Wij mensen doen er alles aan om er jonger uit te zien dan we zijn. Haaien blijken dat van nature te doen.
Zo'n tien jaar geleden kwamen er steeds meer aanwijzingen dat veel haaien langer leven dan eerder werd gedacht. Uit een nieuwe analyse van de gegevens van ruim vijftig onderzoeken blijkt nu dat de levensduur van veel haaiensoorten, roggen en andere kraakbeenvissen ‘stelselmatig’ wordt onderschat.
Dat komt doordat nieuwere methoden om de leeftijd van haaien te bepalen, zoals koolstofdatering via radioactiviteit van bommen, preciezere resultaten opleveren dan de gebruikelijke methode van het tellen van de ‘jaarringen’ in de wervels van de dieren, vertelt de auteur van het artikel Alastair Harry. Hij werkt als visserijwetenschapper aan de Australische James Cook University.
“Wetenschappers waren zich wel bewust van [te lage leeftijdsschattingen], maar realiseerden zich mogelijk nog niet hoe groot de verschillen zijn en hoe vaak dit gebeurt,” aldus Harry.
Uit de resultaten, die onlangs werden gepubliceerd in het tijdschrift Fish and Fisheries, blijkt dat veel haaien, zoals witte haaien, zandtijgerhaaien of schemerhaaien, veel langer rondzwemmen dan werd gedacht.
Vorig jaar nog ontdekten wetenschappers dat Groenlandse haaien, die in het ijskoude water rond het noordpoolgebied leven, mogelijk eeuwen oud kunnen worden.
Waarschijnlijk levert dit problemen op bij het beschermen van de dieren, aldus wetenschappers.
Bot vangen
Door opnieuw te kijken naar 53 eerder bestudeerde haaienpopulaties, ontdekte Harry dat de leeftijden van dertig procent van die populaties te laag waren ingeschat.
Het is moeilijk om de leeftijd van een haai te bepalen. Ze hebben geen otolieten, zoals beenvissen. Dat zijn structuren van calciumcarbonaat in het binnenoor waarvan continu nieuwe lagen ontstaan. Daardoor kan, op ongeveer dezelfde manier als bij de jaarringen van bomen, de leeftijd worden bepaald.
Dus hebben haaienonderzoekers tientallen jaren lang gebruik gemaakt van het beste alternatief dat voorhanden was: verkalkte ‘jaarringen’ die ontstaan op de kraakbeenwervels van haaien.
Het tellen van deze ringen is evenzeer een kunst als een wetenschap. Er kunnen verschillen zitten in het aantal ringen dat onderzoekers tellen bij een bepaalde haai, en soms wordt er een gemiddelde genomen, vertelt George Burgess. Hij is voormalig directeur van het onderzoekprogramma naar haaien van het Florida Museum of Natural History en was niet betrokken bij het nieuwe onderzoek.
Hoe ouder een haai is, hoe minder zijn ‘jaarringen’ overeenkomen met zijn leeftijd, blijkt uit de nieuwe bevindingen. En dus zijn de ringen niet altijd een goede indicator, aldus Harry.
Inslaan als een bom
Gregor Cailliet, emeritus hoogleraar aan de Moss Landing Marine Laboratories in Californië, hield zich al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw bezig met de leeftijdsbepaling van haaien. De ringmethode heeft in zijn woorden ‘the good, the bad and the ugly’ opgeleverd.
“‘The good’ waren de resultaten waarbij de groeizones en de gevalideerde leeftijden met elkaar overeenkomen. ‘The bad’ is als er niets over te zeggen valt. ‘The ugly’ zijn de keren dat er verschillen blijken te zijn.”
De zorgvuldige analyse van Harry toont aan hoe moeilijk het is om de leeftijd van haaien te bepalen, vooral bij oudere exemplaren, voegt Cailliet daaraan toe.
Wetenschappers hebben inmiddels vastgesteld dat onderzoek naar koolstofisotopen in de jaarringen van haaien betrouwbaarder is dan de eerder gebruikte methode. Deze isotopen zijn een soort ‘poststempels’ voor haaien die al leefden toen de atmosfeer in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw vervuild raakte met radioactieve koolstof door proeven met kernbommen.
Zo deden wetenschappers in 2007 bijvoorbeeld onderzoek naar haringhaaien voor de kust van Nieuw-Zeeland. Ze constateerden dat sommige dieren 65 jaar of ouder waren, wat twee keer zo oud was als uit hun jaarringen bleek.
Een vinnig probleem
Er is meer onderzoek nodig naar de leeftijd van haaien. Van de 1200 bekende soorten haaien en roggen, zijn slechts enkele tientallen soorten bestudeerd.
Maar het onderzoek van Harry geeft reden tot bezorgdheid. “Ik twijfel er niet aan dat deze vissen nogal wat ouder kunnen worden dan [blijkt] uit onze methode van het tellen van kalkringen. Dat is zorgelijk,” stelt Burgess.
Dierenbeschermers baseren hun aanbevelingen voor de bescherming van haaien op de levensduur van de dieren. Daarom kan een te lage inschatting van die leeftijd slecht uitpakken voor haaiensoorten die in aantal achteruitgaan.
De keizerbaars is daar een goed voorbeeld van. Er werd gedacht dat deze diepzeevissen zo'n dertig jaar oud konden worden. Daarop waren ook de richtlijnen voor het vissen op deze dieren gebaseerd. Maar nu blijkt dat de dieren ruim honderd jaar oud kunnen worden, en dat het ook veel langer duurt dan gedacht voordat ze volwassen zijn en zich voort gaan planten. De soort is zich nog steeds aan het herstellen van overbevissing.
Maar zo werkt wetenschap, merkt Burgess op.
“Onze stellingen zijn niet in steen gebeiteld. Ze zijn eerder in zand geschreven. Ze spoelen weg bij een volgende golf en dan passen we de formule aan.”