Als je ooit een hond een dutje hebt zien doen, heb je je waarschijnlijk ook weleens afgevraagd of dieren kunnen dromen. Dat is een ingewikkelde vraag. We weten nog steeds niet precies waarom mensen dromen, of wat het belang van dromen is. Het is nog veel moeilijker om onderzoek te doen naar dromen bij dieren; honden kunnen ons niet vertellen waarom ze gingen janken of rennen tijdens hun slaapje.
Zouden spinnen ook dromen?
Afhankelijk van welke definitie je gebruikt, zouden dierendromen fascinerende implicaties kunnen hebben. ‘Ik denk dat we via het verschijnsel dromen een aantal extra cognitieve kenmerken aan dieren kunnen toeschrijven, zoals bijvoorbeeld emoties, geheugen en zelfs fantasie,’ stelt David M. Peña-Guzmán, docent wetenschapsfilosofie aan de San Francisco State University en auteur van het boek When Animals Dream: The Hidden World of Animal Consciousness uit 2022.
We wisten al dat primaten emoties kennen. Hoe zit dat bijvoorbeeld met spinnen, die volgens onderzoek uit 2020 mogelijk een soort remslaap hebben en zelfs visuele dromen? Het bestaan van spinnendromen misschien vergezocht klinkt, maar het zou zomaar kunnen.
‘Wij zien dromen als een soort verzonnen verhaal met bizarre, levendige elementen erin,’ zegt neurobioloog Matthew Wilson van het Massachusetts Institute of Technology. ‘Maar bij dieren proberen we simpelweg te achterhalen wat er tijdens de slaap gebeurt op het gebied van leren, geheugen en gedrag.’
Waar katten van dromen
Een van de eerste dieren waar droomonderzoek bij werd gedaan, was de huiskat. Michel Jouvet, een pionier op het gebied van slaaponderzoek, vond in de jaren zestig aanwijzingen dat katten dromen toen hij het gedrag van slapende katten observeerde en dit beïnvloedde.
Tijdens de remslaap zijn de spieren van mensen nauwelijks actief, ondanks de intense mentale activiteit die ons laat dromen. Door deze verslapping reageert het lichaam niet fysiek op onze dromen, hoe echt die ook lijken. Jouvet ontdekte dat een structuur in de hersenstam, de zogenaamde pons, de remslaap bij katten reguleert en een gedeeltelijke verlamming veroorzaakt.
Wanneer hij een deel van de pons verwijderde, leidde dit tot een enorme gedragsverandering. Hoewel hun brein in remslaap was, begonnen te katten te bewegen alsof ze wakker waren: ze gingen op jacht, sprongen, wasten zichzelf en vochten met onzichtbare tegenstanders.
Jouvet noemde deze fase ‘paradoxale slaap’: het lichaam beweegt niet, maar het brein is volop actief. Dit bood inzicht in wat er gebeurt in de hersenen van een slapende kat. ‘Het leek erop dat katten de ervaringen die ze opdoen als ze wakker zijn tijdens hun slaap in kaart brengen,’ aldus Peña-Guzmán.
Ratten halen herinneringen op aan doolhoven
Ook ratten lijken te dromen, bleek al in 2001. Voor het onderzoek lieten onderzoekers de beestjes overdag door een doolhof lopen. Tijdens hun tocht door het doolhof werd in de hippocampus, een deel van de hersenen waar herinneringen worden gemaakt en opgeslagen, een patroon van neurale activiteit gemeten. Toen de dieren ’s avonds in slaap vielen, produceerde hun brein precies hetzelfde patroon. Dit duidt erop dat de rat zich het doolhof herinnert of zelfs opnieuw inprent.
Het was een van de eerste onderzoeken waaruit bleek dat dieren complexe dromen hebben. En dat was nog maar het begin, aldus neurobioloog Wilson, die betrokken was bij dit onderzoek. ‘Uit aanvullend onderzoek is gebleken dat dieren tijdens de slaap op dezelfde manier herinneringen verwerken als de mens.’
Bovendien kwam uit de ratonderzoeken naar voren dat in het brein van de dromende ratten herinneringen ook visueel opnieuw tot leven worden gebracht. Dat houdt in dat de slapende knaagdieren hetzelfde beeld voor zich zagen als toen ze daadwerkelijk door het doolhof liepen. Zelfs de hersengebieden die te maken hebben met het gehoor en emoties worden opnieuw actief als de rat droomt dat hij of zij zich weer in het doolhof bevindt.
‘Er zijn veel aanwijzingen dat dieren ervaringen die ze opdoen als ze wakker zijn uitgebreid opnieuw beleven tijdens de slaap,’ aldus Wilson. ‘Dat zou je wat mij betreft heel goed dromen kunnen noemen. Nu is de vraag: wat betekent dat dan?’
Australische zebravinken onthouden zang
Hoewel zebravinken bekend staan om hun lyrische zang, zijn het geen geboren zangers. De vogels leren dit door te luisteren, te oefenen, en wellicht ook door te dromen. In 2000 ontdekten wetenschappers aan de University of Chicago dat de neuronen in de voorste hersenen van de vogels een bepaald patroon volgen als ze zingen – en dat onderzoekers dit noot voor noot kunnen reproduceren.
Tijdens de slaap volgt het vogelbrein datzelfde patroon, waardoor de noten die ze dezelfde dag nog hebben gehoord en gezongen voortdurend worden herhaald. Dit wijst erop dat de vogels zich de zang tijdens hun slaap herinneren en zelfs oefenen.
Daarbij doemt de vraag op: beleven dromende vogels hun ervaringen van overdag opnieuw? Of zijn de zangdromen eerder een soort algoritmes, die worden herhaald zonder dat de dieren zich hiervan bewust zijn?
Nieuw onderzoek naar droomgedrag volgde. In 2008 kon bij vinken als eerste niet-zoogdier worden vastgesteld dat ze een soortgelijke slaapstructuur kennen als mensen, inclusief remslaap. Uit onderzoek van 2017 blijkt dat zebravinken ook hun stemspieren bewegen op een manier die past bij de muziek in hun brein. Bovendien kunnen ze zang die ze in hun slaap hebben gehoord zingen als ze wakker zijn.
Ook kunnen slapende vinkjes variaties bedenken op hun gezang. Het lijkt erop dat ze tijdens hun slaap de zintuiglijke informatie die ze overdag verzamelen aanpassen door nieuwe variaties te bedenken. Daardoor kunnen ze de melodie beter onthouden.
Vissen hebben ook een soort remslaap
Volgens neurobioloog Philippe Mourrain van de Stanford University kennen ook zebravissen een soort remslaap. Tijdens hun slaap verslappen hun spieren, krijgen ze een onregelmatige hartslag en vertonen ze hersenactiviteit die lijkt op die van een wakkere vis. Een belangrijk verschil ten opzichte van mensen is dat ze, net als sommige andere dieren, hun ogen niet bewegen. (Ze doen ze ook niet dicht, aangezien ze geen oogleden hebben.)
Uit dit onderzoeksresultaat valt af te lijden dat de remslaap, de fase waarin het meest wordt gedroomd, zich minstens 450 miljoen jaar geleden ontwikkelde, voordat er door evolutie een onderscheid kwam tussen land- en waterdieren.
‘Twintig jaar geleden nog maar kwam ik mensen tegen die zeiden dat vissen überhaupt niet slapen,’ vertelt Mourrain. ‘Inmiddels weten we dat deze gedragskenmerken zijn overgedragen van insecten naar spinnen en gewervelde dieren. Tijdens de remslaap verlies je de controle over je meest cruciale systemen. De evolutie zou die kwetsbare staat nooit hebben behouden als die niet ergens goed voor was.’
De definitie van dromen
Maar waar zijn die dromen dan goed voor? En kunnen dieren écht dromen? Dat hangt af van je definitie van dromen. Volgens Mourrain kun je dromen het best beschouwen als veranderingen in de synapsen. Oftewel: als het resetten van de zenuwverbindingen waardoor ons zenuwstelsel zich voorbereidt op een nieuwe dag. Dat gebeurt via processen als het bewaren van herinneringen en het optimaliseren van kennis.
‘Het zou mij niks verbazen als we zouden ontdekken dat dieren echt dromen en ik denk dat we dat op termijn ook wetenschappelijk kunnen aantonen,’ stelt hij. ‘Je deed iets overdag en in je brein speelt zich dat opnieuw af. Het wordt opgeslagen en vermengd met andere ervaringen. Wij zijn niet de enige soort die in staat is zich dingen te herinneren en dingen te leren.’
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com.