In de eerste twee jaar van de pandemie hoorden we om de zoveel maanden de naam van een nieuwe variant van het coronavirus die de kop op had gestoken, en die nog weer beter aangepast was om ons te besmetten of ernstig ziek te maken. Miljoenen mensen stierven aan een van de tien varianten vernoemd naar Griekse letters, van alfa tot mu. Toen verscheen in november 2021 omikron, een heel andere versie van het virus. In de afgelopen tien maanden heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geen namen van nieuwe varianten bekendgemaakt. Dus is de vraag: is de ontwikkeling van het virus gestopt?

In de afgelopen drie maanden overleden dagelijks minstens driehonderd Amerikanen aan COVID-19 en in september werden in de VS circa vijftigduizend nieuwe besmettingen gemeld, veroorzaakt door nieuwe omikronstammen: BA.2, BA.2.12.1, BA.4 en BA.5. De besmettingsgraad onder bewoners van verzorgingshuizen in de VS is negen keer zo hoog als eind april en in augustus was het sterftecijfer in deze groep bijna verviervoudigd, zo bleek uit gegevens van het AARP Public Policy Institute en het Scripps Gerontology Center van de Miami University. In het Verenigd Koninkrijk, waar de cijfers vaak een voorbode zijn voor de trends in de VS, is het aantal symptomatische besmettingen onafgebroken opgelopen sinds 27 augustus, de dag met het laagste aantal besmettingen van dit jaar volgens gegevens uit het ZOE COVID-19-onderzoek, waarin patiënten symptomen melden via een app. De WHO heeft deze recente omikron-afstammelingen weliswaar geen eigen Griekse letter toegekend, maar deskundigen vrezen dat de nieuwe boosters en behandelingen geen vat hebben op deze varianten waardoor er een nieuwe golf van besmettingen en sterfgevallen aankomt.

Het coronavirus muteert voortdurend, op dit moment zijn er ruim tweehonderd nieuwe omikronstammen en -afgeleiden. ‘SARS-CoV-2 ontwikkelt zich nog steeds,’ aldus Olivier Schwartz, hoofd van de Virus & Immunity Unit van het Franse Institut Pasteur.

Marion Koopmans is directeur van het WHO-centrum voor samenwerking op het gebied van besmettelijke ziekten en lid van het WHO-team dat probeert de oorsprong van de COVID-19-pandemie te achterhalen. ‘De situatie is veel beter dan eerder,’ stelt ze. Maar ze waarschuwt dat we ons moeten voorbereiden op een volgende forse golf, nu de herfst en winter eraan komen. ‘Een marathonloper houdt niet al voor de finishlijn op met rennen.’

Er ontstaan nog steeds nieuwe SARS-CoV-2-varianten

Elke keer dat SARS-CoV-2, het virus dat COVID-19 veroorzaakt, zich vermenigvuldigt, kan er een foutje in het DNA optreden waardoor het een klein beetje verandert. Deze veranderingen, mutaties genoemd, vinden willekeurig plaats en hebben meestal nauwelijks of geen gevolgen voor het virus. Als zich in populaties die geen onderling contact hebben een identieke mutatie voordoet die zich ook verspreidt, duidt dit erop dat de mutatie gunstig is voor het virus. Dergelijke mutaties vormen vervolgens een nieuwe tak aan de evolutionaire stamboom van SARS-CoV-2. De virussen die voor die nieuwe tak zorgen worden ‘varianten’ genoemd.

‘Hoe meer SARS-CoV-2 rondgaat, hoe meer kans het heeft te muteren,’ zegt epidemioloog Maria van Kerkhove. Zij is eindverantwoordelijk voor de reactie van de WHO op COVID-19. Wetenschappers denken ook dat zich nieuwe omikron-achtige varianten kunnen ontwikkelen bij mensen met een verzwakt afweersysteem. Zij dragen het virus langer bij zich, waardoor dit tientallen mutaties kan ondergaan.

Door sommige mutaties kan een variant zich sneller verspreiden of worden mensen ernstiger ziek. Andere mutaties zorgen ervoor dat het virus van uiterlijk verandert, waardoor het niet wordt opgepikt door het afweersysteem na een eerdere infectie of vaccinatie. Door dit soort mutaties werken goedgekeurde behandelingen minder goed of niet meer. Als dit gebeurt, worden ze door de WHO gelabeld als zorgelijk (variant of concern, voc) of interessant (variant of interest, voi).

In mei 2021 begon de WHO dergelijke varianten namen te geven op basis van letters van het Griekse alfabet. ‘Maar de WHO geeft niet alle varianten een naam,’ vertelt Anurag Agrawal, voorzitter van de technische adviesgroep voor virusontwikkeling van de WHO, die aanbevelingen doet over naamgeving voor varianten. ‘Dat doen we alleen wanneer de vrees bestaat dat een variant extra risico’s oplevert waardoor maatregelen voor de volksgezondheid moeten worden genomen,’ legt hij uit.

Op dit moment worden alle omikronstammen beschouwd als voc, omdat ze allemaal dezelfde eigenschappen hebben: ze verspreiden zich sneller dan eerdere varianten en ze zijn bestand tegen eerdere immuniteit. Gelukkig levert een besmetting door een bepaalde omikron-subvariant wel een kleinere kans op om met een andere subvariant besmet te raken. De stammen zijn ook niet gevaarlijker dan het oorspronkelijke omikronvirus, vertelt Van Kerkhove.

Omikronvarianten maken evolutionaire sprongen

Het ontstaan van de omikronvariant nog geen jaar geleden betekende een grote verandering in de evolutie van SARS-CoV-2. Sinds november 2021 werd ruim de helft van de COVID-19-besmettingen wereldwijd waarschijnlijk veroorzaakt door een van de vijf omikron-subvarianten:BA.1, BA.2, BA.3, BA.4 en BA.5. Omdat omikron in staat blijkt de immuunreactie door besmetting met eerdere varianten te omzeilen vinden sommige wetenschappers, waaronder Schwartz, dat omikron moet worden beschouwd als een apart serotype van SARS-CoV-2: een virus dat zozeer verschilt van eerdere varianten dat antistoffen tegen de een onvoldoende beschermen tegen de ander. Zo kent het griepvirus drie serotypen: influenza A, B en C.

In de afgelopen maanden heeft omikron BA.2 een hele serie varianten voortgebracht, zoals BA.2.75, BA.2.10.4, BJ.1 en BS.1. Deze varianten, die soms tientallen mutaties bevatten, zijn zo verschillend van de variant BA.2 waar ze van afstammen dat wetenschappers ze ‘tweedegeneratievarianten’ noemen. Dergelijke varianten ontstaan door een grote evolutionaire sprong ten opzichte van eerdere varianten, zonder kleine tussenstapjes.

Evolutionair gezien lijken de varianten die zich recent hebben verspreid, zoals BA.2.75, minder op het oorspronkelijke omikronvirus dan alfa, bèta, gamma en delta leken op de oerversie, vertelt viroloog Thomas Peacock van het Imperial College London. Alle mutaties in die eerdere varianten vallen in het niet bij die van omikron en zijn subvarianten, stelt hij.

‘Een mogelijk zorgelijke subvariant is BA.2.75.2. Deze heeft nog weer extra mutaties vergeleken bij BA.2.75 en lijkt zeer goed bestand tegen antistoffen,’ vertelt Schwartz.

De WHO heeft deze nieuwe varianten niet naar een nieuwe Griekse letter vernoemd, maar ‘dat betekent beslist niet dat sinds november 2021 geen nieuwe varianten meer zijn ontstaan,’ aldus immunoloog Yunlong (Richard) Cao van de Peking University in Beijing.

Op dit moment komt in veel landen BA.5 het vaakst voor, terwijl in andere landen BA.2.75 het meest rondgaat. Ze zijn beide bestand tegen het afweersysteem van mensen die gevaccineerd zijn of besmet zijn geweest, maar huidige vaccins werken mogelijk wel tegen de varianten.

‘Wat we nu zien is dat de evolutie doorgaat,’ aldus Koopmans. Dat is te verwachten wanneer een virus op grote schaal blijft rondgaan terwijl intussen steeds meer mensen afweer ontwikkelen. ‘We gaan er dan ook van uit dat er nog meer ontsnappingsvarianten ontstaan,’ voegt ze daaraan toe.

Er is discussie over de vraag hoe nuttig het is om alle subvarianten van omikron op een grote hoop te vegen. De omikronstammen BA.1, BA.2 en BA.5 leken genoeg op hun oorsprong om omikron genoemd te worden, maar volgens sommige wetenschappers zijn de nieuwe varianten zo anders dat ze naar een nieuwe Griekse letter moeten worden vernoemd.

‘Sommige van die nieuwe virussen zijn genetisch net zo afwijkend als de oorspronkelijke varianten waren, dus het is de vraag hoe handig het is om ze nog steeds als omikronvarianten te zien,’ aldus Peacock.

Maar de werkgroep van de WHO denkt daar anders over. ‘Als er wordt vastgesteld dat er een variant of subvariant is die wezenlijk verschilt van andere varianten of subvarianten van omikron, dan krijgt die een nieuwe naam,’ zegt Van Kerkhove. ‘Maar op dit moment worden al die subvarianten gezien als omikron, zijn het allemaal voc’s en vereisen ze allemaal dat landen maatregelen nemen.’

Aangezien er geen wetenschappelijk bewijs is dat de nieuwe subvarianten van omikron mensen ernstiger ziek maken, blijven de adviezen ongewijzigd, vertelt Agrawal.

Intussen zijn vroege opsporing en behandeling, tijdige inzet van beschikbare middelen en vaccinatie nodig om de verspreiding van het virus tegen te gaan en daarmee de kans op het ontstaan van nieuwe varianten, zegt Van Kerkhove. ‘We kunnen op een verantwoordelijke manier met COVID-19 omgaan en simpele maatregelen nemen om verspreiding te voorkomen, zoals afstand houden, mondkapjes dragen, ventileren, handen wassen en thuisblijven als je ziek bent.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com