Het was juli 2017 en bijna 38 graden aan de Turkse grens met Syrië. Amir Khalil en zijn reddingsteam speurden de horizon af naar een teken van het konvooi waarnaar ze al enige tijd reikhalzend uitkeken. Ze bleven in gespannen afwachting totdat de stoet veilig was gearriveerd, met aan boord de laatste, uitgemergelde en getraumatiseerde slachtoffers van de nu al zes jaar woedende Syrische burgeroorlog.
Maar deze vluchtelingen waren viervoeters: drie leeuwen, twee tijgers, twee Aziatische zwarte beren en twee gevlekte hyena’s, die als enige overlevenden gered konden worden uit Magic World, een uitgestrekt themapark naar het voorbeeld van Disneyland in de buitenwijken van Aleppo.
De stad was getuige geweest van enkele van de zwaarste gevechten sinds het uitbreken van de oorlog in 2011. Gedurende een vier jaar durend offensief – in de pers ‘het Stalingrad van Syrië’ genoemd – werd Aleppo getroffen door onophoudelijke aanvallen vanuit de lucht, waaronder waarschijnlijk ook aanvallen met chemische wapens in 2016. Het offensief had de stad in één grote puinhoop veranderd.
Magic World ligt in een gebied dat wordt gecontroleerd door soennitische rebellen die aan Al Qaeda zijn gelieerd en die het ruim duizend hectare grote complex hebben gebruikt als uitvalsbasis. Het park werd herhaaldelijk gebombardeerd en eerder dit jaar ook door Russische gevechtsvliegtuigen bestookt.
Er moeten bij het uitbreken van de oorlog “iets van driehonderd dieren” in Magic World zijn geweest, aldus de eigenaar van de dierentuin, Azzam Massassati. Sindsdien zijn veel van deze dieren omgekomen bij bombardementen of in het kruisvuur gedood. Sommige werden ziek of verhongerden. Andere zijn mogelijk op de zwarte markt verkocht.
Khalil, een Egyptische dierenchirurg met een zachte stem die niet past bij zijn imposante postuur, was de bedenker van een gewaagd plan om de laatste dertien overlevenden van Magic World te redden. Drieëntwintig jaar lang heeft hij voor de in Oostenrijk gevestigde dierenwelzijnsgroep Four Paws leiding gegeven aan zeer gevaarlijke missies waarbij dieren uit rampgebieden en oorlogszones werden gered.
Voor deze actie waren maanden van gedetailleerde planning en diplomatie nodig, waarbij medewerking werd gevraagd aan ambassadeurs, regeringsfunctionarissen, internationale hulporganisaties, militaire adviseurs, strijders, internationale beveiligingsfirma’s en talloze andere personen en groepen in Syrië die anoniem bleven. Het was “feitelijk een militaire operatie ten behoeve van dieren,” zegt Sybelle Foxcroft, medewerkster van de non-profitorganisatie Cee4life, die het team op verzoek van Khalil adviseerde.
Door de oorlog is Syrië in verschillende zones opgedeeld, die elk door een van de vele strijdende partijen wordt gecontroleerd: regeringstroepen onder bevel van president Bashar al-Assad, Syrische Koerden en meerdere elkaar bestrijdende islamistische groepen. Het conflict is er niet overzichtelijker op geworden door het ingrijpen van Russen, Amerikanen, Turken en de vanuit Libanon opererende islamisten van Hezbollah.
Om samen met de dieren de reis over de weg tussen Aleppo en de grenspost Çobanbey aan de Turkse grens – 150 kilometer dwars door een actief oorlogsgebied – af te leggen, moesten Syrische medewerkers van het team ter plekke met facties en plaatselijke krijgsheren onderhandelen over een vrijgeleide; ook moesten ze alternatieve routes uitstippelen en de voortdurend veranderende situatie in de gaten houden.
Er kon van alles misgaan. Het konvooi zou bij een van de tientallen checkpoints door zwaarbewapende wachtposten tegengehouden kunnen worden of gesommeerd worden weer om te keren. De vrachtauto’s zouden door Syrische, Russische, Amerikaanse of Turkse gevechtsvliegtuigen bestookt kunnen worden. Langs de weg zouden sluipschutters het konvooi onder vuur kunnen nemen. Mensen en dieren zouden gekidnapt kunnen worden: het gerucht ging dat de Hayat Tahrir al-Sham, een Syrische groep van soennitische jihadisten, een bedrag van tweehonderdduizend dollar zou eisen in ruil voor hun toestemming om het konvooi de grens te laten passeren.
Zelfs als de reis zonder incidenten zou verlopen, zou het een lange rit worden: door de oorlog waren de wegen kapotgeschoten en met landmijnen onveilig gemaakt.
Het plan was om vanuit Aleppo in noordwestelijke richting naar Afrin te rijden, een felomstreden checkpoint dat toegang gaf tot gebied dat in handen was van Koerdische strijders. Daar zou het konvooi worden uitgerust met een nieuw team, dat toestemming van de Koerden had om in noordoostelijke richting naar de Turkse grens door te reizen. Na een medische evaluatie en een korte tussenstop in Turkije zouden de dieren dan naar verschillende permanente opvangcentra in Jordanië worden overgevlogen.
De start
Op 20 juli braken in het gebied rond Magic World felle gevechten uit tussen de rivaliserende soennitische facties van Ahrar al-Sham en Hayat Tahrir al-Sham. Er werden nieuwe checkpoints opgeworpen en de missie werd uitgesteld om opnieuw over een vrijgeleide te onderhandelen. Het team hield de bombardementen, vuurgevechten en andere militaire operaties online en bijna in realtime in de gaten – onafhankelijke informatie die van cruciaal belang was, zei Yavor Gechev, lid van het reddingsteam van Four Paws, “omdat je hier niemand kunt vertrouwen.”
Doordat de situatie verslechterde, overwoog Khalil om de missie de volgende dag van start te laten gaan omdat het dan vrijdag was, de islamitische rustdag.
De hoofdopziener van de dierentuin in Magic World, Omar Khalifa, werkte met vier andere helpers de hele nacht door om de dieren in de bijna veertien meter lange oplegger te laden – zonder medicijnen om de dieren te verdoven of werktuigen om de ruim vierhonderd kilo wegende metalen transportkooien op te kunnen hijsen.
De door rebellen gecontroleerde ‘Green Zone’ rond Magic World vormde het gevaarlijkste obstakel. “De eerste veertig kilometer vanaf Aleppo zijn zeer riskant,” vertelde Khalil. Het team had vernomen dat plaatselijke rebellen de dieren in beslag wilden nemen en vervolgens als propaganda wilden gebruiken door het bericht te verspreiden dat zij de dieren uit handen van smokkelaars hadden gered. “Die informatie hielp ons bij het opstellen van ‘anti-plannen’ – een plan-B, -C en -D,” zei hij. In twee back-up-plannen was gedacht aan alternatieve routes, waarbij 34 mensen in drie zones werden geposteerd. Een nepkonvooi werd in tegenovergestelde richting op pad gestuurd.
Het echte konvooi vertrok bij het krieken van de dag op 21 juli, voorafgegaan door een verkenningsauto en begeleid door een ‘beschermingsvoertuig’.
In de buurt van Afrin wilden Koerdische officieren de voertuigen alleen doorlaten als de Turkse regering 250 van hun gewonde kameraden zou opnemen voor medische verzorging. Het team weigerde te onderhandelen: het ging ditmaal om het redden van dieren. De officieren gaven toe en negen uur later arriveerde het konvooi in de gedemilitariseerde zone langs de grens, waar een Turkse vrachtwagen stond te wachten.
Khalils team kwam nu in actie als bij een pitstop: er werden aanwijzingen in het Arabisch, Engels, Turks en Duits geroepen. Soldaten van het Vrije Syrische Leger gooiden hun geweren over de schouder en hielpen mee, terwijl Turkse functionarissen de gang van zaken observeerden.
“We hadden één uur om de negen kooien van de ene op de andere vrachtwagen over te laden,” zei Khalil. De Turken hadden van hogerhand opdracht gekregen om de grens niet langer dan gedurende die periode open te stellen. Toen de kooien waren ingeladen, omarmden alle betrokken – ook Turken en Syriërs, gezworen vijanden – elkaar en poseerden voor foto’s.
“We hadden één uur om de negen kooien van de ene op de andere vrachtwagen over te laden,” zei Khalil. De Turken hadden van hogerhand opdracht gekregen om de grens niet langer dan gedurende die periode open te stellen. Toen de kooien waren ingeladen, omarmden alle betrokken – ook Turken en Syriërs, gezworen vijanden – elkaar en poseerden voor foto’s.
Het hek aan de Turkse zijde van de grens schoof open en de vrachtwagen voegde zich bij drie auto’s met medewerkers, voedsel, water, medicijnen en een mobiel medisch laboratorium. De reis van 1200 kilometer naar een dierenopvangcentrum van de overheid in Karacabey, in het noordoosten van Turkije, koste 24 uur. Het was de derde dag op rij dat de redders niet hadden geslapen.
Maar er stond nog een tweede reddingsoperatie op stapel: met het eerste konvooi waren slechts negen kooien vervoerd; twee leeuwen en twee husky’s waren achtergebleven in het belegerde Magic World.
Het onmogelijke
Toen de Libische leider al-Qadhafi in 2011 ten val werd gebracht, had Amir Khalil zo’n zevenhonderd uitgehongerde dieren in de dierentuin van Tripoli gevoed totdat de nieuwe regering zijn taak kon overnemen. In 2016 haalde hij vijftien overlevende dieren weg uit hun kooien in de Khan Younis-dierentuin in Gaza, die bezaaid lagen met de gemummificeerde kadavers van dieren die eerder waren gestorven. In maart 2017 haalde hij een leeuw en een beer weg uit de dierentuin van Mosoel in Irak, uit een wijk van de stad die hij als “een horrorfilm” omschreef. Toen Four Paws die reddingsactie aankondigde, werd hun Facebook-pagina overstelpt met smeekbeden om ook naar Aleppo te gaan.
Khalil onderzocht de situatie. Sybelle Foxcroft had vernomen dat de overlevende dieren in Magic World in wanhopige omstandigheden werden gehouden en dat hoofdopziener Khalifa slechts af en toe aanwezig was. Toen de gevechten uitbraken, waren de dieren zonder voedsel of water in hun roestende kooien achtergelaten, te midden van het geratel van machinegeweren en het gedreun van explosies.
Khalil won advies in bij internationale beveiligingsfirma’s. Ze vertelden hem dat het onmogelijk was om de dieren te redden. “Ze noemden het rebellengebied tussen Aleppo en de Turkse grens een ‘no-go area’,” zei hij.
Maar Khalil is niet het type dat snel opgeeft. Hij ontpopte zich als diplomatieke wervelstorm en legde contacten met mensen in de hele wereld die zijn ingewikkelde en riskante reddingsoperatie mogelijk konden maken. Twee opvangcentra in Jordanië begonnen snel nieuwe dierenverblijven te bouwen. Vervolgens kwam er financiële steun van Eric Margolis, een journalist die talloze oorlogen heeft verslagen en een stichting voor dierenwelzijn leidt. Hij vertelt dat hij huiverde bij de gedachte dat “deze arme dieren in het midden van die afgrijselijke oorlog in Syrië” vastzaten.
Voordat Four Paws de dieren langs de checkpoints rond de Green Zone kon loodsen, moest de plaatselijke moefti – de bestuurder die de regionale sharia-rechtbank voorzit – een bewijs van eigendom ontvangen. Hij eiste een video-opname waarin de eigenaar van de dierentuin, Massassati, verklaarde dat hij zijn dieren aan Four Paws doneerde, zodat ze voor medische verzorging naar het buitenland gebracht konden worden.
Verdwijnende dieren
Massassati spreekt met trots over ‘Aalim al-Sahar’ of Magic World, dat hij vernoemde naar de magie van de natuur, een omstreden naam omdat het idee van magie tegen de orthodoxe islam indruist.
Het themapark, dat in acht jaar werd aangelegd, omvatte vijftig attracties, restaurants, een aquarium en een dierentuin met zeventig nijlkrokodillen, tien tijgers, lama’s, cheeta’s, apen, herten, vogels, schildpadden, slangen, luipaarden, leeuwen en vele andere soorten.
Begin 2017 waren er van de driehonderd dieren in het park nog zo’n vijftig over.
In april namen Khalil en Foxcroft contact op met Massassati, die jaren eerder vanuit Syrië naar de VS was gevlucht. Ze vertelden hem dat twee tijgers ernstig ziek waren. Een luipaard had een wond die bedekt was met maden. Een beer was ziek en alle dieren verkeerden in zeer slechte gezondheid.
Maar om redenen die onduidelijk blijven, wilde Massassati niets van het voorstel van Four Paws weten. Hij zei dat hij hoofdopziener Khalifa met genoeg geld had achtergelaten om de dieren gedurende vijftien jaar te voeden, maar dat de man alles van waarde in Magic World had verkocht, waaronder bedreigde diersoorten. Volgens hem waren “twee jaguars zo’n twee jaar eerder aan Irak verkocht”, en eerder dit jaar ook een zeldzame witte tijger. “Die heeft hij voor minstens veertigduizend dollar aan een van mijn vrienden in Libanon verkocht. Die man belde me op en zei: ‘Ik heb je witte tijger ontvangen. Heb je je geld gekregen?’” Volgens Massassati heeft hij nooit iets van het geld gezien.
Khalifa gaf toe de dieren aan het buitenland verkocht te hebben. Ze werden verscheept zonder de vereiste inklaring van de CITES, de ‘Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten’, het orgaan dat toeziet op de wereldwijde handel in wilde dieren. Naar eigen zeggen had hij dit gedaan om geld voor het voeden van de overige dieren los te krijgen.
Massassati bleef wekenlang de boot afhouden. Four Paws vroeg een plaatselijke dierenarts in Aleppo om de dieren te checken. De dierenarts, die om veiligheidsredenen anoniem moet blijven, zond per sms foto’s door van een beer in een kooi die met mortierscherven lag bezaaid, een lusteloze tijger die in het stof lag en verzwakte herten.
In juni waren de twee zieltogende tijgers en de herten gestorven. De dierenarts en andere Syrische bronnen berichtten dat twee andere tijgers en de apen waren verdwenen.
Zelfs de rebellen van de Hayat Tahrir al-Sham waren begaan met het lot van de dieren en boden aan om ze uit de Green Zone te escorteren als Four Paws ze eenmaal in bezit had. Het reddingsteam van Khalil stond klaar. Alles hing nu af van Massassati.
In Magic World waren nog maar zestien dieren in leven.
Halverwege juni vloog Khalil naar Louisiana om Massassati er persoonlijk van te overtuigen dat hij de dieren aan Four Paws moest doneren als hij niet wilde dat de laatste overlevenden van zijn dierentuin zouden sterven of aan illegale handelaren verkocht zouden worden. Massassati gaf eindelijk toe en Khalil vertrok met ondertekende papieren en de video-opname van de eigenaar. Daarmee konden de laatste ingezetenen van Magic World gered worden.
Tegen de tijd dat hoofdopziener Khalifa en zijn team op 21 juli de truck begonnen in te laden, werden nog eens drie luipaarden vermist en waren er dertien dieren over.
Respijt in turkije
De tweede reddingsoperatie – voor de beide leeuwen en de twee husky’s – werd uitgesteld wegens zware gevechten in de buurt van Magic World. De situatie was nijpender dan ooit, omdat de Syrische dierenarts had ontdekt dat een van de leeuwen, Dana, drachtig was.
Op 28 juli – opnieuw een vrijdag met 38 graden – konden Khalifa en het konvooi ’s middags eindelijk op pad gaan. Bij het checkpoint Afrin werden ze tegengehouden door Koerdische soldaten, die Khalifa dreigden te arresteren – en zelfs te doden. Ze beweerden dat zijn overleden broer had gevochten voor een factie die aan Al Qaeda was gelieerd.
Het kostte Four Paws uren van onderhandelingen om Khalifa’s vrijlating en terugkeer naar Aleppo te bewerkstelligen. De avond viel, met alle gevaren van een nachtelijke reis, en het konvooi was nog ver van de grens. Toen het bijna zeven uur ’s avonds was, het tijdstip waarop de grensovergang van Çobanbey werd gesloten, smeekte Khalil de grenspolitie om nog even te wachten en wist hen op een of andere manier te overreden. De truck arriveerde om 09:15 uur bij de grens, het team laadde de dieren snel over op een Turkse vrachtwagen en vertrok richting Karacabey.
Toen ze daar arriveerden, waren alle dertien dieren uitgedroogd en zwaar ondervoed. Hun vermagerde en met teken overdekte lichamen zaten onder de littekens en korsten van aangekoekt vuil. Veel van de dieren hadden open zweren. Er werden bloedmonsters afgenomen, echografieën uitgevoerd en oogonderzoeken gedaan; de dieren werden gecontroleerd op parasieten en gevaccineerd. Uit de echografie van Dana bleek dat de leeuwin drachtig was van twee welpjes; ze kon elk moment gaan baren.
Sultan, een broodmagere tijger van één jaar oud, verkeerde in kritieke gezondheid. Toen de dierenartsen hem verdoofden om hem te kunnen onderzoeken, kreeg hij een hartstilstand en begon een race tegen de klok. Ze injecteerden een medicijn om de verdoving ongedaan te maken en adrenaline om zijn hart weer op gang te brengen, beukten op zijn borstkast en pompten zuurstof in zijn longen. Sultan begon weer te ademen.
Het gezichtsvermogen van de mannetjeshyena werd belemmerd door cataracten; het vrouwtje had een ernstige nieraandoening. De drie leeuwen en de andere tijger waren uitgemergeld maar naar omstandigheden nog in redelijke gezondheid. De beren hadden beschadigde tanden als gevolg van het armzalige eten en het bijten op de tralies van hun kooien – een gedrag dat angst of verveling verraadt.
Volgens Khalil lopen dieren in oorlogsgebieden net als mensen psychologische trauma’s op als gevolg van de dood en verwoesting om hen heen en door de voortdurende stress als gevolg van explosies en schoten. “Sommige dieren hebben daar ook jaren nadat de fysieke verwondingen zijn genezen nog last van,” zei hij.
Khalil verwachtte snel medische documentatie en vergunningen van de Turkse autoriteiten te ontvangen om de dieren naar Jordanië te kunnen vervoeren. De hyena’s en de husky’s zouden worden ondergebracht in het New Hope Centre, dat even buiten Amman is gebouwd door de Princess Alia Foundation. De leeuwen, tijgers en beren werden naar het opvangcentrum Al Ma’wa in de beboste heuvels van Noord-Jordanië gebracht. Al Ma’wa is het grootste dierenopvangcentrum in het Midden-Oosten en werd in 2015 in het leven geroepen door Four Paws en de stichting van prinses Alia. De tijgers zouden uiteindelijk worden overgevlogen naar het Felida Big Cat Centre in Nederland, dat is gespecialiseerd in de intensieve medische behandeling van getraumatiseerde dieren.
De luchtbrug
Drie weken na de eerste reddingsactie hadden Turkse functionarissen nog altijd niet de benodigde exportvergunningen voor de dieren uitgegeven, die al die tijd in hun krappe transportkooien moesten verblijven.
Toen het papierwerk eindelijk geregeld was, vlogen fotograaf Steve Winter en ik naar Istanboel om de dieren naar Jordanië te vergezellen. Op de hete namiddag van 10 augustus ontmoetten we het team bij een vrachtterminal op de luchthaven van Istanboel. Khalil klom boven op de kooien en koelde de dieren af met grote emmers water. Daarna werden de kooien één voor één met een vorkheftruck naar een enorme vrachthal gereden, waar het wemelde van de mensen – een kakofonie van metaalgeluiden, machines en geschreeuw.
De leeuwen brulden en de beren liepen onophoudelijk heen en weer, een aanwijzing voor hun oorlogstrauma. Sultan zat lusteloos in zijn kooi. Khalil gaf hem een injectie met cortison om hem door de vlucht heen te helpen. Met elk metaalgeluid begon de mannetjeshyena heviger te beven. Ook hij kreeg cortison, samen met suikerwater en voedsel om zijn bloedsuiker te stabiliseren. Zijn gebeef nam af.
Om half negen ’s avonds zouden de dieren met een commerciële vlucht van Royal Jordanian Airlines vertrekken. Toen de kooien naar het platform werden gereden om te worden ingeladen, kreeg het team te horen dat enkele kooien 25 centimeter te hoog waren om in het laadruim van het vliegtuig te passen. Na een koortsachtige zoektocht werd een slijptol gevonden; in een regen van vonken verwijderden de sterkste leden van het team de wielen van de kooien. Telkens wanneer er een wiel sneuvelde, werd er geapplaudisseerd door omstanders. De piloot hield het volgeboekte vliegtuig tot middernacht aan de grond.
Kort na drie uur ’s nachts landden we in Amman, werden snel door de douane geloodst en naar de vrachtterminal gebracht, waar de kooien – aan elkaar gekoppeld als een stoet circuswagens – onder dikke lagen touwen stonden te wachten om op twee opleggers geladen te worden.
De laatste loodjes
Het was een uur rijden naar New Hope, waar prinses Alia Al-Hussein ons verwelkomde. “Volgens een oud Bijbels gezegde is Jordanië een land voor mensen uit andere streken, en door de hele geschiedenis heen is dat ook gebleken,” zei ze stralend. “Dat lijkt dezer dagen ook voor andere soorten te gelden.”
Tien man hesen de zware, van wielen ontdane kooi van de hyena’s in hun nieuwe verblijf. Eenmaal binnen liep het mannetje driemaal het terrein rond; het vrouwtje ging in een grote watertrog liggen. Ze zouden al snel onafscheidelijk worden. De honden van het opvangcentrum verwelkomden de husky’s met veel gesnuffel, geblaf en gekwispel.
Samen met een escorte van politiemensen en militairen vergezelde prinses Alia ons op de rit naar het opvangcentrum Al Ma’wa. Het complex ligt op een heuvel met olijfbomen die schaduw bieden tegen de zinderende woestijnzon.
Elk dier reageerde anders op zijn nieuwe omgeving. Een beer betrad zijn nieuwe, ruime verblijf, verorberde een maal van vruchten en groenten en begon op de olijfbomen te kauwen. Een mannetjesleeuw begon kordaat zijn nieuwe terrein te verkennen. Een andere leeuw rende er in wijde bogen rond. De leeuwin die geacht werd zijn partner te zijn, werd ondergebracht in een aangrenzend verblijf van beton, zodat ze opnieuw aan elkaar konden wennen – en zij kon herstellen. Haar flank was een lappendeken van vacht, open zweren en onthaarde huid – mogelijk het gevolg van granaatscherven, infecties of parasieten, zei Diana Bernas, de hoofdverzorgster van Al Ma’wa.
Sultan de tijger bleef krachteloos – of lusteloos – in zijn verblijf liggen. Dana, de drachtige leeuwin, liep haar betonnen huis binnen en rolde zich volledig uitgeput op in het stro.
Tegen de avond was Sultan naar buiten gekomen en lag in de schaduw te slapen. De tijgerin sloop naar haar nieuwe vijver, gleed het water in en sloot haar ogen. Daarna kuierde ze naar ons toe, maakte snuivende geluiden – ‘hallo’ in tijgertaal – en ging liggen om haar vacht te verzorgen.
Toe de verzorgers de volgende ochtend bij Dana gingen kijken, lag er een piepklein, bijna wit hoopje vacht tegen haar aan gevlijd. Ze had gewacht op een rustige en veilige plek om haar welpje te baren. Een tweede welpje heeft het personeel nooit gezien.
Het eerste welpje, Hajar, leefde nog een maand voordat het als laatste oorlogsslachtoffer van Magic World overleed. Ze had een verzwakt immuunsysteem en slecht ontwikkelde organen, vermoedelijk als gevolg van het armzalige dieet van haar moeder in Syrië.
Tegen de tijd dat het laatste dier in Al-Ma’wa was uitgezet, leek Khalil uitgeput. De diepe kringen onder zijn ogen verraden de stress waarmee het plannen van de tien maanden durende operatie gepaard was gegaan; de reddingsactie zelf had niet de vijf geplande dagen maar vier loodzware weken gevergd.
Khalil noemt de dertien overlevenden van Magic World “dierenambassadeurs”. Voor hen “hebben mensen de wapens laten rusten. Een klein, toegewijd groepje was in staat om te midden van al deze gevechten een groep wilde dieren in veiligheid te brengen,” zei hij.
“Deze dieren kunnen een sprankje hoop in al deze duisternis brengen.”
Sharon Guynup schrijft over natuurbehoud en milieuproblematiek en is medeauteur van Tigers Forever: Saving the World’s Most Endangered Big Cat. Ze is global fellow aan het Woodrow Wilson International Center for Scholars en National Geographic-onderzoeker. Volg haar op Twitter.
Lees meer verhalen over wildcriminaliteit en -uitbuiting op Wildlife Watch van National Geographic. Stuur tips, commentaren en verhaalideeën naar ngwildlife@natgeo.com.