Je doet het bijna onwillekeurig: als je in de spiegel een vlekje op je gezicht ziet, veeg je het af. Het lijkt heel simpel, maar er zijn maar een paar bijzonder slimme soorten, waaronder de orang-oetan en de dolfijn, die deze vaardigheid delen met de mens. Zelfs kinderen herkennen zichzelf pas in een spiegel als ze anderhalf tot twee jaar oud zijn.

Maar uit nieuw onderzoek dat onlangs online werd gepubliceerd op BioRxiv.org, blijkt opmerkelijk genoeg dat ook de gewone poetslipvis, een kleine tropische rifvis, zichzelf in een spiegel kan herkennen. Het is voor zover bekend de eerste vis die zoiets kan.

Wetenschappers gebruiken de ‘spiegelproef’ al sinds de vorige eeuw om vast te stellen of een dier in staat is zichzelf te herkennen – en misschien zelfs over een vorm van zelfbewustzijn beschikt. Zelfbewustzijn houdt in dat een mens of dier een alledaags inzicht heeft in zijn eigen geestelijke toestand, waaronder gedachten en emoties, en ook weet hoe hij eruitziet. Zelfherkenning is beperkter, namelijk tot het laatste. Het is onduidelijk in hoeverre zelfherkenning ook op een vorm van zelfbewustzijn wijst.

Door een stipje of kruisje op het onderzoeksobject te plaatsen en het dier dan voor een spiegel te plaatsen, kunnen onderzoekers zien of het dier zichzelf opneemt en met de stip op zijn lichaam aan de slag gaat. Als dieren voor de test slagen, blijkt daaruit dat ze begrijpen dat hun reflectie (met de stip) in de spiegel een weergave van hun eigen lichaam is, en niet een of andere soortgenoot.

Alleen dieren die als zeer intelligent worden beschouwd, zijn voor de spiegelproef geslaagd: mensapen, dolfijnen, olifanten en eksters. Maar het idee dat zelfbewustzijn is voorbehouden aan een slimme elite van warmbloedige zoogdieren en vogels, wordt nu ter discussie gesteld door het nieuwe onderzoek.

De studie is verkennend en nog niet door andere wetenschappers beoordeeld, maar als de resultaten ervan steekhouden, roepen ze de mogelijkheid op dat meer dieren over een voortgeschreden ‘zelfbeeld’ beschikken dan tot nu toe werd gedacht.

Het onderzoeksteam onder leiding van Masanori Kohda, bioloog aan de Osaka City University in Japan, gebruikte de spiegelproef aanvankelijk voor het testen van een specifieke familie van vissen, de cichliden. Van deze vissen wordt vermoed dat ze beschikken over dezelfde basisintelligentie die is te vinden bij andere soorten die voor de spiegelproef zijn geslaagd.

“Sommige sociale cichliden zijn zó intelligent dat ze net als primaten verschillende familieleden kunnen onderscheiden – dus echt individuen kunnen herkennen,” zegt Kohda.

Maar deze visjes konden zichzelf niet in de spiegel herkennen.

Het team richtte zich vervolgens op een andere kandidaat: de gewone poetslipvis (Labroides dimidiatus). Dit visje van niet meer dan een vingerlengte leeft in de warme wateren van ondiepe riffen in de Indische en Stille Oceaan en ontleent zijn naam aan de unieke rol die hij in het rif speelt: het schoonmaken van (meestal) veel grotere vissen, door ze van stukjes dode huid, slijm en parasieten te ontdoen.

Poetslipvisjes hadden al de reputatie de slimsten onder hun geschubde broertjes en zusjes te zijn, want ze manipuleren hun ‘klanten’ op verschillende manieren om zoveel mogelijk voedingsstoffen van hen te kunnen afknabbelen, terwijl ze hun klanten tegelijkertijd rustig houden. Poetslipvisjes lijken honderden afzonderlijke vissen en hun relaties met elk van deze vissen uit elkaar te kunnen houden. De piepkleine visjes verhogen zelfs de mentale scherpte van andere vissen door ze van schadelijke en afleidende parasieten te ontdoen.

Eerste inzichten

Hoe goed zouden deze intelligente visjes het bij de spiegelproef doen?

Om dat uit te zoeken plaatsten Kohda en zijn team tien poetslipvissen die in het wild waren gevangen in aparte tanks met daarin een spiegel. Veel van de visjes reageerden aanvankelijk agressief op hun spiegelbeeld (door ermee te gaan ‘bekvechten’), waarbij ze de reflectie blijkbaar aanzagen voor een soortgenoot in hun territorium.

Maar na een tijdje maakte dit gedrag plaats voor iets veel interessanters. De visjes begonnen zich vreemd te gedragen, waarbij ze hun spiegelbeeld naderden terwijl ze op hun rug zwommen of heel snel op de reflectie afzwommen om vlak vóór de spiegel te stoppen. In deze fase van het onderzoek waren de lipvisjes volgens de wetenschappers bezig met het “testen van mogelijkheden”: ze interacteerden met hun spiegelbeeld en begonnen misschien in te zien dat ze naar zichzelf keken, in plaats van naar een andere poetslipvis.

Toen de poetslipvisjes eenmaal gewend waren aan de spiegels, injecteerden de onderzoekers bij acht van de visjes een niet-schadelijke bruine kleurstof onder de huid. Sommige van deze aangebrachte vlekjes zaten op plekken die de visjes alleen met behulp van een spiegel konden zien, bijvoorbeeld op hun keel. Toen de visjes hun spiegelbeeld zagen (en de vlek op hun huid), probeerden ze die weg te vegen door met hun huid langs omringende oppervlakken te wrijven, wat erop wijst dat ze de vlek waarschijnlijk voor een parasiet aanzagen.

Opvallend was dat de lipvisjes hun keel alleen voor de spiegel afveegden, en alleen als de vlek in kwestie gekleurd was. Vissen die met een transparante kleurstof waren geïnjecteerd, wreven hun huid niet af. Ook visjes met een kleurige vlek die geen spiegel in de buurt hadden, reageerden er niet op. Alleen wanneer de visjes de vlek in een spiegel konden zien, probeerden ze hem af te vegen, wat erop wijst dat ze hun eigen lichaam in hun spiegelbeeld herkenden.

Toen Kohda dit gedrag observeerde, viel hij letterlijk achterover van verbazing.

“Toen ik voor het eerst een video van het wrijfgedrag van visjes met een vlek op hun keel zag, was ik zó verrast dat ik van mijn stoel viel,” vertelt hij.

Voor en na het wrijven bekeken de lipvisjes de vlek op hun keel ook in de spiegel, waarbij het leek alsof ze zich in allerlei bochten draaiden om beter zicht op de vlek te krijgen en controleerden of ze de ‘parasiet’ al hadden verwijderd.

Voorlopig geslaagd

Redouan Bshary, een bioloog van de Université de Neuchâtel in Zwitserland die het gedrag en de cognitie van poetslipvissen bestudeert, is onder de indruk van de bevindingen en denkt dat de houdingen die de visjes voor de spiegel aannamen, volstrekt uniek zijn.

“Ik heb nog nooit een poetslipvis op z’n rug zien zwemmen en ik heb ook nog nooit een poetslipvis zijn keel zien schoonwrijven,” zegt Bshary, die niet bij de nieuwe studie was betrokken. “Dit is nieuw gedrag, dat ogenschijnlijk direct met de spiegel is verbonden.”

Bshary prijst de onderzoekers ook voor het volgen van de lipvissen over een langere periode. Hij heeft poetslipvissen aan het begin van spiegelproeven zien ‘bekvechten’, waarna deze tests werden beëindigd, zodat de het latere gedrag van de visjes nooit werd opgemerkt.

Maar Gordon Gallup – evolutionair psycholoog aan de State University of New York in Albany en uitvinder van de spiegelproef – is niet overtuigd. Volgens Gallup zijn poetslipvissen bijzonder gevoelig voor ectoparasieten op de lichamen van andere vissen – als gevolg van hun ‘beroep’ als schoonmaakvissen – en kan dat hun gedrag deels verklaren.

Poetslipvissen stonden er al om bekend dat ze in vergelijking tot hun lichaamsomvang heel intelligent zijn Zo kunnen ze symbiotische relaties met andere vissen zoals deze gevlekte lipvis rechts aangaan maar tot nu toe was niet bekend dat ze misschien ook een vorm van zelfbewustzijn hebben
Poetslipvissen stonden er al om bekend dat ze in vergelijking tot hun lichaamsomvang heel intelligent zijn. Zo kunnen ze symbiotische relaties met andere vissen (zoals deze gevlekte lipvis, rechts) aangaan, maar tot nu toe was niet bekend dat ze misschien ook een vorm van zelfbewustzijn hebben.
Paul Sutherland, National Geographic Creative

“Het zou geen verrassing moeten zijn dat ze langer aandacht besteden aan gekleurde vlekken, die op ectoparasieten lijken en die zich op vissen lijken te bevinden die alleen in de spiegel zijn te zien,” zegt hij.

Volgens Gallup kunnen de vreemde houdingen voor de spiegel een aangeleerde manier zijn om de ‘andere vis’ in de spiegel te manipuleren, zodat de poetslipvisjes de vlek beter kunnen bekijken.

“Het afwrijven van de keel kan gewoon een manier zijn om de ‘andere vis’ in de spiegel erop te wijzen dat er ogenschijnlijk een ectoparasiet op zijn keel zit,” zegt Gallup.

Maar Kohda vindt dat deze alternatieve uitleg van het gedrag niet verklaart waarom de lipvisjes zichzelf ook na het afwrijven van de vlek in de spiegel controleren.

“Het totaal van onze bevindingen kan alleen verklaard worden door de hypothese dat de poetslipvissen hun spiegelbeeld herkennen als hun eigen lichaam,” aldus Kohda.

Zelfbewustzijn, of iets simpelers?

Als de poetslipvis inderdaad voor de spiegelproef is geslaagd, betekent het dan dat deze vis over een vorm van zelfbewustzijn beschikt? Misschien. Maar het kan ook betekenen dat de proef zelf niet goed aangeeft wat de visjes in werkelijkheid lijken te doen.

Michael Platt – een cognitief neurowetenschapper aan de University of Pennsylvania die niet bij de nieuwe studie was betrokken – vindt dat het onderzoek “fascinerend is en goed is uitgevoerd.”

Volgens Platt toont de studie hetzij aan dat veel meer dieren een vorm van ‘zelfbeeld’ hebben dan we tot nu toe dachten, hetzij dat de spiegelproef eigenlijk weinig zegt over zelfherkenning. Het kan ook zijn dat de vissen leren om te gaan met een spiegel en dat ze daardoor de contouren van hun eigen lichaam kunnen identificeren.

“Het is onmogelijk om te bepalen welke van deze twee conclusies de juiste is, want dieren kunnen niets over zichzelf vertellen of hun ervaringen met ons bespreken,” zegt Platt.

En als de test inderdaad op een abstracte vorm van zelfbewustzijn wijst? Dat zou betekenen dat vissen – en mogelijk nog veel meer dieren die tot nu toe niet werden geacht over een ‘zelfbeeld’ te beschikken – geestelijke vermogens hebben die verrassend veel lijken op die van de mens.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com