Socrates wordt gezien als een van de beroemdste denkers uit de geschiedenis. Toch heeft deze Griekse filosoof nooit ook maar een woord op papier gezet. Wat weten we van Socrates? Of misschien wel een belangrijkere vraag: wat weten we níet?
Veel van wat we over Socrates (469-399 v.C.) weten, is afkomstig uit de dialogen die zijn leerling Plato schreef. In die dialogen laat Plato verschillende personages met elkaar filosoferen over uiteenlopende onderwerpen, en niet zelden voert hij Socrates op als spreker. In zijn dialogen omschrijft Plato zijn leermeester onder meer als klein, dik en onverschillig over zijn sociale status. De grondlegger van de westerse filosofie zou zelfs geregeld een vieze toga dragen... Maar los van zijn eigenaardigheden leren de dialogen van Plato ons bovenal dat Socrates er baanbrekende filosofische ideeën op nahield.
Wat waren de ideeën van Socrates?
Eigenlijk heeft Socrates geen concrete filosofische leer nagelaten. Het is vooral zijn manier van denken en vragen stellen die hem beroemd hebben gemaakt. Socrates was geen bureaufilosoof. Een studeerkamer had hij niet. In plaats daarvan filosofeerde Socrates op straat, en bevroeg hij het leven van alledag.
Wat is liefde? Wat is rechtvaardigheid? Maar ook: hoe weet je dat wat jij gelooft de waarheid is? Op de markt van Athene klampte Socrates mensen aan voor een gesprek. Dat gesprek begon vaak met een overtuiging en eindigde in een patstelling: Socrates stelde zó veel vragen dat zijn gesprekspartner uiteindelijk niet anders kon dan toegeven dat hij het eigenlijk niet wist. Deze socratische methode wordt nog altijd gebruikt als een oefening in kritisch denken. Een beroemde uitspraak van Socrates is dan ook: ‘Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet.’
Overigens was niet iedereen gecharmeerd van Socrates dwingende manier van converseren. Het leverde hem de bijnaam ‘de horzel van Athene’ op.
Hoe stel je socratische vragen?
Wil je zelf aan de slag met Socrates’ filosofische manier van vragen stellen? In een socratisch gesprek stel je je oordeel uit om te onderzoeken wat je denkt en waarom. De vragen die je daarbij stelt zijn niet oplossingsgericht, maar fundamenteel van aard.
Een socratische vraag is bijvoorbeeld niet: ‘Moet ik Socrates vertellen dat hij zijn toga moet wassen?’, maar wel: ‘Wanneer mag je een filosoof gebieden zijn kledij schoon te houden?’
Een socratische vervolgvraag is dan niet: ‘Waarom heb ik zo’n moeite met Socrates’ slonzige voorkomen?’, maar wel: ‘In hoeverre moet je het voorkomen van een filosoof accepteren zoals het is?’
Socratische vragen zijn dus voor iedereen te beantwoorden, eenvoudig geformuleerd en concreet. Een socratisch gesprek voer je niet om tot een oplossing te komen, maar wel om gezamenlijk te onderzoeken hoe iets in elkaar steekt. Zo leer je kritisch naar jezelf en de wereld om je heen te kijken. Of Socrates zijn toga nou wel of niet moet wassen, is dan uiteindelijk niet van belang. Als hij nog geleefd had, zou hij dat ongetwijfeld beaamd hebben.
Meer weten over Griekse filosofen? Lees ook onze verhalen over Aristoteles, Diogenes en Epicurus.