Het is iets na half zeven in de ochtend wanneer ik in het Balule Private Game Reserve, een beschermd wildreservaat van ruim 40.000 hectare aan de westgrens van het bekende Zuid-Afrikaanse Kruger National Park, in een witte jeep stap. Achter het stuur zit Shadu Hlangwana, terwijl Felicia Mogahane op de bijrijdersstoel zit en Carol Khosa naast mij op de achterbank plaatsneemt.
Omdat mijn bagage niet op de luchthaven is aangekomen, draag ik een spijkerbroek, een beige fleecejack en een camouflagepetje van de Pondoro Game Lodge, het gebouw van het reservaat waar ik de komende twee dagen zal verblijven. Vergeleken met hun uitdossing voel ik me slecht voorbereid. Ook mijn lippenstift in magenta lijkt ongepast, maar het is wel wat het ijs doet breken.
“Hebben jullie het over m’n lippenstift?” vraag ik met een blik op Hlangwana’s rode nagels op het stuur en Mogahane’s pareloorbellen. Mogahane kijkt over haar schouder en laat een schaapachtige grijns met een gebit vol gaten zien. In het afgelopen uur was ‘lipstick’ het enige Engelse woord dat ze in hun eigen taal, het Tsonga, onvertaald lieten. Zo komen we over beautyproducten te spreken terwijl we met een kleine vijf kilometer per uur langs een hek onder stroom bij de Olifants West Gate tuffen.
Deze drie vrouwen van in de twintig mogen dan verlegen en op hun hoede zijn, ze bewaken wel veel meer dan zichzelf. Dit zijn de Black Mamba’s, ’s werelds eerste geheel uit vrouwen bestaande anti-stroperseenheid, en samen met dertig andere vrouwen uit de regio zijn ze bezig de bedreigde neushoorns en olifanten van Zuid-Afrika van de ondergang te redden.
Bij de mamba’s
Tussen het park van Balule, dat begin jaren negentig werd ingesteld, en het grotere Kruger National Park, lopen weinig afscheidingen, met enkele uitzonderingen die bedoeld zijn om te voorkomen dat dieren de snelweg oversteken en – belangrijker nog – om stropers en jagers op bushmeat uit het gebied te weren. Elke Black Mamba patrouilleert 21 dagen per maand achter elkaar in het reservaat van Balule, te voet of met een jeep: vier uur bij zonsopgang en vier uur bij het vallen van de avond. Ze zoeken naar strikken, menselijke voetafdrukken, het geluid van geweerschoten en andere verdachte aanwijzingen. Hoewel ze niemand arresteren, kunnen ze de hulp van speciaal getrainde manschappen inroepen om stropers te grazen te nemen.
Dankzij deze bekroonde non-profitorganisatie, die in 2013 werd opgericht, is het aantal incidenten met strikken en stropers volgens de eigen website met 76 procent afgenomen. Het succes van de Black Mamba’s heeft wereldwijd aandacht getrokken, onder meer van Extraordinary Journeys, een touroperator voor luxereizen die is gespecialiseerd in safari’s en die lokale gemeenschappen, milieuprojecten en duurzaamheidsinitiatieven ondersteunt. Onlangs is het bedrijf een samenwerkingsverband met Pondoro aangegaan om tweemaal per week exclusieve tours met de Mamba’s aan te bieden, waarbij de gehele opbrengst naar het programma gaat. Bij gastrondleidingen worden lessen op scholen gegeven om kinderen te laten zien dat de Mamba’s een echte bijdrage leveren. Maar op mijn persoonlijke tour krijg ik een uniek inzicht in hun werk.
Belangrijke aanwezigheid
Deze ochtend is het de taak van de Mamba’s om verdachte feiten te rapporteren, zoals geknoei met de omheining. We stoppen zodat Mogahane, een van de oorspronkelijke Mamba’s en moeder van twee kinderen, de stroomvoorziening kan checken. Ik volg haar om de spanning op het hek te controleren, maar ik ben te zenuwachtig om me te kunnen concentreren. Misschien worden we nu wel door een leeuw of luipaard beloerd, denk ik bij mezelf. Per slot van rekening zijn we hier in het territorium van de Grote Vijf, zonder enige bescherming.
Inderdaad, de Black Mamba’s patrouilleren ongewapend.
“Ik doe dit al 24 jaar en heb nog nooit een wild dier met een wapen op afstand hoeven te houden,” vertelt Craig Spencer, oprichter van de Black Mamba’s en hoofdopziener van het reservaat van Balule, mij later. “De stropers zouden zich tweemaal moeten bedenken als ze zich tegen deze vrouwen zouden verdedigen. Het maken van wezen en weduwnaars is niet de oplossing voor het probleem. Je kunt het probleem niet al schietend oplossen. De crux is een vroege opsporing.”
Met die gedachte ging Spencer te rade bij de typische wijkagent van de Britse politie, de ‘bobbies on the beat’, als voorbeeld voor de Mamba’s. “Ze zijn ongewapend en beleefd, gaan goed gekleed en zijn welbespraakt. Ze hebben een duidelijke aanwezigheid, wat voorkomend werkt. Dat is het idee: verzadig het terrein met hun aanwezigheid, waarbij ze zichtbare onderscheidingstekens dragen, en zet in op vroege opsporing; pas dan roep je gewapende hulp in.”
Wilde ontmoetingen
Terug in de jeep doet Mogahane verslag uit aan Khosa, die de gegevens aan het hoofdkwartier meldt. Mijn angst over het verlaten van de jeep wordt bevestigd als Khosa over een angstaanjagend voorval vertelt, afgelopen maart.
“Ik was ’s ochtends om negen uur samen met een andere Mamba aan het patrouilleren toen we door acht leeuwen werden omsingeld,” zegt Khosa, de kostwinner van haar familie, die bestaat uit haar twee kinderen, haar moeder en vijf broers en zussen. “We meldden het over de radio, maar er zou nooit iemand op tijd zijn gearriveerd. Een van de landeigenaren zag ons en kwam ons te hulp.”
Hlangwana, dit jaar aangenomen bij de Mamba’s, sluit aan met haar eigen wilde ontmoeting, een paar avonden geleden. “Ik deed de koplampen aan [om half acht ’s ochtends] en zag twee olifanten. De eerste liep voorbij, maar de tweede stopte en begon agressief op ons af te komen. Ik was bang en moest snel iets doen,” zegt Hlangwana, moeder van één kind.
“We hadden het geluk dat Shadu kalm genoeg bleef om met de auto weg van de olifant te rijden,” zegt Mogahane.
Training en motivatie
De Mamba’s mogen dan geen wapens hebben, dat wordt meer dan goedgemaakt door hun vaardigheden, teamwork en lef. Tot de drie maanden durende opleiding om te worden toegelaten, behoren fysieke trainingen, zoals een kleine vijf kilometer per dag hardlopen, en theorielessen over patrouilleren, bureaucratische regels en het gebruik van walkietalkies. De laatste maand is het meest intensief, waarbij de training zich concentreert op overlevingstactieken in de natuur, zoals het bouwen van een schuilplaats en het vinden van voedsel en water.
De uitgebreide training is er mede verantwoordelijk voor dat de Black Mamba’s in vier jaar tijd geen enkele dode, gewonde of vermiste te betreuren hebben gehad, ondanks het feit dat ze zich geregeld in dreigende situaties bevinden. Zeker, het is gevaarlijk werk, maar de werkervaring is onbetaalbaar: de Mamba’s bieden een sprankje hoop voor een betere toekomst en bevredigen de passie voor de wilde natuur die deze vrouwen voelen.
“Als kind was ik al dol op de natuur: de bomen, de dieren, de vogels, alles...,” zegt Khosa. En Mogahane voegt eraan toe: “Als ik weer terug naar school zou kunnen, zou ik natuurbehoud gaan studeren. Wat wij doen, is belangrijk en verbazend. Ze zeggen dat het mannenwerk is, maar wij doen het.”
Er zijn vrouwelijke wildopzieners in Zuid-Afrika, maar die zijn zeldzaam. Niet alleen hebben ze te maken met vooroordelen over hun capaciteiten, ze kampen ook met systematische uitsluiting van onderwijs en een haperende Zuid-Afrikaanse economie, die in 2017 voor een werkloosheid van bijna 28 procent zorgde.
“Het gaat evengoed om natuurbehoud als om armoedebestrijding,” zegt Spencer. Zijn non-profitorganisatie krijgt financiële steun van de regering om vrouwen de kans te geven vaardigheden te ontwikkelen en hun levensomstandigheden en toekomstperspectieven op een directe wijze te verbeteren. Een Mamba begint met een salaris van zo’n 3500 rand, oftewel 260 dollar per maand, het nationale minimumloon. Chauffeurs als Hlangwana en sergeanten als Mogahane verdienen iets meer.
“In het begin namen de meesten het werk aan omdat ze een baan nodig hadden, maar nu is het een soort waardige onderscheiding om een Black Mamba te zijn,” zegt Spencer. “Ze hebben voor het eerst in hun leven mazzel.”
Nick Koornhoff, Zuid-Afrikaans parlementslid en voorzitter van het Olifants West Nature Reserve in Balule, is het daarmee eens: “Ik zie dit uitgebreide programma voor openbare werken als een fantastisch opstapje. Deze vrouwen, die nooit kansen kregen, zullen in de toekomst in staat zijn betere banen te vinden. In hun gemeenschappen zijn het heldinnen.”
Onverschrokken leider
Voordat hij zich deze ochtend aan mij kan voorstellen, rijdt Spencer – een 40-jarige Zuid-Afrikaan van Engelse afkomst – op het terrein van het hoofdkwartier rond in een van de dertien jeeps van het reservaat. Zijn ontblote gebruinde borst, korte kakibroek en outdoorschoenen passen helemaal in het beeld, maar zijn Sherlock Holmes-achtige pijp is een opmerkelijke aanvulling.
Terwijl hij woedend de zoveelste deuk in een jeep inspecteert, moppert hij over de juiste procedure waarmee de schade gerapporteerd had moeten worden. Hij loopt om de jeep naar het bijrijdersportier, trekt de sleutels uit het contact en smijt deze over een bakstenen muur. Een eindje verderop vertoeven de Mamba’s in houten barakken aan een onverharde weg, waar ze de was doen en de lunch voorbereiden. Dit hele gedoe is bedoeld voor mij, denk ik. Daarna trekt hij een overhemd aan, schudt mij de hand en legt uit wat hij aan het doen was.
“Ik zie mezelf een beetje als een vaderfiguur voor de Mamba’s en daarom ben ik af en toe streng. Ik noem het liefde met strengheid. Ik ben absoluut dol op ieder van hen en ik wil het allerbeste voor al deze vrouwen,” zegt hij. Tot ‘het allerbeste’ behoren ook betrouwbare, volledig functionerende voertuigen, de enige bescherming die de vrouwen tijdens het patrouilleren bij zich hebben. Als een trotse papa blijft hij de loftrompet over zijn Mamba’s steken.
“Voordat de Black Mamba’s kwamen, struikelden we hier over de neushoornkadavers,” zegt hij terwijl hij het scherpe randje van mijn visitekaartje gebruikt om z’n nagels schoon te maken. “Dit jaar hebben we acht dode neushoorns gezien, wat nog veel te veel is.” Maar het is niet slecht vergeleken met het gemiddelde van 3,5 neushoorns die per dag in dit land worden afgeschoten, waar zeventig procent van de nog resterende 29.500 witte neushoorns in de wereld leeft. Een van de redenen voor de recente toename in het aantal gedode neushoorns: de verkoop van neushoornhoorn is onlangs weer legaal geworden.
“We proberen de neushoorns te redden door binnen de gemeenschap een totaal ander waardensysteem te creëren. Deze vrouwen zijn er heel trots op dat ze het uniform mogen dragen. Het zijn rolmodellen. Ik wil dat ze opgroeien, huizen bouwen en hun kinderen maar school sturen,” zegt Spencer, die sceptisch staat tegenover elke poging om het programma ook elders toe te passen.
“Ten eerste zijn we nog bezig de juiste opzet te vinden. Je kunt dit model niet zomaar kopiëren. Er zijn bepaalde omstandigheden waardoor het hier op z’n plaats is, terwijl het ergens anders misschien niet werkt,” zegt hij. “Bovendien moet de managementstijl strikt en fair zijn. En je moet de vrouwen een warm hart toedragen.”
Spencer beweert geen enkele vergoeding voor zijn non-profitorganisatie te ontvangen en geeft toe: “Ik vraag me soms af of de Mamba’s mij nodig hebben of ik hen. Ik ben met hart en ziel aan de vrouwen verknocht. Zij zijn de reden dat ik hier nog woon. Vroeger waren dat de olifanten en neushoorns, maar nu zijn het deze vrouwen.”
Koornhoff vermoedt dat Spencer het geheime ingrediënt is: “Wat hij met de Black Mamba’s heeft opgezet, had nog niemand voor elkaar gekregen.”
Cristina Goyanes woont in New York en schrijft over reizen, fitness en lifestyle. Volg haar op Twitter @GoGoGoyanes en op Instagram @cristinagoyanes.