Op doorreis naar Salta, waar mijn reis door het noordwesten van Argentinië zou beginnen, verbleef ik enkele jaren terug een paar dagen in Buenos Aires. De hoofdstad, met bijna drie miljoen inwoners het cultureel en economisch centrum van het land, maakte onmiddellijk indruk. Brede lanen, opgeruimde stadsparken, restaurants met terrasjes waar inwoners genieten van hun krantje, koffie en medialunas (Argentijnse croissantjes): ik voelde me meteen thuis. De stad deed me sterk denken aan Madrid, wat gelet op de Spaanse vestiging vanaf 1580 niet zo vreemd is – diezelfde allure, warmte en weidsheid. Formeel en toch gezellig.

Op voorhand las ik dat een bezoek aan de stad niet compleet is zonder een wandeling over het aristocratische kerkhof Recoleta, in de gelijknamige barrio. Hier liggen de invloedrijkste figuren uit de geschiedenis van Argentinië begraven – en de grootste attractie is dan de tombe van Eva Perón, de charismatische echtgenote van president Juan Perón en bij haar dood, in 1952, waarschijnlijk de machtigste vrouw van Zuid-Amerika. Het graf was bijzonder, toegegeven, maar de schoonheid van het verleden heeft in Buenos Aires allang plaatsgemaakt voor de kracht van het heden. Liever bezocht ik daarom bars en boetieks in de hippe wijk Palermo Soho, wandelde ik door het omvangrijke Parque Centenario in Caballito of struinde ik langs de Río de la Plata, in Puerto Madero, waar ik op een zonnig terrasje met uitzicht over het water een gastronomische sensatie ervoer: malse Argentijnse biefstuk met een glas Malbec van wijnhuis Don David. Op dat moment kon ik mij geen mooiere plek voorstellen.

Paul is managing editor van Traveler en heeft een voorkeur voor bestemmingen in Noord- en Zuid-Amerika.

Lees ook Mijn Bangkok, Mijn Kaapstad, Mijn Berlijn, Mijn Tokio, en Mijn Rome.

This is an image
Phil Clarke Hill, 4Corners, HH