Een enkele reis naar onze buurplaneet Mars is relatief kort. In ‘slechts’ een maand of acht zweef je met een ruimtesonde naar de rode planeet. Een expeditie naar een van de duizenden exoplaneten is een heel ander verhaal.
Wat is een exoplaneet?
Een exoplaneet is een planeet die om een andere ster draait dan de zon. En dat zijn er nogal wat. Volgens NASA zijn er ruim vijfduizend exoplaneten bekend, en de lijst wordt elke dag groter: er bijna tienduizend kandidaat-exoplaneten in de wacht om te worden geverifieerd.
Inmiddels weten we dat de Melkweg meer planeten dan sterren bevat, een ontdekking die we danken aan de NASA-ruimtetelescoop Kepler. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie lanceerde deze telescoop in 2009.
Een ambitieuze missie, want het bleek nog niet zo makkelijk om exoplaneten op te sporen. Planeten zijn enkel zichtbaar doordat ze licht van hun ster reflecteren. Het probleem daarbij is niet zozeer dat exoplaneten zelf geen lichtbron vormen, maar wel dat het licht van een planeet vaak wordt overstraald door het licht van haar ster. Je kunt het opsporen van een exoplaneet vergelijken met het zoeken naar een vuurvliegje op de brandende lamp van een vuurtoren.
Zo speurt NASA naar onze verre buren in het sterrenstelsel
De speurtocht naar exoplaneten is uitdagend, maar toch wist NASA er de afgelopen jaren enkele duizenden te ontdekken, aan de hand van de zogenoemde transitmethode. Hoe gaat de zoektocht naar een verre planeet in zijn werk?
De transitmethode kan worden toegepast wanneer een exoplaneet in een baan tussen de waarnemer en haar ster beweegt. Wanneer de exoplaneet voorbijkomt, zal de ster korte tijd minder helder zichtbaar zijn vanaf het meetstation. Zodra de planeet is gepasseerd, neemt de helderheid weer toe. Zo’n typische dip – een soort sterverduistering – wijst op de aanwezigheid van een exoplaneet.
Kepler op zoek naar exoplaneten
NASA-ruimtetelescoop Kepler werd ontworpen om deze transitmethode toe te passen. Aan de hand van supersnelle moderne elektronica, bracht de telescoop ongeveer 150.000 sterren tegelijk in beeld en ging daarbij op zoek naar de kenmerkende lichtsterktedip.
Zodra dat signaal werd opgepikt, stuurde Kepler de informatie van door naar verschillende observatoria op aarde. Wanneer je weet welke ster je in het oog moet houden, moet het bestaan van een exoplaneet nog officieel worden aangetoond. Kepler ontdekte in zo'n tien jaar tijd meer dan tweeduizend exoplaneten en ging in 2018 met pensioen. In datzelfde jaar werd opvolger TESS gelanceerd.
Dit is de dichtstbijzijnde exoplaneet
Een exoplaneet ligt dus altijd buiten ons eigen sterrenstelsel, nog voorbij Uranus, Neptunus en Pluto. Zelfs de dichtstbijzijnde exoplaneet zullen we als mens waarschijnlijk nooit kunnen bezoeken. Proxima Centauri b ligt op vier lichtjaar van de aarde en is daarmee de exoplaneet die het dichtst bij ons zweeft. Om je een idee te geven van hoe ver weg dat is: één lichtjaar staat gelijk aan ongeveer 9,46 biljoen kilometer.