Het duurde 27 jaar voordat ik besefte dat ik transgender ben. Het duurde ongeveer twee maanden voordat ik besloot fysiek te veranderen. Het duurde nog korter voordat ik me realiseerde dat ik mijn transformatie vast moest leggen – voor mezelf en voor wie er ook maar behoefte aan heeft dit te zien.
Laat ik beginnen bij het begin.
Tijdens mijn jeugd in Baltimore in de jaren negentig en het begin van de jaren 2000 was ik me er niet van bewust dat mensen iets anders zouden kunnen zijn dan de gender die ze bij hun geboorte meekregen. Er waren op dat moment geen bronnen of rolmodellen waardoor ik ook maar een idee kon krijgen van wie ik was.
Maar er waren wel kleine hints dat ik queer was, een gevoel dat ik anders was, iets onbenoembaars. Ik heb nooit iets gezegd over deze gevoelens en kreeg ook niet de kans om die te onderzoeken tot ik begin twintig was. Op mijn eenentwintigste zag ik op YouTube toevallig video’s van transvrouwen die hun transitie bespraken. Ik keek er bij tijd en wijle naar, om hun updates te zien. Die fascineerden me. Ik vertelde mezelf dat het gewoon om research ging voor een verhaal dat ik wilde doen over transidentiteit. Ik was er nog niet klaar voor om de waarheid over mezelf onder ogen te zien.
In 2011 verhuisde ik naar New York. Door mijn werk in de fotografie hoefde ik mezelf geen vragen te stellen. In 2015 zei mijn therapeute tijdens een gesprek iets over een persoon – een beroemdheid – die bekend had gemaakt trans te zijn. Ik kan me de context van dat gesprek niet meer herinneren. Volgens mij lette ik niet eens heel erg op wat ze zei. Maar ik weet nog wel dat ik dacht: O, dat is interessant.
Die tussen neus en lippen gemaakte opmerking was het vonkje waardoor ik niet meer kon negeren wat er al zo lang in mijn onderbewustzijn brandde. Eenmaal alleen thuis ging ik nadenken over mijn identiteit. Ik vroeg mezelf steeds opnieuw af: ben ik trans? Ben ik een vrouw? ‘Nee, vast niet’, zei ik tegen mezelf. Toen dacht ik: ‘Of misschien toch?’ Ik bleef maar twijfelen, maar naarmate de dagen en de weken verstreken werd het antwoord duidelijk: ‘Yep, dat ben je.’
Uiteindelijk besefte ik dat ik moest accepteren wie ik was.
Ik snapte waar die verwarring vandaan kwam die ik had gevoeld; alle puzzelstukjes pasten voor het eerst in elkaar. Alles viel op zijn plek. Blij en vol zelfvertrouwen begon ik stappen te zetten om de verloren tijd in te halen.
Ik vertelde het eerst aan mijn therapeute, om te kijken hoe dat was, en daarna aan mijn moeder, die gelukkig mijn rots in de branding was tijdens mijn transitie. Ik heb het geluk dat alle belangrijke mensen in mijn leven, zoals mijn ouders, broer en vrienden, me volledig accepteren.
Welbeschouwd heb ik mijn bestaan te danken aan mijn transvoorouders, vooral de queer inheemse, zwarte, Aziatische, Latino en niet-witte mensen. Zij gingen de straat op en deden het zware werk, zij maakten de weg vrij voor ons zodat wij kunnen ontdekken wie we zijn en als onszelf kunnen leven. Pioniers als Marsha P. Johnson, Sylvia Rivera en talloze anderen maakten zich al sterk voor onze gemeenschap in een tijd dat we nauwelijks zichtbaar waren of erkend werden.
Binnen enkele maanden na mijn coming-out begon ik hormonen te slikken – en zelfportretten te maken. Door de camera op mezelf te richten kon ik vastleggen waar ik was begonnen en waar ik zou uitkomen. Als fotograaf en iemand die geen positieve beelden van transpersonen had gezien als kind, voelde ik een verantwoordelijkheid om mijn verhaal te vertellen vanuit mijn eigen queer perspectief.
Het is niet mijn bedoeling om te worden beschouwd als representatief voor alle transmensen. Net zoals er niet maar één manier is om mens te zijn, is er ook geen goede of verkeerde manier om een transitie door te maken. We volgen allemaal ons eigen pad.
Mijn pad bleek toevallig die van een medische transitie. In 2016 onderging ik operaties om mijn gezicht vrouwelijker te maken en om een ander gender te worden. Bij de gezichtsoperaties werd mijn schedel gereconstrueerd, er werd bot afgeslepen om de effecten van testosteron teniet te doen. Dat lijkt misschien heel heftig, maar probeer je eens in te denken hoe het is om te ontdekken wie je ten diepste bent, en vervolgens in de spiegel te kijken en iemand anders te zien. De operaties waren pijnlijk, maar op de weg om jezelf te worden is pijn onvermijdelijk, soms zowel psychisch als lichamelijk.
Ik vind het nu moeilijk om foto’s van vroeger van mezelf te bekijken. Ik zou willen dat ik eerder mezelf was geweest. Maar als ik naar foto’s uit het begin van dit project kijk, zie ik een persoon die op weg is om echt zichzelf te worden. En aan het eind van de serie zijn er een aantal opnamen waarvan ik denk: ‘Dit is wie ik ben. Ik heb nergens spijt van.’
Allison Lippy is een in Brooklyn wonende fotografe die in haar werk het snijvlak van identiteit, cultuur en wetenschap onderzoekt als het gaat om transitie. Volg haar op Instagram.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com