Toen de Amerikaanse Rachel Díaz uit Culver City er op ‘magische wijze’ voor zorgde dat een frisdrankblikje weer vol raakte, was de eerste reactie van haar 9-jarige zoon: ‘Cool!’ En daarna vroeg hij: ‘Hoe deed je dat?’

Het mooie van op wetenschap gebaseerde trucs is dat ze niet alleen leuk zijn, maar ook nieuwsgierigheid opwekken naar de wetenschappelijke principes waar de trucs op gebaseerd zijn. ‘Het is cruciaal om te laten zien hoe leuk wetenschap is om het belangrijkste aspect van leren op te wekken: verlangen,’ zegt Steve Hinkley, voorzitter en CEO van het Adventure Science Center in de Amerikaanse stad Nashville. ‘Als kinderen ergens plezier in hebben, willen ze het vaker doen.’

Uit onderzoek blijkt dat leerlingen het meest over technische vakken en rekenen leren wanneer ze actief meedoen aan een les. Aan de hand van deze ‘magische trucs’ komen kinderen meer over wetenschappelijke onderwerpen te weten als ze ontdekken hoe de trucjes werken. En abracadabra … je hebt hun angst voor wetenschap laten verdwijnen!

Vul een leeg blikje opnieuw – zonder vloeistof.

Een deels ingevouwen frisdrank blikje met een gat in de bovenkant
Een deels ingevouwen frisdrank blikje met een gat in de bovenkant.
Shannon Hibberd / Nat Geo Staff

Je hebt nodig:
• een dicht blikje frisdrank
• een veiligheidsspeld of naald
• een glas

Wat je doet: Laat kinderen bij de gootsteen staan en laat ze in de bovenste helft van het blikje een gat prikken met de speld. Giet ongeveer de helft van de frisdank in het glas. Knijp de zijkanten van het blikje samen, tot het er leeg uitziet.

Zeg tegen de kinderen dat ze hun vinger op het gaatje moeten houden, en dan moeten schudden. Het lijkt alsof het blikje zich ‘op magische wijze’ weer opnieuw vult! (Blijf in de buurt van de gootsteen – de kans op morsen is aanwezig.) Laat ze, als ze het voor publiek doen, het blikje openmaken en een slok nemen.

Coole wetenschap: Het blikje vult zichzelf natuurlijk niet opnieuw met frisdrank, door carbonatatie vult het blikje zich met gas. Carbonatatie is het proces van het oplossen van kooldioxide in een vloeistof. Om dat voor elkaar te krijgen in bijvoorbeeld frisdrank, wordt het kooldioxide onder druk opgelost en wordt het blikje hermetisch afgesloten om die druk te behouden. Wanneer je het blikje opent, komt die druk vrij en ontsnapt het gas. Maar als je een dicht blikje schudt, komt het opgeloste kooldioxide uit de vloeistof vrij en wordt het weer gas.

Omdat het gas in een afgesloten blikje nergens heen kan, bouwt de hoeveelheid kooldioxide zich op. Daarom spuit de frisdrank uit het blikje als ermee geschud is voordat je het openmaakt. En dat is ook de reden dat – wanneer de vloeistof eruit is gegoten en je een vinger op het gaatje houdt wanneer je het gedeukte blikje schudt – het gas de ingedeukte zijkanten naar buiten duwt, waardoor het lijkt of het blikje weer volloopt.

Stop een ei in een fles – zonder het ei aan te raken.

Een gekookt ei en een fles
Een gekookt ei en een fles.
Matthew Rakola

Een gekookt ei wordt de fles ingezogen
Een gekookt ei wordt de fles ingezogen.
Matthew Rakola

Je hebt nodig:
• een hardgekookt ei (gepeld)
• een glazen fles met een opening die iets kleiner is dan het ei
• lange lucifers of een lange aansteker
• een kaars of een strookje dik papier, zoals krantenpapier of karton

Wat je doet: Laat kinderen de kaars of het strookje papier in de fles stoppen, steek die daarna voor ze aan. Vervolgens zetten de kinderen het ei in de opening van de fles. Wanneer het vlammetje dooft, zakt het ei als het goed is langzaam in de fles.

Coole wetenschap: De kinderen duwen het ei niet in de fles; deze wordt naar binnen gezogen door de luchtdichtheid. Lucht bestaat uit kleine deeltjes, ook wel moleculen genoemd. Wanneer de moleculen verder van elkaar verwijderd zijn, zet de lucht uit en neemt de luchtdichtheid (de hoeveelheid deeltjes in een bepaalde ruimte) af. Wanneer de moleculen dichter bij elkaar zijn, dikt de lucht in en neemt de lichtdichtheid toe.

Wanneer je het papier aansteekt, worden de luchtmoleculen in de fles warmer en gaan ze harder bewegen, waardoor de lucht uitzet en de luchtdichtheid afneemt. Als de vlam dooft, koelt de lucht plotseling af. De moleculen vertragen en komen dichter bij elkaar, waardoor de luchtdichtheid toeneemt en de lucht minder ruimte inneemt. Normaal gesproken zou er lucht van buiten de fles naar binnen stromen om deze ruimte op te vullen, maar in dit geval zit het ei in de weg! De luchtdruk buiten de fles drukt het ei nu in de fles.

(Als je nog meer magie wilt zien: laat kinderen de fles op zijn kop houden en in de fles blazen, met hun mond helemaal over de opening. Als het goed is, vliegt het ei eruit.)

Duw een rietje door een aardappel – zonder superkracht.

Rietje in een aardappel
Rietje in een aardappel.
Shannon Hibberd / Nat Geo Staff

Je hebt nodig:
• een rietje (het werkt niet met papieren rietjes, maar wel met plantaardige ‘plastic’ rietjes.)
• een rauwe aardappel (die kun je later nog gewoon koken!)

Wat je doet: Laat kinderen het rietje in hun ene hand houden en de aardappel in de andere. Vraag of ze willen proberen om het rietje door de aardappel te steken. (Het lukt ze misschien om een gat in de schil te maken, maar meer niet.) Laat ze nu hun duim over het uiteinde van het rietje houden en met de andere kant in de aardappel prikken. Nu zou het rietje er met gemak in moeten gaan.

(Rietjes van biologisch afbreekbaar plastic vergaan. Als je, in het belang van de wetenschap, een rietje van gewoon plastic gebruikt, herbruik dit dan later in een knutselproject of zorg dat het gerecycled wordt.)

Coole wetenschap: De eerste keer dat de kinderen in de aardappel prikken, gaat de lucht er aan de ene kant van het rietje in, en aan de andere kant weer uit. Maar wanneer ze het uiteinde bedekken met hun duim, raakt de lucht ingesloten en kan nergens meer heen. Wanneer ze nu met het rietje in de aardappel prikken, comprimeren ze de lucht (oftewel persen ze de lucht samen) in het rietje. Daardoor begint de lucht naar buiten te duwen... en wordt de buitenkant van het rietje steeds harder en steviger. Hoe verder het rietje in de aardappel komt, hoe meer de lucht wordt samengeperst.

Prik met een potlood door een zak vol water – zonder te morsen.

Potloden door een zakje heen
Potloden door een zakje heen.
Shannon Hibberd / Nat Geo Staff

Je hebt nodig:
• een hersluitbaar plastic zakje (misschien een die je net hebt gebruikt.)
• water
• een potlood met een hele scherpe punt

Wat je doet: Laat kinderen water in het plastic zakje doen en dit weer dichtmaken. Steek met een vloeiende beweging het potlood in het zakje. (Probeer het eerst aan één kant, maar als je snel genoeg prikt, zou het potlood er zelfs helemaal door moeten kunnen gaan, zonder te morsen.) Bekijk hoeveel potloden kinderen in het zakje kunnen steken voordat het begint te lekken.

Coole wetenschap: Polymeren zijn lange moleculen van steeds weer dezelfde ketens van kleine, simpele bestanddelen. De polymeren in plastic zakjes zijn kunstmatig, en zo door mensen ontwikkeld dat ze zwak zijn, maar ook flexibel. Omdat ze zwak zijn, vallen de polymeren uiteen wanneer je met een potlood in het zakje prikt. Maar omdat ze ook flexibel zijn, vormen ze razendsnel nieuwe ketens, en vormen ze een afdichting rond het potlood. Daardoor kan het water er niet uit.

Laat een leeg blikje rollen – zonder het aan te raken.

Statisch haar door een ballon
Statisch haar door een ballon.
JGI / Jamie Grill / Getty Images

Je hebt nodig:
• een leeg blikje frisdrank
• een opgeblazen ballon
• iemand met haar

Wat je doet: Laat de kinderen een leeg blikje op zijn kant leggen op een glad oppervlak. Laat ze vervolgens met de ballon over het haar van iemand wrijven. Wanneer ze de ballon dan in de buurt van het blikje houden, rolt het blikje richting de ballon.

Coole wetenschap: De meeste dingen hebben een elektrische lading, zowel positief als negatief. Wanneer je met een ballon over je haar wrijft, breng je kleine, negatief geladen deeltjes (elektronen genaamd) over van je hoofd naar de ballon. Het metalen blikje bestaat uit deeltjes met een positieve lading en deeltjes met een negatieve lading. Omdat negatieve en positieve ladingen elkaar aantrekken, worden de positief geladen deeltjes van het blikje (protonen genaamd) aangetrokken door de ballon, die negatief geladen is. Daarom rolt het blikje naar de ballon.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op Nationalgeographic.com