeien soms algen of zeepokken, waardoor het zwaarder wordt en alsnog zinkt. Er zijn zelfs piepkleine stukjes plastic aangetroffen in de Marianentrog — met zo'n elf kilometer diepte onder de zeespiegel het laagste punt op aarde — waar het wordt gegeten door garnaalachtige diertjes.
Waarom worden er geen andere soorten walvissen gevonden met een maag vol plastic?
Baleinwalvissen, zoals bultruggen en blauwe vinvissen, hebben een natuurlijk filter voor hun voedsel. De borstelachtige baleinen die ze hebben in plaats van tanden, en hun nauwere keelgat zorgen ervoor dat ze niets kunnen inslikken dat groter is dan krill. Deze kleine kreeftachtige diertjes die in zeer grote groepen rondzwemmen vormen de basis van hun dieet.
Dat is een van de redenen dat deze walvissen niet aangespoeld worden gevonden met een maag vol troep, maar Savoca en zijn collega's zijn bezig om te onderzoeken of en hoe baleinwalvissen mogelijk kleinere plasticdeeltjes binnenkrijgen. “Er zijn nog zoveel vragen onbeantwoord,” zegt hij.
Eten walvissen en dolfijnen meer plastic dan andere dieren?
Dat is waarschijnlijk niet zo. De Australische grote pijlstormvogel, een grote roestbruine zeevogel die zijn broedplaats heeft op eilanden voor de kust van Australië en Nieuw-Zeeland, eet in verhouding tot zijn lichaamsgewicht meer plastic dan welk ander zeedier dan ook.
Maar dode walvissen vallen veel meer op, omdat we die zo weinig zien. Het overgrote deel van de walvissen en dolfijnen sterft op zee, en zinkt ver van het land naar de zeebodem. Veel dieren, zoals bijvoorbeeld pijlstormvogels, albatrossen en vissen, vallen niet op als ze dood op een strand aanspoelen. “Maar een vijftien tot twintig meter lange aangespoelde walvis? Dat is nieuws.”
Welke nadelen ondervinden dieren nou van het eten van plastic?
Soms is het duidelijk hoe plastic de dieren doodt. Bijvoorbeeld wanneer dode albatroskuikens alleen plastic in hun maag blijken te hebben, en geen voedsel. Of wanneer uit de autopsie van een walvis blijkt dat zijn ingewanden zijn geperforeerd door een scherp stuk plastic.
Maar veel vaker is de schade veel sluipender, en manifesteert die zich als een chronisch, onafgebroken hongergevoel of lethargie.
Walvissen moeten naar de oppervlakte komen om te ademen. Dat betekent dat ze tijdrovende duiken moeten maken om in de diepte aan voedsel te komen. “Stel dat een potvis dertig prooien te pakken krijgt tijdens een duik,” rekent Savoca voor. “Als vijf of tien daarvan afval zonder voedingswaarde is, dan krijgt het dier zo'n tien tot dertig procent minder voedsel binnen dan normaal.”
Door dat tekort wordt het moeilijk voor een dier om alles te doen wat hij zou moeten doen, zoals paren, migreren en steeds voedsel zoeken, stelt Savoca.
En het plastic is nog maar een van de stressfactoren waarmee de zeedieren te maken hebben: klimaatverandering, overbevissing, scheepsverkeer, geluidsoverlast. “Het is echt tragisch, want ze hebben het al moeilijk genoeg zonder al die extra problemen waar wij ze mee opzadelen,” aldus Savoca. Vooral gezien de mate waarin wij hun leefgebied aantasten, voegt hij daaraan toe.
“Vijftig jaar geleden was er nauwelijks plastic in de oceaan. De levensduur van een grote walvis kan ongeveer twee keer die periode zijn,” zegt hij. “Tijdens het leven van één walvis zijn we van een oceaan zonder plastic gegaan naar een oceaan met honderdduizenden tonnen ervan.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com