Een café in Brooklyn is het verrassende ontmoetingscentrum geworden voor twee dieren die elkaar normaliter naar het leven staan: katten en ratten.
Het Brooklyn Cat Café in New York heeft in samenwerking met de Brooklyn Bridge Animal Welfare Coalition doorgaans zo’n twintig katten in de opvang, die bestemd zijn om te worden geadopteerd. Cafébezoekers kunnen langskomen met lekkernijen of om te spelen met de katjes, waarvan sommige een nieuw baasje vinden.
Maar in één geval werd bij een opgevangen katje leucose of ‘kattenleukemie’ geconstateerd en moest het van de andere katten worden gescheiden om de verspreiding van de ziekte te voorkomen. Leucose is een van de meest voorkomende infectieziekten bij katten. Naar schatting twee tot drie procent van alle katten in de VS zijn besmet met het virus, dat zich in het lichaamsvocht ophoudt en wordt verspreid door direct lichaamscontact, bijvoorbeeld bij het paren of door bijtwonden. Na de diagnose blijven de katten gemiddeld nog zo’n tweeënhalf jaar leven.
Gezien de situatie besloten de eigenaars van het café voor het zwarte katje genaamd Ebony een ander soort maatje te vinden. En zo kwam het dat ze van een naburig opvangcentrum een witte rat adopteerden, die ze Ivory noemden. Ratten kunnen niet besmet worden met het virus dat leucose veroorzaakt, dus was Ivory de ideale metgezel van het katje Ebony.
Ebony overleed na vijf maanden, maar de café-eigenaars denken dat haar korte leventje door het gezelschap van een maatje “onmetelijk is verrijkt”. Na twee jaar overleed ook Ivory (de levensduur van een rat is ongeveer twee jaar), waarna het café besloot om meer ratten van het naburige opvangcentrum te adopteren, te beginnen met een duo dat ze Remy en Emile noemden.
Op de website van het café staat dat de ratten niet bang zijn voor hun nieuwe vriendjes, omdat de katjes nog zo klein zijn. Wel jagen de katten achter de staarten van de ratten aan en gaan ze erop staan, wat volgens het café geen probleem is zolang de katjes zachtaardig zijn.
Huiskatten hebben zich tijdens de evolutie ontwikkeld tot solitaire jagers, en katjes leren te jagen door het gedrag van hun moeder af te kijken. Als ze al op vroege leeftijd van hun moeder of de rest van het nest worden gescheiden, kunnen sommige katjes te veel of juist te weinig agressiviteit aan de dag leggen, aldus de Humane Society. Als ze volwassen worden, worden hun potentiële relaties met de ratten problematischer.
Katie Lisnik, directeur kattenbescherming van de Humane Society International, zegt dat katten ondanks allerlei leuke verhalen over relaties tussen verschillende soorten nog altijd hun roofdierinstinct hebben en dat ratten hun natuurlijke prooi zijn.
“Zelfs als ze stevige banden hebben ontwikkeld, kunnen ratten zich op een bepaalde manier bewegen die bij de katten het jachtinstinct losmaakt,” zegt zij.