Bezoekers van Buenos Aires worden steevast verliefd op de stad en willen er voor altijd blijven, terwijl de inwoners zelf liever in Italië, Spanje of elders zouden wonen. Dat valt althans op te maken uit de tekst van het lied ‘Puerto Madero’, over een van de mooiste wijken van de stad, geschreven in het Spanglish door de half-Argentijnse, half-Amerikaanse musicus Kevin Johansen.

Porteños, zoals de inwoners van Buenos Aires zichzelf noemen, zijn notoir tegenstrijdige types. Ze zijn enorm chauvinistisch, maar ze begrijpen niet waarom buitenlanders hun uitgestrekte stad zo betoverend vinden. Ze weten dat hun land beroemd is om zijn voetballers, steaks en tango’s, maar ze reageren verbaasd wanneer nieuwkomers verrukt zijn als ze hun eerste gaucho met poncho zien of hun eerste cortado uit een versleten glaasje drinken – zaken die de porteños zo doodnormaal vinden.

Het is verbluffend eenvoudig om in het dagelijks leven van Buenos Aires op te gaan, want in deze stad draait het niet om bezienswaardigheden. ‘Doe’ de bekende plekken – het Casa Rosada (de ambtswoning van de Argentijnse president) met zijn roze muren, naar verluidt beschilderd met runderbloed, en de beroemde begraafplaats Recoleta, met prachtig versierde tomben – maar verken daarna de buurten en laat je verrassen door de stad zelf.

Een broche met een portret van Eva bvrouw van de vroegere leider Juan Pern Zij ligt begraven op de beroemde begraafplaats Recoleta
Een broche met een portret van Eva, bvrouw van de vroegere leider Juan Perón. Zij ligt begraven op de beroemde begraafplaats Recoleta.
Kevin J. Myazaki, Redux

Sta laat op (de meeste winkels gaan toch pas om tien uur ’s ochtends open, musea zelden vóór het middaguur) en sla het hotelontbijt altijd over voor koffie met medialunas (Argentijnse croissants) op een caféterras. Slenter dan door zulke verschillende wijken als het stijlvolle Recoleta, met zijn statige avenues en sierlijke woonblokken uit het begin van de vorige eeuw, het hippe Palermo Viejo, rond een buurt met laagbouw en keienstraatjes, of het artistieke San Telmo, een van de geboorteplekken van de tango en de oudste woonwijk van de stad.

Kunstwerken sieren de wanden van het MALBA het Museum voor LatijnsAmerikaanse Kunst
Kunstwerken sieren de wanden van het MALBA, het Museum voor Latijns-Amerikaanse Kunst.
Martin Zabala, Corbis

Eetrevolutie

De eetcultuur in Buenos Aires is verdeeld in twee kampen: in het ene vind je cafés uit vervlogen tijden en volkse parrillas (steakhouses), die doorgaans hetzelfde menu serveren: diverse steaks, gebakken aardappelen, pasta (vaak wat te slap), gevulde empanadas en eenvoudige salades. Voor de klassieke parrilla-ervaring ga je naar Don Julio in de wijk Palermo, waar wijnflessen de kasten, muren en togen opsmukken. Of naar de keurige Cantina Don Carlos in La Boca, naast het Bombonera-stadion (neem ’s nachts een taxi). Breng een flinke trek mee, want de porties zijn enorm. Vegetariërs zouden in elk geval de sfeer van de echte parrilla moeten proeven, maar er is ook nog Buenos Aires Verde, met biologische, stevige en vleesvrije specialiteiten.

Het tweede, ‘modernistische’ kamp bestaat uit vernieuwende restaurants, met chefs die hun sporen in Europa hebben verdiend. Zo keek Dante Liporace, van het beroemde Tarquino, de kunst af in het avantgardistische El Bulli in Catalonië en creëert nu gerechten als een ‘gedeconstrueerde’ provolone-pizza. Hernán Gipponi, het restaurant van de gelijknamige chef, nodigt zijn avontuurlijke gasten uit voor een ‘één tafel’-proefmenu, met onder meer gestoofd ei en maïscrème. Liefhebbers van Japans-Peruaanse fusiegerechten (en van vis!) mogen Osaka niet overslaan.

In de gewone restaurants kun je niet reserveren, maar voor sjieke eetgelegenheden is dat na negen uur ’s avonds wel aan te raden.

Middernacht

Buenos Aires is een feest. De nachten kunnen hier lang en onrustig zijn, maar de Porteños weten te doseren, en dus blijven veel tenten tot na het ochtendgloren open. De avond is niet alleen voor feestbeesten: rond middernacht zie je oudere mensen een toetje uitkiezen en jonge kinderen nog rondsprinten. Clubs houden er pas tegen zonsopgang mee op.

Sommigen zullen een dutje moeten doen om het ritme vol te houden: cafés komen vaak pas rond twaalven op gang, nachtclubs pas na tweeën. Een goede start is een voorstelling van de drumgroep La Bomba de Tiempo, op maandagen in de spelonkachtige Cuidad Cultural Konex, een ‘alternatief ’ theater. De tango om zijn hartverscheurende vertolkingen. Dansers kunnen terecht in La Catedral voor wat informele tangolessen.

In La Catedral nemen paren om beurten bezit van de dansvloer
In La Catedral nemen paren om beurten bezit van de dansvloer.
Hemis, Alamy

Eenmaal opgewarmd, kun je per taxi naar Palermogaan, het centrum van het nachtleven. Begin met een julepe de Cynar in de veelzijdig stijlvolle loungebar Rey de Copas, waarna je je door de nacht kunt laten meevoeren. Tien jaar geleden zaten hier een paar grote clubs, nu opent er elke week wel een nieuwe cocktailbar. Sommige zijn bewust verstopt: zo bereik je de Florería Atlantico via een bloemist annex platenzaak.

Naar de markt

Mode en kunst hebben zich altijd thuis gevoeld in de hoofdstad. Plaatselijke designers kregen wereldwijde aandacht door de lancering van de BAFWeek (Buenos Aires Fashion Week) in 2001. De meeste boetieks vind je in de wijk In la Catedral nemen paren om beurten bezit van de dansvloer, die wordt opgedeeld in Soho en Hollywood: twee doolhoven van winkeltjes, kroegen, cafés, clubs en heladerías (ijssalons).

In het centrum lonkt de flitsende en dure Calle Florida, een avenue (alleen voetgangers) met exclusieve winkels, maar interessanter zijn de markten of ferias, waar verkopers curiosa en aparte souvenirs aanprijzen. De bekendste is de Feria de San Telmo, op zondagen, waar ruim 250 stands antiek en andere waren verkopen. ’s Weekends zijn er markten op de Plaza Francia in Recoleta en de Plaza Serrano in Palermo; op beide vind je kunst, foto’s (veel van de kleurig beschilderde huizen in La Boca), handgemaakte leren tassen en uithangbordjes met fileteado, de sierlijke, traditionele typografie van de tango.

Even ten westen van Palermo ligt de meubelschatkamer Mercado de las Pulgas, voor liefhebbers van traditionele chique. In de Calle Murillo in de wijk Villa Crespo draait het om leer. Tangoschoenen? Die vind je in Comme Il Faut in de Calle Arenales, of al slenterend door de straten van Abasto, ten zuiden van het centrum, waar ook het Museo Casa Carlos Gardel staat, gewijd aan de tangolegende die in 1935 bij een vliegtuigongeluk omkwam. Humawaca is dé plek voor tassen, portemonnees, handschoenen en meer. Voor cadeaus moet je in Calma Chica zijn, waar je alles kunt vinden, van tapijten van koeienhuid tot submarinoglazen, voor de Argentijnse versie van warme chocolade: een dik stuk chocola ondergedompeld in een glas hete melk.

Lees ook 48 uur in Buenos Aires!