
De negentiende-eeuwse natuuronderzoeker George Shaw dacht dat iemand de poten en snavel van een eend aan het lijf van een harig zoogdier had genaaid toen hij voor het eerst een vacht van een vogelbekdier zag.
Dankzij hun zwemvliezen kunnen vogelbekdieren zich snel door het water bewegen. Maar over land lopen is een ander verhaal. Ze hebben korte, dikke poten, die schuin naar buiten staan, zoals ook bij reptielen het geval is. Voortbeweging over land kost ze dertig procent meer energie dan op land levende zoogdieren van dezelfde omvang daaraan kwijt zijn.
Onderzoekers moeten uitkijken voor de giftige sporen aan de achterpoten van vogelbekdiermannetjes. Het gif is weliswaar niet dodelijk voor mensen, maar een steek is extreem pijnlijk.
Vogelbekdieren slaan vet op in hun staart voor perioden van voedselschaarste. Vogelbekdiervrouwtjes gebruiken hun staart ook om hun eieren tegen hun warme lichaam te houden.