Sterrenkundige Lucas Ellerbroek laat zich inspireren door het heelal en doet elke maand in National Geographic Magazine verslag van wat hij daar zoal aantreft.

Op de verlaten aarde rijdt een robotje langs wolkenkrabbers van opgestapeld vuilnis. IJverig verzamelt hij blikken, verpakkingen en andere troep. Op een dag stuit hij op iets onverwachts. In een oude ijskast vindt hij een verroeste bloempot met daarin iets wat al lang niet meer op aarde is gezien: de kiem van een groen plantje.

De robot heet Wall-E en heeft de hoofdrol in de gelijknamige film van Pixar. Hij is achtergelaten door een bedrijf dat eeuwen ervoor de vervuilde aarde heeft geëvacueerd. Het restant van de wereldbevolking leeft voort op een ruimteschip. De mensen zijn moddervet en kunnen letterlijk niet meer op eigen benen staan. Ze slijten hun dagen in zwevende leunstoelen, met een milkshake in de hand en een tv-scherm met reclame voor hun neus. Wall-E doet het plantje cadeau aan mederobot EVE. Deze blijkt gespecialiseerd te zijn in het inspecteren van de bewoonbaarheid van de verlaten aarde. Het plantje verdwijnt in haar buik, ze gaat op standby en beide robots raken verzeild op het ruimteschip. Uiteindelijk brengt hun vondst herkolonisatie van de aarde op gang.

Robots op zoek naar leven op een verlaten planeet – in het echt gebeurt dat ook. Deze maand vertrekken maar liefst drie missies naar Mars. Het zijn twee rovers: de Amerikaanse Perseverance en de Chinese Tianwen-1 (‘Hemelvragen’) en een satelliet van de Verenigde Arabische Emiraten: Al Amal (‘Hoop’). De lanceringen vinden binnen enkele weken van elkaar plaats, wat geen toeval is. Elke twee jaar staan de aarde en Mars op een gunstige afstand van elkaar, zodat een overtocht zo kort mogelijk duurt. De lancering van een derde rover, Rosalind Franklin van ESA, is uitgesteld tot 2022. Er zijn op Mars al twee werkzame missies van NASA: lander InSight en rover Curiosity.

Marsrovers, met hun camerahoofden, robotarmen en insectachtige wielen, doen het goed bij het grote publiek. Ze hebben iets heroïsch, deze onverschrokken verkenners op een onherbergzame planeet. Iets menselijks, bijna. In 2009 duimden we voor Spirit, toen deze na een tocht van vijf jaar in het Marszand vast kwam te zitten. We zaten op de tribune voor de legendarische Opportunity, die liefst veertien jaar langer doorreed dan gepland. De rover legde meer dan een marathonafstand af en kreeg op gevorderde leeftijd last van ‘amnesia events’. We leven mee met Curiosity, die momenteel al acht jaar – vijf jaar na het verstrijken van de houdbaarheidsdatum – al selfieschietend en rotsmonsters knabbelend door de Galekrater rijdt.

Het hoofddoel van al deze missies is eenduidig: het vinden van bewijs voor voormalig of bestaand leven op Mars. Het is niet ondenkbaar dat dit heeft bestaan. In de begintijd van het zonnestelsel was er volop water op Mars en heerste er een klimaat vergelijkbaar met dat op aarde. En als hier toen leven ontstond, waarom dan niet op onze buurplaneet?

De zoektocht naar leven op Mars brengt een fundamenteel probleem met zich mee, een risico waar we tegenwoordig op dagelijkse basis mee te maken hebben: besmettingsgevaar. Sommige aardse microben, zoals het onooglijke maar op een bepaalde manier schattige beerdiertje, weerstaan met gemak de barre omstandigheden in de ruimte.

We willen natuurlijk niet dat de eerst ontdekte Marsmicrobe in werkelijkheid een aardse verstekeling is. Of erger nog, dat we een pandemie ontketenen op onze buurplaneet, nog voordat we het leven daar goed en wel hebben ontdekt. Het is daarom belangrijk dat bodemmonsters met steriele apparatuur verzameld en onderzocht worden. Het steriliseren van een ruimtevaartuig is een behoorlijke uitdaging; de poging hiertoe wordt geleid door de Planetary Protection Officer van NASA.

Perseverance is onderdeel van een groots Amerikaans-Europees plan om binnen tien jaar bodemmonsters van Mars naar aarde te brengen. Met een twee meter lange robotarm hakt de rover materiaal los en laat het achter in buisjes. Een volgende missie zal deze buisjes verzamelen en met een raket in een baan rond Mars brengen, waarna ze door een derde missie worden opgehaald. China heeft een soortgelijk plan om een stukje Mars op aarde te brengen.

Intussen schuilen achter elke Marsmissie nog drie andere doelen: spierballenvertoon, diplomatie en reisvoorbereiding. Wat betreft spierballen liggen de VS met afstand op kop. Er waren vier Amerikaanse landers en vier rovers, die gezamenlijk bijna 75 kilometer aflegden. Nu wil men een nieuwe primeur scoren: de eerste helikoptervlucht op een ander hemellichaam. Ingenuity, een mini helikopter die meereist met Perseverance, zal zich een weg proberen te wieken door de zeer ijle Marsatmosfeer, enkele meters boven het oppervlak.

Voor China is een missie naar de rode planeet een bewijs van de technologische vooruitgang van het land en een bevestiging van de status van supermacht. Naast prestigeslagen zijn Marsmissies ook een vertoon van internationale samenwerking. De Arabische satelliet wordt gelanceerd op een Japanse raket. Perseverance heeft tal van instrumenten van Europese makelij: een Noorse radar, een Italiaanse landmeter en een Spaans weerstation.

Tenslotte dient het onderzoek naar de voormalige bewoonbaarheid van Mars ook de toekomstige bewoonbaarheid. Initiatieven om een mens op Mars te zetten, gonzen al een halve eeuw rond. Het onderzoek naar bodem, landschappen en klimaat dat nu wordt gedaan, kan van pas komen als er ooit mensen naar Mars reizen. Of het nu een voetafdruk is door één individu, of een kolonie zoals Elon Musk die zegt te zullen stichten: de mens zal ooit op Mars rondlopen.

De ontdekking van Wall-E bereidde de weg voor de terugkeer van de mens naar de aarde. Wie weet leiden de ontdekkingen van de nieuwe Marsbewoners Perseverance, Tianwen en Rosalind Franklin uiteindelijk tot een volksverhuizing naar Mars. Maar voorlopig zijn, net als in de film, de robots de helden van het verhaal.

Deze column verschijnt in de juli 2020 editie van National Geographic Magazine.