Rond de ster die het dichtstbij de aarde staat, een kleine rode dwerg met de naam Proxima Centauri die zich op een afstand van 4,24 lichtjaar van de zon bevindt, draaien mogelijk niet één maar twee planeten.
“Het verheugt ons dat we u iets kunnen laten zien dat volgens ons een nieuwe kandidaat-planeet rond Proxima Centauri is, die we Proxima-c noemen,” zei Mario Damasso van het Osservatorio Astronomico di Torino op 12 april in Turijn tijdens de conferentie ‘Breakthrough Discuss’ van 2019.
“Het is nog maar een kandidaat,” zegt hij. “Het is erg belangrijk om dat te benadrukken.”
Als zich daar inderdaad een planeet bevindt, dan gaat het om een hemellichaam dat minstens zesmaal zo zwaar is als de aarde, wat het tot een ‘superaarde’ maakt. De nieuwe exoplaneet doet er 1936 dagen (bijna vijfenhalf jaar) over om eenmaal rond zijn ster te draaien, wat betekent dat de gemiddelde oppervlaktetemperatuur er veel te laag is voor vloeibaar stromend water.
“Kan er leven op deze planeet voorkomen? Nou, niet echt – het is er vrij koud,” zegt Fabio del Sordo van de Universiteit van Kreta.
In 2016 onthulden wetenschappers van het project Pale Red Dot de eerste wereld die in een omloopbaan rond Proxima Centauri draait, een exoplaneet met een massa van minstens 1,3 maal die van de aarde. De planeet is warm genoeg om leven zoals wij dat kennen op zijn oppervlak mogelijk te maken. Astronomen kwamen de exoplaneet – Proxima-b genaamd – op het spoor door te bestuderen hoe de zwaartekracht van de planeet Proxima Centauri b trekt aan de ster Proxima Centauri met het gevolg dat deze laatste heen en weer wiebelt.
Onlangs besloten Damasso en Del Sordo nog eens goed te kijken naar de gegevens die waren gebruikt om Proxima-b te kunnen spotten. Ze verwerkten die gegevens op een wat andere manier, filterden er de signalen van Proxima-b en intrinsieke stellaire activiteiten uit en vulden ze aan met 61 metingen die in een periode van 549 dagen werden uitgevoerd door de HARPS, een spectrograaf die is geïnstalleerd op een telescoop van het Chileense Observatorium La Silla.
In totaal konden ze daarmee zo’n zeventien jaar aan gegevens over het ‘gewiebel’ van de ster samenvoegen. In hun gegevens ontdekten ze een signaal dat zou kunnen wijzen op de aanwezigheid van nóg een exoplaneet in een omloopbaan rond Proxima Centauri. Als zich daar inderdaad een tweede planeet bevindt, en dat is nog steeds de vraag, doet Proxima-c er bijna vijfenhalf aardse jaren over om eenmaal rond zijn ster te draaien, in een omloopbaan die anderhalf keer verder van de ster af ligt dan de afstand tussen de aarde en de zon.
“Deze detectie is zeer lastig,” zegt Del Sordo. “We vroegen ons heel vaak af of het echt om een planeet ging. Maar ook als deze exoplaneet een luchtkasteel blijkt te zijn, weten we dat we harder moeten werken om met nog betere bewijzen te komen.”
Een artikel waarin de detectie wordt beschreven, is voorgelegd voor publicatie in een wetenschappelijk vakblad.
De astronomen gaan verder met het verzamelen van gegevens over Proxima Centauri en zijn van plan om informatie van het ruimtevaartuig Gaia van de ESA te gebruiken om de beweging van de ster nader te bestuderen en hun interpretatie van zijn ‘gewiebel’ verder te verfijnen. Ze wijzen erop dat de exoplaneet met toekomstige telescopen mogelijk direct te observeren zal zijn.
Ook observaties van Proxima Centauri door de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) kan bewijs opleveren voor de stelling dat er meerdere exoplaneten rond deze ster draaien. In de beelden van ALMA is te zien hoe de ster wordt omringd door stofbanen, die zo te zien worden gevormd door objecten in een omloopbaan rond de ster. Bovendien heeft ALMA nóg een heldere lichtbron in het Proxima-systeem gespot, in een omloopbaan op ongeveer dezelfde afstand van de ster als waar de baan van Proxima-c om de ster zich zou bevinden.
“We zien daar een onbekende lichtbron. Er is daar iets. Het kan achtergrondruis zijn, we weten het niet,” zegt Del Sordo.
“Dit is echt een opmerkelijk, buitengewoon resultaat. Ik hoop dat het onderzoek de komende paar maanden en jaren de wetenschappelijke toets der kritiek zal doorstaan,” zegt René Heller van het Max-Planck-Institut für Sonnensystemforschung in Göttingen.
Lauren Weiss van de University of Hawaii oppert dat het team mogelijk een signaal ziet dat wordt veroorzaakt door een combinatie van andere planeten in het stelsel en door stellaire ruis.
“Misschien bevinden zich daar nog andere exoplaneten, maar dan niet met de periodiciteit als die van de kandidaat die nu bekend is gemaakt,” zei ze tijdens de conferentie tegen Damasso en Del Sordo. “Ik weet niet wat we verder kunnen doen, anders dan wat jullie terecht hebben aangekondigd: het stelsel in de gaten blijven houden. Het zal nog een lange weg worden.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com