Terwijl de avond begon te vallen, liepen vijf mensen in groene kledij nerveus rond een babyolifantje heen en weer. Alle wetenschappelijke inzichten en alle hypotheses die naar dit moment hadden geleid, waren uitgebreid getest. Maar nu ging het om de praktijk: zou dit amper negentig centimeter grote olifantje een nieuwe, speciaal ontwikkelde flesvoeding lekker vinden? En zou haar lichaam er goed op reageren?
De vijf mensen waren verzorgers van het Reteti Elephant Sanctuary, het enige opvangcentrum voor olifantenweesjes in het noorden van Kenia, en ze hielden elkaar bij de hand. Ze leken tegelijkertijd te bidden om een wonder – dat het kalfje weer gezond zou worden – en iets plechtig te beloven: dat ze er alles aan zouden doen om dat te bereiken. Toen de aarzelende slokjes van baby Sera veranderden in flinke teugen en ze aan haar tweede fles begon, konden de verzorgers zich eindelijk ontspannen. In de dagen erna begon het verzwakte, twee weken oude olifantje aan gewicht toe te nemen en werd het sterk genoeg om met de andere weesjes van het centrum te spelen.
De verzorgers vierden de doorbraak en waren verrukt over de eenvoud en duurzaamheid van hun nieuwe flesvoeding. Het hoofdingrediënt van het nieuwe wondermiddel was namelijk in overvloed beschikbaar: geitenmelk.
"De teamleden hebben lang nagedacht over de vraag hoe ze het recept voor hun flesvoeding konden verbeteren,” zegt Katie Rowe, medeoprichtster van het Reteti-centrum, dat binnen de Namunyak Conservancy ligt, een reservaat dat door de plaatselijke Samburu-stam wordt beheerd. Sinds de instelling van het weeshuis in 2016 had men menselijke flesvoeding gebruikt, maar dat was duur. Het moest worden geïmporteerd, en de bestanddelen ervan waren niet altijd even natuurlijk. “Ik heb alle ingrediënten onderzocht, elke micro- en macro-voedingsstof erin geanalyseerd, om uit te zoeken wat er in die blikjes zat, en het resultaat was niet bemoedigend,” vertelt Rowe. “Er moesten betere oplossingen te vinden zijn.”
De coronavirus-pandemie leverde de extra aanzet om actief naar die betere oplossing op zoek te gaan. Door de lockdowns was het reizen vanuit het afgelegen Reteti-centrum naar de stad, waar de juiste producten lagen opgeslagen, steeds moeilijker geworden. En de ineenstorting van het toerisme betekende dat er bezuinigd moest worden op dure aankopen.
Lees ook: Waarom sterven de olifanten in Botswana?
Gebleken is dat flesvoeding op basis van geitenmelk beter is voor de olifantjes, en daarnaast gemakkelijker te produceren en de helft goedkoper. Ook kan het weeshuis door de afname van geitenmelk een bijdrage leveren aan de plaatselijke economie.
“Met de olifantjes gaat het geweldig. Je ziet hoeveel beter deze flesvoeding is wat betreft voedingswaarde; je ziet het aan hun snelle herstel na een traumatische redding; je ziet het aan de manier waarop ze zich aanpassen aan de andere weesjes,” zegt Rowe. Het nieuwe wondermiddel heeft ook een verandering teweeggebracht in de relatie van de gemeenschap met de kalfjes. “Als je je melk deelt, middelen van bestaan met anderen deelt, dan kan dat niet anders dan medeleven met deze dieren opwekken,” zegt zij. (Lees meer over de krijgers die ooit bang waren voor olifanten maar de dieren nu in het Reteti Elephant Sanctuary beschermen.)
Gezonde kalfjes
Olifantkalfjes drinken melk totdat ze minstens twee jaar oud zijn. Voor de weesjes in het Reteti-centrum zijn vooral de voedingsstoffen in de flesvoeding die hun afweersysteem aanzwengelen van levensbelang. Zoals veel verweesde kalfjes werd Sera achtergelaten nadat ze in een waterput was gevallen. Ze moet urenlang of misschien zelfs dagenlang in het water hebben gestaan voordat ze werd gevonden, waardoor ze nu extra kwetsbaar is voor ziekten als longontsteking. Bovendien betekende de traumatische scheiding van haar kudde een klap voor haar afweersysteem.
Lees ook: Hoe kunnen de zwervende olifanten in China worden beschermd?
Na jaren van berekeningen – in notitieboekjes, op spreadsheets en op het schoolbord van het weeshuis – bleek telkens weer dat de onderlinge verhouding tussen eiwitten, vetten en koolhydraten in geitenmelk een uitstekende basis zou zijn voor het zogen van jonge olifantjes. Daarvoor moet de melk wel worden gecombineerd met allerlei andere ingrediënten, waarvan er vele al in het Reteti-centrum werden gebruikt: gemalen moringa-bladeren, probiotica, voedingssupplementen, kokospoeder, extra wei-eiwitten, spirulina, honing, melasse, havervlokken en multivitaminen.
Sinds de nieuwe flesvoeding in februari 2020 voor het eerst werd uitgeprobeerd op de kleine Sera, is de formule een doorslaand succes. Acht jonge kalfjes die in de navolgende maanden in het Reteti-centrum werden opgevangen, zijn ermee gezoogd en doen het inmiddels uitstekend.
Nieuwe inkomsten
De nieuwe flesvoeding is ook een groot succes voor de plaatselijke Samburu-stam, die zijn geitenmelk nu aan het weeshuis verkoopt.
“Het heeft ons heel veel voordelen opgeleverd,” zegt veehoeder Stamen Lemajong. Elke ochtend trekken Lemajong en anderen met hun gezinnen over de met acaciabomen omzoomde paden naar het weeshuis om er 150 liter geitenmelk af te leveren. Dat is genoeg voor de zeven jongste kalfjes die ermee worden gevoed, maar het opvangcentrum probeert nog meer geitenmelk uit de omgeving aan te kopen, zodat alle 23 olifantenwezen op de nieuwe flesvoeding kunnen overstappen.
“We gebruiken de extra inkomsten voor van alles: om de kinderen naar school te sturen, ziekenhuisrekeningen te betalen...,” zegt Lemajong. “En in moeilijke tijden, zoals vorig jaar, kwam het heel erg goed van pas. Toen konden we er zelfs voedsel mee kopen.”
De pandemie heeft de veehoeders zwaar getroffen, zegt hij. Gezinsleden zijn hun baan kwijtgeraakt, en door de sluiting van veemarkten was het voor de stamleden moeilijk om vee te verkopen – hun voornaamste en vaak enige bron van inkomsten.
“Gelukkig begonnen we juist in die periode met de verkoop van melk aan het opvangcentrum,” zegt hij. “Als we geen geitenmelk hadden verkocht, weet ik niet wat we hadden moeten doen.” (Ontdek hoe de wildbeschermers van Noord-Kenia de pandemie hebben doorstaan.)
Bescherming van het land
Nu de gevolgen van de pandemie beginnen af te zwakken, wordt de regio met een nieuwe uitdaging geconfronteerd: droogte. De schaarse regenval bedreigt het vee en de wilde fauna en verhoogt het risico op confrontaties tussen beide diergroepen. Ook een lijdensweg als die van Sera zal door de droogte waarschijnlijk vaker voorkomen. “Hoe droger het seizoen wordt, des te meer waterputten er door de dorpelingen worden geslagen,” zegt Dorothy Lowakutuk, verzorgster van het Reteti-centrum. “En dan zullen er meer olifantjes in zulke putten vallen.”
Lees ook: Jaar zonder toerisme is ramp voor Thailands tamme olifanten
Hoewel de droogte een feit is, kunnen de gevolgen ervan wel worden verzacht door het nemen van diverse maatregelen, waaronder het beschermen van de bodem. Momenteel is zeventig procent van de bodem in de Namunyak Conservancy ernstig verslechterd, zegt Titus Letaapo, die de aankoop van geitenmelk door het opvangcentrum coördineert.
Het gebruik van geitenmelk en de aandacht voor bodemverslechtering in de regio lijken niet op elkaar aan te sluiten: in veel gebieden wordt de bodem immers uitgeput door overbegrazing door geiten. Onder leiding van Letaapo trekt een team van eco-opzieners nu door het gebied om de veehoeders te leren de bodem te beschermen, bijvoorbeeld door hun vee afwisselend op verschillende stukken land te laten grazen en methoden in te voeren om de melkproductie te verbeteren. Dat laatste heeft tot doel om het inkomen van de veehoeders te verhogen zonder dat ze daarvoor hun kuddes hoeven te uit te breiden.
“De stam heeft veel aan het opvangcentrum gehad,” zegt melkverkoper Lemajong. Hij vertelt ook dat toen hij het weeshuis voor het eerst bezocht, hij dat heel vreemd vond."
“Het was erg raar om te zien hoe ze daar olifanten houden, zoals wij geiten en koeien houden. Dat was een grote verrassing,” lacht hij. Maar het laat nog eens zien hoe de lotgevallen van mensen en dieren in dit deel van Noord-Kenia met elkaar zijn verstrengeld."
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com