De moderne mens (Homo sapiens) ontstond zo’n 300.000 jaar geleden. Maar de eerste mensen die echt op ‘ons’ leken, leefden in het laatpaleolithicum (40.000-12.000 jaar geleden). Dit is de periode van de eerste grotschilderingen, rotstekeningen en kunstvoorwerpen als sieraden en Venusbeeldjes. Deze moderne mensen moesten de wereld delen met een hoop gigantische en prehistorische dieren. Hoe zag het leven van de mens eruit op het moment dat deze vijf dieren uitstierven?

1. Wolharige mammoeten

De wolharige mammoet begon zo’n 12.000 jaar geleden op grote schaal te sterven, maar op het Russische eiland Wrangel heeft één populatie het uitzonderlijk lang uitgehouden. Het stijgende zeeniveau isoleerde het eiland en de mammoeten die erop leefden, waardoor de groep het 6000 jaar langer volhield dan de rest.

Pas 4000 jaar geleden stierven de laatste mammoeten op Wrangel uit. Dat betekent dat de Egyptenaren hun piramiden van Giza al af hadden toen de populatie verdween. Deze werden ongeveer 4500 jaar geleden gebouwd.

illustratie van wolharige mammoet
LEONELLO CALVETTI/SCIENCE PHOTO LIBRARY//Getty Images
De Egyptenaren bouwden hun piramiden terwijl de mammoeten nog leefden.

2. Megaloceros

De hertensoort Megaloceros giganteus moet met een schofthoogte van twee meter hoog en een gewei van 3,5 meter breed een indrukwekkende verschijning zijn geweest. De bijnaam van het dier is Irish Elk, omdat de best bewaarde fossielen in Ierland zijn gevonden. Ze ontstonden zo’n 400.000 jaar geleden en begonnen 12.000 jaar geleden uit te sterven vanwege het kouder wordende klimaat.

Leestip: Waren mensen de reden dat de reuzenluiaard uitstierf?

Uit onderzoek blijkt dat één populatie in Centraal-Rusland het langer volhield: 8000 jaar geleden stierf daar de laatste Megaloceros uit. In Jordanië en Saudi-Arabië waren op datzelfde moment al mensen stadsplannen aan het beitelen in grote keien.

skelet van een reuzenhert megaloceros giganteus
Florilegius//Getty Images
Het reuzenhert Megaloceros giganteus liep nog op aarde toen de mens steden begon te plannen en bouwen.

3. Moa

Tot zeshonderd jaar geleden liepen er gigantische loopvogels rond in Nieuw-Zeeland, de zogeheten moa. Er zijn negen soorten bekend, waarvan Dinornis robustus de grootste was. Hij woog ongeveer 200 kilo en kon 3,7 meter lang worden, maar liefst een meter langer dan de struisvogel, die een verre verwant is van de moa.

Het is niet met zekerheid te zeggen wanneer de moa ontstond, maar een studie in The Australian Museum claimt dat in ieder geval twee soorten negentien tot zestien miljoen jaar geleden al in Zeelandië voorkwamen.

De komst van mensen in Nieuw-Zeeland in de twaalfde eeuw deed de moa de das om. In de zestiende eeuw was het dier definitief uitgestorven. In Europa was toen net de Reformatie begonnen en keken we voor het eerst door een microscoop.

richard owen en het skelet van een moa
Florilegius//Getty Images
De negentiende-eeuwse bioloog Richard Owen gaf de moa zijn naam. Hij staat hier naast een skelet van een van de moasoorten.

4. Oeros

Aangenomen wordt dat alle moderne koeien afstammen van de oeros (Bos primigenius). De stieren hadden een schofthoogte van 180 centimeter, de koeien werden met 155 centimeter iets kleiner. Hun hoorns konden een lengte van tachtig centimeter bereiken. De oudste fossielen stammen uit het Chibaien (781.000-126.000 jaar geleden). De moderne mens kwam regelmatig in aanraking met deze ossen. In rotstekeningen komen ze veelvuldig voor en uit hun hoorns werd gedronken.

Leestip: Moeten we de mammoet wel weer tot leven wekken?

Over heel de wereld kwamen ondersoorten van het oeros voor, die op verschillende momenten uitstierven. Pas in 1627 stierf de laatste kudde oerossen uit in Polen. Dat jaar vaarde het Nederlandse VOC-schip ’t Gulden Zeepaerdt als eerste Europese schip langs de zuidelijke kust van Australië.

uitgestorven oeros
Florilegius//Getty Images
De oeros stierf in de zeventiende eeuw definitief uit, maar zijn afstammelingen zijn nog volop aanwezig.

5. Glyptodont

Op het Amerikaanse continent kwamen meerdere soorten voor die onder de megafauna vielen – een verzamelnaam voor zeer grote diersoorten. Onder hen waren de Glyptodontinae: gigantische gordeldieren waarvan de grootste (Doedicurus clavicaudatus) maar liefst 2400 kilo woog en vier meter lang kon worden.

Wil je niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!

Er zijn aanwijzingen dat de eerste mensen die zich zo’n 16.000 jaar geleden in het noorden van Venezuela vestigden op het grote gordeldier jaagden. In de schedels van vier van deze dieren zijn breuken gevonden die waarschijnlijk door een knuppel zijn veroorzaakt. Ze stierven zo’n 12.000 jaar geleden definitief uit. In deze periode tekenden mensen er lustig op los in grotten over heel de wereld. In Frankrijk zijn veel rotstekeningen goed bewaard gebleven.

een negentiende eeuwse illustratie van een glyptodont
Florilegius//Getty Images
De glyptodont was een gigantisch gordeldier dat (waarschijnlijk) werd bejaagd door de mens.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!