Toen Tim Stark in september de staat Indiana uit vluchtte, stortte zijn leven in. De eigenaar van een dierenattractie die figureerde in de populaire Netflix-serie Tiger King raakte zijn levensonderhoud kwijt, terwijl zijn leeuwen, tijgers, beren en tientallen andere dieren in beslag waren genomen door de autoriteiten. Hij en zijn dierenparkje moesten honderdduizenden dollars aan boetes betalen, wegens overtredingen van de regelgeving voor dierenwelzijn. Stark werd gezocht omdat hij dieren zou hebben verborgen die geconfisqueerd zouden worden. De dierenattractie van Stark, Wildlife in Need, waarmee hij miljoenen had verdiend door bezoekers ‘aanhaalsessies’ met zijn dieren aan te bieden, was ten onder gegaan.

Op de vlucht haalde Stark in een uur durende en met grofheden doorspekte tirade op Facebook Live uit naar rechters, beambten en dierenactivisten. Hij beweerde dat al deze mensen tegen hem hadden samengezworen om hem het recht op het bezitten en fokken van exotische dieren te ontzeggen. Hij daagde de autoriteiten uit door ogenschijnlijk een handgranaat te tonen. “Ik ben bereid te sterven voor mijn overtuigingen,” zei hij.

Drie weken later werd hij in een bed-and-breakfast in de staat New York gearresteerd en aan Indiana uitgeleverd, waar hij zich in één county moet verantwoorden wegens belediging van de rechtbank en in een andere wegens het intimideren van een wetshandhaver.

Stark is niet de enige eigenaar van grote katachtigen uit de serie Tiger King die in rechtszaken is verwikkeld. Ook veel van de belangrijkste fokkers en aanbieders van aanhaalsessies met welpen in de VS moeten zich juridisch verantwoorden.

Hoewel het in de VS met de juiste vergunningen legaal is om grote katachtigen te fokken, wierp de serie nieuw licht op de bedenkelijke omstandigheden die in deze lucratieve en slecht gereguleerde sector heersen. In een hele reeks rechtszaken wordt nu de wetmatigheid van sommige veelgebruikte praktijken aangevochten, waaronder het scheiden van pasgeboren welpjes van hun moeder en het aanbieden van gelegenheden waarop toeristen de welpjes kunnen aanhalen en flesvoeding geven en met ze op de foto gaan. In de aangespannen rechtszaken is sprake van onveilige en onhygiënische dierenverblijven, slecht voer, weinig tot geen veterinaire zorg, het illegaal kopen, verkopen en transporteren van bedreigde diersoorten tussen diverse staten en het vragen om donaties ten behoeve van commerciële bedrijven. (Lees meer over de tijgerindustrie in Amerika.)

De civiele en strafrechtelijke zaken hebben het potentieel om de hele sector grondig te hervormen, zegt Brittany Peet, vicedirecteur juridische zaken van PETA (‘People for the Ethical Treatment of Animals’).

In de VS worden duizenden tijgers in gevangenschap gehouden, de meeste in dierenattracties als die van Stark. Volgens experts leven er vermoedelijk méér tijgers in de VS in gevangenschap dan de naar schatting 3900 exemplaren die in Azië nog in het wild voorkomen. De bedreiging van het voortbestaan van de tijger gaat veel verder dan dierenwelzijn en ‘aanhaalmomenten’. De handel in botten en andere lichaamsdelen van tijgers die in China, Vietnam en elders in Azië in gevangenschap worden gefokt, verzorgt een lucratieve zwarte markt die de soort tot op de rand van uitsterven heeft gebracht. In de VS worden duizenden met uitsterving bedreigde grote katachtigen uitgebuit, mishandeld en verhandeld als gevolg van de lakse handhaving van bestaande regelgeving. Maar de recente golf van rechtszaken kan daar verandering in brengen.

Joe Exotic die eigen merchandise aan bezoekers van zijn dierenattractie verkocht zit een celstraf van 22 jaar uit wegens het opdracht geven tot moord en het doden verkopen en illegaal vervoeren van tijgers
Joe Exotic, die eigen merchandise aan bezoekers van zijn dierenattractie verkocht, zit een celstraf van 22 jaar uit wegens het opdracht geven tot moord en het doden, verkopen en illegaal vervoeren van tijgers.
Steve Winter, Nat Geo Image Collection

Tiger King-sterren aangeklaagd

Het vreemde drama dat zich in de serie Tiger King ontvouwde, heeft de aandacht op de tijgersector in de VS gericht en trok in de tien dagen na de eerste aflevering in maart 2020 maar liefst 34 miljoen kijkers. In de serie wordt het leven van Joseph Maldonado-Passage, beter bekend als ‘Joe Exotic’, en andere eigenaars van grote katachtigen gevolgd. Hoewel ze voor sommigen tot excentrieke cultfiguren uitgroeiden, waren andere kijkers geschokt door wat ze zagen: in één aflevering was te zien hoe een tijgerwelpje dat nog nat was van de geboorte met behulp van een ijzeren haak van de moeder werd gescheiden.

De ‘Tiger King’ zelf, in het verleden eigenaar van het Greater Wynnewood Exotic Animal Park in Oklahoma, zit momenteel een celstraf van 22 jaar uit. Hij werd in 2019 veroordeeld wegens de opdracht om Carole Baskin te vermoorden, de eigenaresse van een opvangcentrum voor grote katachtigen, en daarnaast voor het doden van vijf tijgers die zich niet goed voortplantten en dierensmokkel.

In augustus 2020 raakte Exotics voormalige zakenpartner Jeff Lowe zijn vergunning voor het houden en publiekelijk tonen van wilde dieren kwijt nadat het Amerikaanse ministerie van Landbouw ‘ernstig’ misbruik en verwaarlozing van zijn dieren had geconstateerd. Eind november klaagde het ministerie van Justitie de vrouw van Lowe, Lauren, aan wegens overtreding van de wetgeving op dierenwelzijn en de Endangered Species Act. In een schrijven aan National Geographic noemde Lowe de aantijgingen “absoluut onjuist (...) en pure wraak.” In januari van dit jaar beval een rechter om veertien van zijn tijgers wegens “levensbedreigende omstandigheden” naar een opvangcentrum over te brengen.

Intussen werd eind oktober een ander personage uit Tiger King, Bhagavan ‘Doc’ Antle, eigenaar van de Myrtle Beach Safari in South Carolina, aangeklaagd wegens diverse overtredingen, die uiteenlopen van wildsmokkel en dierenmishandeling. Vorig jaar december ontkende Antle in een e-mail “enige daad of enigerlei gedrag dat als ‘dierenmishandeling’ opgevat zou kunnen worden.”

Deze en andere rechtszaken werpen licht op de uitbuiting en mishandeling van dieren in het wereldje van dierenattracties die ‘aanhaalmomenten’ aanbieden aan betalende bezoekers die vaak geen idee hebben van deze praktijken. Grote katachtigen worden op commerciële fokkerijen gehouden om voor een voortdurende aanvoer van ‘aaibare’ welpjes te zorgen, en maar weinig bezoekers realiseren zich dat veel van deze welpjes zeer jong overlijden. De dieren die het wél overleven, zijn volgens de richtlijn van het Amerikaanse ministerie van Landbouw al na twaalf weken te groot en te gevaarlijk om nog te worden aangehaald en worden meestal doorverkocht aan andere dierenattracties of verdwijnen.

Bhagavan Doc Antle eigenaar van de Myrtle Beach Safari in South Carolina showt een groot aantal jonge tijgerwelpjes 2019
Bhagavan ‘Doc’ Antle, eigenaar van de Myrtle Beach Safari in South Carolina, showt een groot aantal jonge tijgerwelpjes (2019).
Steve Winter, Nat Geo Image Collection

Niets te verliezen

Uit gerechtelijke documenten en rapporten van de dierenbescherming blijkt dat de omstandigheden in Starks dierenattractie Wildlife in Need in de jaren vóór de gedwongen sluiting ervan beneden alle peil waren. Stark slaagde erin verplichte inspecties tegen te houden en schold overheidsbeambten stijf. Van 2012 tot 2016 constateerden inspecteurs van het ministerie van Landbouw meer dan 120 overtredingen van de Amerikaanse wet op het dierenwelzijn, de Animal Welfare Act (AWA).

Stark voerde zijn dieren bedorven vlees en dood wild dat aan de kant van de weg was gevonden. Volgens het ministerie zette hij de dieren groenig drinkwater voor waarin het wemelde van de maden. De katten leefden in krappe verblijven waarvan de vloer was bezaaid met gevaarlijk afval en de eigen uitwerpselen van de dieren. Ook konden de dieren niet schuilen voor de zon of de sneeuw. Zieke of gewonde exemplaren werden niet behandeld en vele dieren overleden. Stark getuigde dat hij in 2012 een ziek en gewond luipaard met behulp van een slaghout had “laten inslapen”.

Op geregelde basis arriveerden en verdwenen er dieren zonder de juiste papieren. Tijdens één inspectie ontdekten beambten op het park 43 ongedocumenteerde dieren en konden ze zes andere dieren die er hadden moeten zijn, niet vinden.

Daarnaast troffen de inspecteurs zeer krakkemikkige dierenverblijven aan die een “aanzienlijk risico” voor het publiek met zich meebrachten. Tijdens aanhaalmomenten hadden tijgerwelpen bezoekers gebeten en gekrabd en renden onaangelijnd rond. In 2013 werd een luipaard door een buurman doodgeschoten toen het dier over zijn erf zwierf. Stark ontkende dat de kat van hem was.

Hoewel Wildlife in Need in de loop der jaren voor overtredingen werd berispt, werd Starks vergunning telkens automatisch vernieuwd door het ministerie van Landbouw. Maar in februari 2020 trok het ministerie de vergunning eindelijk in. Een rechter veroordeelde Stark zelf tot een boete van 40.000 dollar en zijn bedrijf Wildlife in Need tot het betalen van 300.000 dollar.

Hoewel het ministerie in dit geval in actie was gekomen, ligt het al jaren onder vuur wegens de lakse handhaving van de AWA, waarin minimumeisen worden gesteld aan het houden van dieren. Volgens Cathy Liss, voorzitter van de in Washington DC gevestigde ngo Animal Welfare Institute, werd de handhaving onder de regering-Trump nog lakser: er deed zich een afname voor van 93 procent in het aantal uitgedeelde boetes en tijdelijke intrekkingen van vergunningen, van 239 in 2016 tot 17 in 2019.

Het valt nog te bezien hoe proactief het ministerie van Landbouw onder de nieuwe regering-Biden de AWA zal handhaven. In een e-mail schreef een woordvoerder van minister van Landbouw Tom Vilsack, die deze post ook al in de regering-Obama bekleedde, dat het “ministerie zijn handhavingsautoriteit ten volle zal benutten voor het afdwingen van een waardige behandeling en van de dierenzorg zoals die door de AWA wordt voorgeschreven.”

Dierenmishandeling

Volgens Carney Anne Nasser, juridisch expert op het gebied van dierenwelzijnswetgeving, was het waarschijnlijk de spraakmakende zaak die in 2017 door PETA tegen Stark werd aangespannen die het ministerie van Landbouw tot actie aanzette. Volgens PETA overtrad Stark door zijn behandeling van zijn welpen de Endangered Species Act, die mensen verbiedt om diersoorten die door de federale overheid worden beschermd, waaronder ook tijgers, schade te berokkenen of te intimideren.

Met een beroep op de Endangered Species Act wist PETA meerdere rechtszaken tegen ongereguleerde dierenattracties te winnen, waarbij rechters expliciet leken te erkennen dat de wet niet alleen van toepassing is op wilde dieren maar ook op dieren in gevangenschap.

De zaak van PETA tegen de dierenattractie Wild Things in Dade City behoorde volgens Peet tot de belangrijker overwinningen op de sector. Het in Florida gevestigde attractiepark bood aanhaalmomenten met welpen aan die op grote schaal in gevangenschap werden gefokt en verhandeld. De welpen werden onder meer in zwembekkens met chloorwater gegooid, waar bezoekers tegen betaling van tweehonderd dollar “met tijgers konden zwemmen.” In maart 2020 won PETA de zaak, aangezien de rechter oordeelde dat eigenaresse Kathy Stearns en haar zoon Randall Stearns een bevel van de rechtbank om hun dieren op het terrein te houden, hadden genegeerd. In juli 2017 hadden ze namelijk negentien grote katachtigen naar de attractie van Joe Exotic vervoerd, in een veewagen zonder airconditioning en drinkwater. Tijdens de ruim 2200 kilometer lange rit baarde een tijgerin drie welpjes, die alle drie stierven. Het werd de familie Stearns verboden om ooit nog tijgers te bezitten, terwijl Kathy Stearns in Florida zich nog voor andere aanklachten moet verantwoorden, waaronder het illegaal besteden van nonprofitgelden voor privéaankopen.

De zaak van PETA tegen Wild Things schiep een belangrijk precedent. “Het was voor het eerst dat een federale rechter oordeelde dat het scheiden van pasgeboren welpen van hun moeder, het exploiteren van deze welpen voor ontmoetingen met het publiek en het vasthouden van de dieren in slechte omstandigheden, een schending van de Endangered Species Act inhield,” zegt Peet.

Enkele maanden later, in de zaak van PETA tegen Stark, was een andere rechter dezelfde mening toegedaan, waardoor het precedent verder werd gevestigd en werd uitgebreid naar leeuwen en kruisingen van leeuwen en tijgers. In zijn oordeel schreef deze rechter dat deze praktijken “ernstige schade, in sommige gevallen dodelijke” schade aan de dieren toebrachten. Ook oordeelde hij dat het ontklauwen van grote katachtigen, waarbij een deel van hun klauwen worden geamputeerd, een schending inhoudt van de Endangered Species Act.

Pseudo-opvangcentra

Eigenaars van dierenattracties waar het publiek welpen kan aanhalen, worden ook wegens bedenkelijke financiële praktijken onderzocht.

Toen beambten van de staat Indiana de boeken van Wildlife in Need analyseerden, stuitten ze op “overboekingen ter waarde van honderdduizenden dollars van rekeningen van Wildlife in Need naar bekende en/of verdachte dierenhandelaren,” zo blijkt uit de toelichting die de staat bij een rechtbank indiende.

Op 7 april 2021 oordeelde de rechter in die zaak dat Stark donaties aan Wildlife in Need (een nonprofitbedrijf dat in 1999 was opgericht om “inheemse wilde soorten te redden, rehabiliteren en weer in het wild uit te zetten”) had gebruikt om dieren te kopen en persoonlijke uitgaven te bekostigen, zoals maaltijden, benzine en rekeningen van nutsbedrijven.

Volgens Curtis Hill, destijds openbaar aanklager van de staat Indiana, “werden de donateurs bedrogen.” Volgens hem is het “voor mensen belangrijk om te beseffen dat deze attracties soms schijnconstructies zijn waarachter lucratieve bedrijven schuilgaan die dieren mishandelen.”

Stark moest de donaties terugbetalen en het werd hem verboden om ooit nog dieren te bezitten.

Veel ongereguleerde dierenparkjes staan geregistreerd als ‘opvangcentra’ zonder winstoogmerk, een status die deze bedrijfjes belastingvoordelen oplevert en het recht geeft om fondsen te werven. Maar volgens Lisa Wathne, directrice voor de bescherming van wilde dieren in gevangenschap van de Humane Society of the United States in Washington DC, voldoen maar weinig van deze attracties aan de criteria voor opvangcentra.

Volgens haar zal een echt opvangcentrum zich nooit schuldig maken aan het fokken van de dieren, laat staan aan het doorverkopen of verhandelen ervan. Echte centra verzorgen hun dieren de rest van hun leven met het juiste voer, in daartoe geschikte dierenverblijven en met goede veterinaire zorg. In de VS zijn de meeste ervan aangesloten bij de Global Federation of Sanctuaries. Alle andere dierenattracties en -parken zijn “pseudo-opvangcentra,” zegt zij.

Doc Antle bevindt zich daar precies tussenin. Bezoekers aan zijn commerciële bedrijf Myrtle Beach Safari boeken rondleidingen met onder andere tijger- en wolvenwelpen, die “ambassadeurdieren” worden genoemd. En met zijn stichting Rare Species Fund zamelt hij donaties in, onder meer ten behoeve van de “publieksvoorlichting over milieukwesties met behulp van ambassadeurdieren.” In een periode van vijf jaar, van 2014 tot en met 2018, besteedde zijn nonprofitbedrijf volgens de Amerikaanse belastingdienst ruim één miljoen dollar aan donaties – gemiddeld 210.000 dollar per jaar – aan diervoeder, veterinaire zorg en dierverblijven. Die uitgaven vormden meer dan twee derde van alle bestedingen. Het resterende deel, gemiddeld zo’n 100.000 dollar per jaar, werd gedoneerd aan andere organisaties.

Antle reageerde niet op verzoeken om commentaar over de financiering van zijn nonprofitbedrijf.

Volgens Nasser zal vervolging wegens financiële fraude “de nagel aan de doodskist van ongereguleerde dierenattracties zijn. Omdat de kosten van het voeden van een tijger kunnen oplopen tot zevenduizend dollar per jaar, zouden veel van deze bedrijven zonder fraude met donaties niet kunnen overleven.”

Intussen hebben de katachtigen in gevangenschap geen enkele waarde voor het behoud van de soort, want ze zullen nooit meer in het wild worden uitgezet of gebruikt worden om wilde populaties van nieuwe genen te voorzien. “Als wilde tijgers zó zeldzaam zouden worden dat we ze in gevangenschap zouden moeten fokken, dan zouden we daarvoor dieren uit fokprogramma’s van geaccrediteerde opvangcentra gebruiken, zeker niet de gekruiste en ongezonde katten uit een dierenattractie waar inteelt heerst,” zegt John Goodrich, directeur van het tijgerprogramma van Panthera, een milieugroep in New York.

In beslag genomen dieren

Toen Stark in augustus 2020 de rechtszaak tegen PETA verloor, kreeg hij het gerechtelijk bevel om zijn resterende 22 tijgers, leeuwen, kruisingen tussen tijgers en leeuwen en ook de vier leeuwenwelpen die hij in 2019 illegaal naar Jeff Lowe had gestuurd, over te dragen. In dezelfde maand oordeelde de rechter in de fraudezaak tegen Stark dat de rest van Starks dieren in tijdelijke bewaring moesten worden gesteld.

Op 11 september begonnen medewerkers van de dierentuin van Indianapolis onder bescherming van vijftig man lokale en federale politie met het verwijderen van de 161 dieren. Toen ze 23 exemplaren niet konden vinden, werd Stark aangeklaagd wegens het verbergen van de dieren en vaardigde de rechter meteen een arrestatiebevel tegen hem uit. Dat was het moment waarop Stark op de vlucht sloeg.

Enkele dagen later verwijderde PETA de grote katachtigen. Sommige waren zó mager dat al hun ribben waren te zien, zegt Peet. Eén leeuw was apathisch, een andere liep mank. De katten werden overgebracht naar twee geaccrediteerde opvangcentra, de Turpentine Creek Wildlife Refuge in Arkansas en het Wild Animal Sanctuary in Colorado.

Toen Pat Craig, oprichter van het Wild Animal Sanctuary, naar Oklahoma reed om de leeuwen op te halen die Stark naar Lowe had gestuurd, trof hij er nog maar drie aan. Eén leeuw was enkele weken eerder overleden, zo vernam PETA. De andere twee “verkeerden in een vreselijke staat” en waren te klein en te licht voor hun leeftijd, aldus Craig. Het vrouwtje Nala kon maar een paar stappen nemen voordat ze omviel. Uit röntgenopnamen bleek dat ze meerdere onbehandelde pootbreuken had, het gevolg van een metabolische botziekte die door het slechte voer was veroorzaakt. Met het juiste voer en goede veterinaire zorg is Nala volgens Craig van de pootbreuken hersteld en zal ze de mishandeling overleven.

De VS vs. de familie Lowe

Voor dierenattracties die bezoekers in de gelegenheid stellen welpen aan te halen is het juridische landschap nu aan het veranderen, rechtszaak na rechtszaak. Maar de federale aanklachten die in november tegen Jeff Lowe, zijn vrouw Lauren en hun bedrijf werden aangespannen, zijn het belangrijkst.

Normaliter spant het ministerie van Justitie geen rechtszaken op het gebied van dierenwelzijn aan. In dit geval werd de zaak geopend omdat Lowe de wet publiekelijk aan zijn laars lapte, zegt Jonathan Brightbill, de officier van justitie die de aanklacht leidt en de handelwijze van Lowe typeert als “een zeer agressieve vorm van rechtsmisbruik.”

Nadat het ministerie van Landbouw in augustus Lowe’s vergunning voor het vertonen van wilde dieren tijdelijk introk, gaf Lowe de vergunning volgens Justitie uit eigener beweging op om verder toezicht te voorkomen. Kort daarna begonnen de Lowes hun nieuwe ‘Tiger King Park’ te gebruiken als private filmset. Maar voor het vertonen van dieren op televisie en sociale media is eveneens een vergunning van het ministerie van Landbouw nodig, zegt Delcianna Winders, juriste op het gebied van dierenwelzijn en hoofd van de Animal Law Litigation Clinic van de Lewis & Clark Law School in Portland, Oregon. (Nieuw attractiepark van de Lowes roept vragen op over de toekomst van de ‘digitale’ exploitatie van dieren.)

De aanklacht van Justitie “omvat 110 bladzijden aan bewijzen, met beschrijvingen van enkele van de meest extreme vormen van misbruik en verwaarlozing van grote katachtigen en primaten die ik in documenten hebben gezien,” zegt Nasser. “De zaak tegen de Lowes vormt de meest proactieve civiele rechtsactie tegen de exploitatie van dieren in de geschiedenis van de Animal Welfare Act.”

Als ze de zaak verliezen, zullen de Lowes, die tot de belangrijkste tijgerfokkers van het land behoren, niet langer bedreigde diersoorten kunnen bezitten of aan het publiek tonen.

Selfies met tijgerwelpen

Als ze de zaak verliezen, zullen de Lowes, die tot de belangrijkste tijgerfokkers van het land behoren, niet langer bedreigde diersoorten kunnen bezitten of aan het publiek tonen.

Ook het Amerikaanse Congres komt in actie. In januari van dit jaar werd de eerste federale wet waarin het eigendom van grote katachtigen wordt gereguleerd, opnieuw aan de parlementariërs voorgelegd. Met de ‘Big Cat Public Safety Act’ zou het privébezit van grote katachtigen als huisdieren en het aanbieden van aanhaalmomenten met welpen worden verboden. En met een andere wet, de ‘Animal Welfare Enforcement Improvement Act’, moeten het vergunningenstelsel en de handhaving van dierenwelzijnswetten worden versterkt. Deze laatste wet, die burgers ook in staat zou stellen om aanbieders van dierenattracties aan te klagen als zij de Animal Welfare Act overtreden, is nog niet ter behandeling aan het nieuwe Congres voorgelegd.

Volgens Winder is de situatie drastisch veranderd vergeleken met tien jaar geleden, toen iemand op een vlooienmarkt, fancy fair of in een winkelcentrum een welpje als huisdier kon kopen of met een paar jonge tijgertjes op de foto kon. En er zijn meer verbeteringen op komst.

De rechtszaken tegen eigenaren van dierenattracties “zijn een teken aan de wand” voor de hele sector, zegt zij. “Deze zaken hebben duidelijk gemaakt dat de wreedheid die inherent is aan dit soort attracties, illegaal is."

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com