In de woonkamer van een huis aan het einde van een smalle landweg in Centraal-Vietnam, op een steenworp van de hoofdweg, werd het skelet van een tijger op de vloer uitgelegd – het enige complete skelet dat te koop was, zei een man tegen het tweetal bezoekers.
Het was een aantrekkelijk aanbod voor iemand die bijvoorbeeld wijn uit tijgerbotten wilde maken, een populair drankje dat wordt gebrouwen door de botten in rijstwijn te laten weken. Maar de bezoekers waren meer geïnteresseerd in levende tijgers.
Na het voeren van wat discussies werden ze meegenomen naar een naburig huis. Wie de eigenaar ervan ook was, hij was zeker niet arm. Het huis zat goed in de verf en had een groot geplaveid voorerf. Overal stonden bomen, en voor de deur meerdere dure SUV’s. Het huis werd beschermd door een hoog stalen hek.
Het gezelschap liep door de woonkamer naar het achterhuis. Daar verwijderde een vrouw een segment uit de muur zodat er een verborgen deur zichtbaar werd. Erachter stonden drie kooien met per kooi een tijger, vastgeketend in het donker. In de buurt stond een mand met een paar honderd kippenkoppen. De bezoekers hoorden een van de tijgers grommen en in zijn kooi ijsberen.
Op het achtererf hadden ze nog meer tijgers, zei de vrouw. Ze nodigde de bezoekers uit om in de woonkamer een kop thee te drinken en haar aanbod te bespreken. Ze konden een van de tijgers kopen, tegen een prijs die werd vastgesteld per kilo, plus een extra vergoeding voor het verwerken van het vel. Bij de prijs inbegrepen was de levering aan diverse steden in China, en als ze dat wensten, kregen de kopers zonder extra kosten ook de botten, tanden, genitaliën en klauwen van het dier.
Ze zeiden tegen de vrouw dat ze erover zouden nadenken, waarna ze vertrokken.
De bezoekers waren onderzoekers van de Wildlife Justice Commission(WJC) die undercover op pad waren. Deze in Den Haag gevestigde non-profitorganisatie streeft naar het blootleggen van de criminele netwerken achter de illegale smokkel in wilde dieren. Sinds 2016 richt ‘Operatie Hinderlaag’ (Operation Ambush) van de WJC zich op tijgerfokkerijen in Zuidoost-Azië, waar tijgers gevangen worden gehouden en worden verkocht. De organisatie heeft National Geographic inzage gegeven in verschillende onderzoeken, foto’s en video-opnamen – samen bieden ze een zeldzaam inkijkje in de zwarte markt in wilde dieren en onderdelen ervan, een markt waarin jaarlijks miljarden dollars omgaan.
Tijgers in gevangenschap
De illegale handel in wilde dieren en planten – van olifantenslagtanden tot wilde orchideeën – richt aan tienduizenden soorten in de wereld grote schade aan. De handel wordt steeds beter georganiseerd, met netwerken die de illegale stroperij, smokkel en verkoop van wilde dieren met veel smeergeld onderhouden en enorme winsten maken. De illegale handel in gevangen tijgers en onderdelen ervan is slechts een klein onderdeel van deze wereldhandel.
Waarschijnlijk leven minder dan vierduizend tijgers nog in het wild, maar ruim achtduizend tijgers worden gevangengehouden in centra in China, Laos, Thailand en Vietnam. Sommige van deze centra hebben een vergunning van hun overheid, zijn toegankelijk voor het publiek en doen zich voor als dierentuinen, opvangcentra of attractieparken. Een voorbeeld is de beruchte ‘Tijgertempel’ in Thailand, die onder het mom van een toeristische trekpleister werd beheerd. Veel centra doen meer denken aan industriële fokkerijen, waar tijgers als veedieren in hoog tempo worden gefokt om aan de vraag naar tijgeronderdelen uit vooral China en Vietnam te kunnen voldoen. Weer andere centra zijn niet meer dan kleine kelders of kooien achter een huis waarop geen enkel wettelijk toezicht is.
De botten van gevangen tijgers worden vaak verwerkt tot wijn of tot een vermeend geneeskrachtige pasta; het vel wordt gebruikt voor het stofferen van meubels of als tapijt of muurdecoratie; en de tanden kunnen in goud worden gezet en als sieraden worden verkocht. Onder sommige Chinezen en Vietnamezen is het dragen, tonen of consumeren van tijgerproducten een geliefd statussymbool.
Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw werden in China tijgerfokcentra opgezet in een poging om de stroperij van wilde tijgers tegen te gaan, maar volgens natuurbeschermers hebben deze centra de illegale handel alleen maar aangewakkerd. “Alleen al het feit dat dit soort centra bestaan, kan een uitnodiging zijn aan wildstropers om deze centra te bevoorraden,” zegt Kanitha Krishnasamy, waarnemend directeur van de afdeling Zuidoost-Azië van TRAFFIC, de organisatie die de handel in wilde dieren bijhoudt. Bovendien draagt het bestaan van de centra er volgens haar toe bij dat het negatieve stigma op het gebruik van onderdelen van zulke zeldzame dieren wordt ondermijnd.
De commerciële internationale handel in tijgers en tijgeronderdelen werd in 1987 verboden door de landen die waren aangesloten bij de CITES-conventie (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora; ‘Conventie inzake de internationale handel in bedreigde soorten wilde dieren en planten’). In 2007 besloten de CITES-landen tot een verbod op het fokken van tijgers voor commerciële doeleinden.
Maar tijgers in legale gevangenschap duiken steeds vaker op in de illegale tijgerhandel. De in Londen gevestigde Environmental Investigation Agency (EIA), die het aantal inbeslagnames van tijgers en tijgeronderdelen bijhoudt, schat dat bijna 38 procent van de levende, ingevroren of opgezette tijgers die tussen 2010 en halverwege 2018 door autoriteiten in beslag zijn genomen, afkomstig zijn uit ‘legale’ gevangenschap. De organisatie baseert die schatting op de staat van de tijgervellen en op de omstandigheden waarin ze werden verhandeld.
Kelders en achtererven
De woning in Vietnam waar tijgers in het achterhuis waren verborgen, leek een familiebedrijfje te zijn. “Het is een van de vele kleine huishoudens in Vietnam die meerdere tijgers houden,” zegt Doug Hendrie, hoofd van de afdeling wildcriminaliteit van Education for Nature – Vietnam (ENV), een organisatie die sinds 2007 onderzoek doet naar de handel in gevangen tijgers.
In Vietnam worden de meeste tijgers in gevangenschap gehouden door openbare of private dierentuinen met een officiële vergunning. Maar er wordt vermoed dat veel van deze centra de illegale handel voeden. Daarnaast is bekend dat in de provincie Nghe An, in het noorden van Centraal-Vietnam, tijgers op illegale wijze in kelders of op achtererven worden gehouden. Dat is ook het gebied waar de WJC op onderzoek ging.
De oudere zus van de vrouw die het aanbod aan de onderzoekers deed, had uitgelegd dat zij als kopers het doden van de dieren mochten bijwonen zodat ze zeker wisten dat het om de tijger ging die ze hadden uitgekozen. Ze moesten van tevoren een aanbetaling van dertig procent overmaken naar haar Chinese bankrekening, waarna de resterende zeventig procent werd betaald nadat de tijgeronderdelen in China waren afgeleverd.
“Beide zusters waren heel relaxed,” zegt een van de WJC-onderzoekers, die zich voordeden als Chinese kopers. “Voor hen is het gewoon zakendoen. Een manier om geld te verdienen.”
Hoewel het merendeel van de vraag naar tijgeronderdelen uit China afkomstig is, kent ook Vietnam een lange geschiedenis in de consumptie van tijgeronderdelen. Een traditioneel heelmiddel dat uniek is voor Vietnam, is tijgerbottenpasta, legt Krishnasamy uit. In Vietnam is de binnenlandse handel in tijgeronderdelen illegaal en de vraag naar tijgerbottenpasta is een van de voornaamste redenen voor de illegale handel in het land.
Meestal begint het proces wanneer een tussenpersoon een groep mensen om zich heen verzamelt die gezamenlijk één tijger kopen, legt Hendrie uit. De tussenpersoon zoekt vervolgens een illegale tijgerhandelaar, handelt de financiële transactie af en ziet toe op de levering. De kopers komen ten slotte bijeen om het dier te koken en verwerken.
De tussenpersoon is ook verantwoordelijk voor het inhuren van een tijgerbotten-‘kok’, een specialist die de pasta bereidt. De ‘kok’ kookt de botten gedurende zeven dagen, vaak samen met beenderen van andere dieren, vertelt Hendrie. De bruine, papachtige substantie die achterblijft, wordt uitgegoten, gedroogd en in blokken gesneden. Iedere koper ontvang een aantal blokken, die voor eigen gebruik worden bewaard, doorverkocht of als geschenk weggegeven. Volgens Hendrie wordt er doorgaans een stukje van een pastablok afgeschaafd, met wijn gemengd en dan opgedronken.
Tijgers importeren
Tijdens het eerste onderzoek van de WJC-speurders in Vietnam vertelde de jongere zuster dat haar familie “de meeste tijgervellen bezit.” Tijdens een van de ontmoetingen liet ze hen een achterkamer zien waarin vier tijgervellen op houten rekken waren opgespannen en ook twee gedroogde vellen lagen. Nog eens twee vellen lagen te weken in een of ander desinfecterende vloeistof. Een negende tijger was in zijn geheel opgezet.
Om aan de vraag te kunnen voldoen moest de familie volgens haar af en toe tijgers uit Laos importeren. De westgrens van Vietnam is een van de gebieden waar de handel in tijgers in gevangenschap en de smokkel van wilde tijgers veel voorkomt, dus ging de WJC ook daar op onderzoek uit.
Een van de plekken die de onderzoekers bezochten, was Muang Thong, een beruchte tijgerfokkerij in Laos die al vele jaren banden heeft met de internationale smokkel van tijgers. In 2009 verklaarde een manager van Muang Thong tegenover het Laotiaanse tijdschrift Target dat “buitenlandse zakenlui hier op de fokkerij naar tijgers zijn komen kijken, maar dat ze besloten om niets te kopen omdat de tijgers niet groot genoeg voor de export waren.” De commerciële export zou illegaal zijn geweest.
Het tijdschrift zag ook aanwijzingen voor banden tussen Muang Thong en Vinasakhone, een Laotiaans bedrijf dat volgens onthullingen van The Guardian in 2016 tot het kleine aantal ondernemingen behoorde die van de regering een vergunning kregen om grote hoeveelheden beschermde diersoorten via bepaalde grensovergangen te exporteren, in weerwil van zowel de CITES-conventie als de Laotiaanse wetgeving. In 2016 bracht het secretariaat van de CITES een rapport uit over een bezoek aan de “tijgerfokkerij Vinasakhone”. Een vertegenwoordiger verklaarde tegenover National Geographic dat dit centrum ook als Muang Thong bekend stond.
The Guardian berichtte ook dat er duidelijke aanwijzingen waren voor het illegaal doden en verkopen van tijgers door Vinasakhone; de tijgers werden verkocht aan kopers in Vietnam, China en de ‘Gouden Driehoek’ rond het drielandenpunt van Laos, Thailand en Myanmar, een gebied waar de illegale smokkel van mensen, wilde dieren en drugs alomtegenwoordig is.
De manager van Muang Thong die met de onderzoekers van de WJC sprak, legde uit dat de tijgers op bestelling worden gedood. Een potentiële koper, meestal een Vietnamees, spreekt met de eigenaar van de fokkerij af om op bezoek te komen en een tijger uit te kiezen. De tijger wordt meestal door middel van een spuitje gedood. Dan wordt het dier door een slager – die vaak door de koper wordt meegebracht – geslacht en verwerkt.
“Het gaat erom dat op het hele proces wordt toegezien,” zegt Sarah Stoner, hoofd van de inlichtingenafdeling van de WJC. “Je koopt het hele dier als een kostbaar goed en dan mag je ermee doen wat je wilt.”
Een van de Vietnamese zusters vertelde de onderzoekers dat de familie tijgerwelpjes uit Afrika aankocht. Volgens een recent rapport van twee Zuid-Afrikaanse ngo’s telt het land minstens 56 centra waar tijgers in gevangenschap worden gehouden. Volgens cijfers van de CITES werden sinds 2010 meer dan vijftig levende tijgers vanuit Zuid-Afrika naar Vietnam vervoerd. Zuid-Afrika exporteert ook leeuwenbotten naar Zuidoost-Azië, die volgens Krishnasamy als tijgerbotten worden verkocht en dan in de illegale handel belanden. Volgens de Born Free Foundation, een dierenwelzijnsorganisatie, was tussen 2008 tot en met 2015 bijna 98 procent van de leeuwenskeletten die vanuit Zuid-Afrika werden geëxporteerd, voor Vietnam of Laos bestemd. Een van de Laotiaanse importeurs was Vinasakhone.
Beloften van overheden
In mei kondigde de Laotiaanse premier Thongloun Sisoulith een verbod op het openen van nieuwe fokkerijen voor wilde dierenaf en liet hij weten dat bestaande fokkerijen moesten worden omgevormd tot dierentuinen en safariparken. De aankondiging volgde op de Laotiaanse toezegging op een CITES-conferentie in 2016, waar Laos beloofde om op zoek te gaan naar manieren om al zijn tijgerfokkerijen te sluiten.
“Dit verbod is zeer zorgwekkend, want het houdt in dat de eigenaren van de zes bekende fokkerijen, die allemaal worden beschuldigd van betrokkenheid bij de illegale handel, niet worden vervolgd,” schreef Debbie Banks, hoofd van het tijgerprogramma van de EIA, in een e-mail. “Ten tweede: als dit het model is dat we ook in Thailand hebben gezien – waar toeristen met tijgers kunnen omgaan, de dieren in een hoog tempo worden gefokt en veel van deze centra worden beschuldigd van heimelijke betrokkenheid bij de illegale handel – dan vrezen we dat een soortgelijke illegale handel en fokkerij in Laos zal voortbestaan.”
De Laotiaanse regering wilde niet antwoorden op ons verzoek om commentaar.
Muang Thong is al in tweeën gesplitst, waarbij een nieuwe onderneming tot een attractiepark met tijgers zal worden omgevormd.
Vietnam heeft dit jaar het bezit van tijgers als misdrijf in zijn nieuwe wetboek van strafrecht opgenomen en de maximumstraf voor het transporteren, verhandelen en smokkelen van tijgers en andere beschermde diersoorten verhoogd. Desalniettemin hebben veel dierentuinen in Vietnam volgens Hendrie nog altijd een vergunning om tijgers te fokken, zodat ze nog vele jaren tijgers aan de illegale handel kunnen leveren. Ook de Vietnamese regering en de milieupolitie van het land reageerden niet op onze verzoeken om commentaar.
Vietnam beschikt inmiddels over voldoende robuuste wetgeving om de illegale tijgerhandel aan te pakken, maar in de strijd tegen de georganiseerde wildcriminaliteit, en soms ook tegen corruptie, schiet de handhaving vaak tekort wegens het gebrek aan middelen en expertise, aldus Stoner.
En er is nog een ander obstakel: “In onze ervaring zien we dat Vietnamese eigenaren van tijgers vaak wantrouwiger staan tegenover Vietnamese dan tegenover Chinese kopers, waardoor het voor de Vietnamese politie lastiger is om undercover te werken,” zegt het hoofd van de inlichtingendienst van de WJC, die om veiligheidsredenen anoniem wil blijven. Het is veel minder waarschijnlijk dat een Chinees als undercoveragent werkt, zegt hij. Daarom deelt de WJC zijn informatie altijd met overheden en biedt aan om met de autoriteiten samen te werken, bijvoorbeeld door het ‘uitlenen’ van undercover-agenten.
De organisatie werkt in dit geval samen met de Vietnamese autoriteiten en ‘Operatie Hinderlaag’ is nog gaande. Gewoonlijk zoekt de WJC niet de publiciteit voordat zo’n onderzoek is afgerond, maar de commissie meent dat het nu belangrijk is om meteen licht te werpen op de wrede en schimmige wereld van de Aziatische tijgerhandel en er zo snel mogelijk iets aan te doen.
“Iedereen in dit dorp weet wat ze aan het doen zijn,” zegt de onderzoeker die het huis in Vietnam bezocht en met National Geographic sprak. Toch gaat de illegale handel gewoon door.
De non-profitorganisatie Wildlife Watch is een onderzoeksjournalistiek project van de National Geographic Society en National Geographic Partners, met speciale aandacht voor wildcriminaliteit en de uitbuiting van wilde dieren. Lees meer verhalen over wildcriminaliteit op de website van Wildlife Watchen over de missie van de National Geographic Society op nationalgeographic.org. Stuur tips, commentaren en verhaalideeën naar ngwildlife@natgeo.com.
Kijk ook op: www.nationalgeographic.nl/wildcriminaliteit
Dit verhaal werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com