Het is half zes ’s avonds en op de rivier de Mekong drijven verschillende bootjes met toeristen. Door de roodoranje gloed van de zon op het troebele, bruine water is dit een uitgelezen moment om foto's te maken van de zeldzame Irrawaddydolfijnen die rondzwemmen in de diepe, kolkende poelen. Maar zoals de toeristen vandaag merken, zijn de dolfijnen bepaald geen gewillige fotomodellen.

De Irrawaddydolfijn, die zo'n tweeënhalve meter lang kan worden, ziet er met zijn stompe neus ontegenzeggelijk schattig uit. Maar terwijl zijn in zee levende soortgenoten regelmatig helemaal uit het water opspringen en in een rechte lijn zwemmen, komt deze dolfijnsoort slechts gedeeltelijk boven het water uit voordat hij weer onderduikt. De dieren komen op een willekeurige plek even boven, om even later ergens honderd meter verderop weer op te duiken. Het geklik van de toeristencamera's dat volgt op iedere glimp van een dier is steevast te laat.

Deze verdwijntruc is indrukwekkend. Maar de meest bewonderenswaardige prestatie van deze dolfijnen is misschien nog wel dat ze uiteindelijk nietzijn verdwenen.

Tientallen jaren lang stond de populatie Irrawaddydolfijnen in de rivier de Mekong op het punt van uitsterven.Het aantal dieren, dat ooit in de duizenden werd geschat, begon vanaf de jaren zeventig te kelderen. Tijdens het schrikbewind van de Rode Khmer en de daaropvolgende oorlogsjaren werd op de dolfijnen gejaagd voor voedsel. Daarnaast eiste ook de ongedifferentieerde netvisserij zijn tol, doordat de dolfijnen als bijvangst in de netten eindigden. Aan het begin van het nieuwe millennium waren er uiteindelijk nog geen honderd dieren over.

Een samenwerkingsverband tussen het Wereld Natuur Fonds (WNF) en de Cambodjaanse regering leidde rond 2005 tot een aantal beschermingsmaatregelen waardoor werd opgetreden tegen schadelijke visserijpraktijken, zoals het gebruik van gif en dynamiet. In diezelfde periode begon de Cambodjaanse regering de dolfijnen te promoten als een bijzondere soort en een bezienswaardigheid voor toeristen. De aanpak van illegale activiteiten kost echter tijd en uit een telling van de dieren in 2015 bleek dat er nog maar tachtig exemplaren over waren.

Maar afgelopen jaar kon er goed nieuws worden gemeld. Bij een nieuw onderzoek werden 92 dolfijnen in de Mekong geteld, het hoogste aantal in ruim twintig jaar. De onderzoekers ontdekten negen pasgeboren kalfjes en dit jaar werden er nog eens drie aangetroffen. Eng Chea San, de directeur-generaal van het Cambodjaanse departement van Visserij, stelt dat er mogelijk nog eens ruim tien dolfijnen in de rivier voorkomen die eerder niet waren gezien.

En toch vindt iedereen het te vroeg om te juichen. Het aantal dolfijnen ligt nog steeds dik onder de grens van wat als veilig wordt beschouwd voor het voortbestaan van de soort. Er is nog steeds sprake van een heel scala aan risicofactoren. De belangrijkste daarvan is de geplande bouw van een nieuwe dam in Sambor in Cambodja, die goed is voor 2.600 megawatt, en die een fikse hap zou nemen uit het belangrijkste leefgebied van de dolfijnen. Daarnaast stelt ook een hoog sterftecijfer onder jonge dolfijnen, onderzoekers voor een raadsel.

Desondanks zegt Mark Drew: “Mogelijk hebben we de trend kunnen ombuigen.” Drew is een programmadirecteur van het WNF in Cambodja, dat een voortrekkersrol speelde in de campagne voor de dolfijnen. De landendirecteur van Cambodja van het WNF, Teak Seng, noemt het “fantastisch nieuws”, maar voegt daaraan toe dat er geen reden is om tevreden achterover te leunen. “De dieren worden nog steeds bedreigd, dus we moeten ons juist extra inzetten voor de bescherming van de dolfijnen, zowel om hun eigen toekomst veilig te stellen als die van de omringende gemeenschappen.”

Sterren van het ecotoerisme

Rivierdolfijnen zijn minder beroemd dan hun in de zee levende neven en behoren tot de meest bedreigde diersoorten op aarde. In 2007 was de Chinese vlagdolfijn oftewel de baiji het eerste zoogdier in ruim vijftig jaar dat uitstierf en de eerste walvisachtige ooit die dankzij de mens uitstierf, volgens een onderzoek van de Royal Society.

De Irrawaddydolfijn die met zijn ronde kop net een kleine beloega lijkt, komt voor in brakke wateren bij de kust, riviermondingen en in estuaria in zuidelijk Azië. Maar in drie rivieren komen ondersoorten voor die in zoet water leven: in de Mahakam in Indonesië, de Irrawaddy in Myanmar en de Mekong, die ontstaat in het hoogland van Tibet en door zes Aziatische landen stroomt om uiteindelijk uit te komen in de Zuid-Chinese Zee.

De Mekong-populatie, waarvan gedacht wordt dat het de grootste van de drie is, komt in het noorden van Cambodja voor. Net als in de rest van Cambodja was daar tientallen jaren lang sprake van een intensieve druk door visserij. Het grootste gevaar voor de dolfijnen is dat ze verstrikt raken in kieuwnetten, waardoor ze verdrinken.

In 2012 riep de Cambodjaanse regering de hele loop van de rivier uit tot beschermde zone, met een absoluut verbod op visserij in het belangrijkste leefgebied van de dolfijnen. Er zijn 32 rivierwachters die deze regels handhaven en volgens de autoriteiten is het sterftecijfer van de dolfijnen drastisch gedaald. “Het is zeker zo dat we dankzij de beschermingsmaatregelen nu meer dolfijnen zien,” stelt Eam Sam Un, een onderzoeksmanager op het gebied van biodiversiteit voor het WNF.

Meer betrokkenheid van lokale gemeenschappen heeft ook geholpen, vertellen natuurbeschermers. De Irrawaddydolfijnen, die in Cambodja en Laos worden aanbeden omdat veel mensen de dieren zien als een reïncarnatie van hun voorouders, zijn een speerpunt geworden van de ontluikende ecotoerismesector in Cambodja. Dat heeft een gunstig effect op de inspanningen om de soort te behouden.

De aandacht voor de dolfijnen is uiteindelijk ook gunstig voor andere diersoorten in de Mekong-regio met zijn vele ecologische problemen, vertelt Zeb Hogan, een visbioloog aan de University of Nevada in de Amerikaanse stad Reno, die een USAID-onderzoeksproject leidt met de naam ‘Wonders of the Mekong’. “De dolfijn is een zogenaamde vlaggenschipsoort, hij is heel bekend in het gebied, zeer zichtbaar en er is nationaal en internationaal belangstelling voor de bescherming van de soort en de financiering daarvan,” vertelt hij. “Door de bescherming van de dolfijnen wordt ook het leefgebied van andere dieren in het gebied beschermd, zoals bedreigde schildpadden en grote vissen.”

Dolfijncatalogus

Onderzoekers kunnen nog steeds veel nieuws leren over het gedrag en de ecologie van de Irrawaddydolfijn, vertelt Lindsay Porter, een dolfijnexpert die naar Cambodja ging. Zij werkt bij de in Hongkong gevestigde unit voor onderzoek naar zeezoogdieren verbonden aan de Britse University of St. Andrews.

“We weten eigenlijk niet waarom de dolfijnen samenkomen in deze poelen, die soms wel vijftig meter diep kunnen zijn,” vertelt Porter. “Misschien is het vanwege de beschikbaarheid van voedsel, of omdat er minder verstoring is.”

Onderzoekers proberen gegevens bij te houden over alle exemplaren van de populatie, maar dat valt nog niet mee. De enige manier om de verschillende dieren uit elkaar te houden, is via hun kleine rugvinnen, die allemaal iets anders van vorm zijn. Doordat de dieren maar heel kort boven komen en dan ook nog niet met hun hele lijf te zien zijn, is het heel lastig om foto’s te maken waarmee ze te identificeren zijn.

“Dat betekent dat je veel tijd op het water moet doorbrengen,” vertelt Porter, die betrokken is bij een project om een update te maken van de gedetailleerde catalogus van individuele dolfijnen die de autoriteiten bijhouden. Porter en andere onderzoekers zijn ook bezig met plannen voor een onderzoek naar het complexe geluid dat de dolfijnen gebruiken als communicatiemiddel.

WNF-directeur Teak ziet de toekomst voor de dieren zonnig in. “De Irrawaddydolfijn is een van de levende schatten van Cambodja en het dier is een belangrijke indicator voor de gesteldheid van de Mekong rivier,” zegt hij. “Het herstel van deze soort biedt hoop voor de rivier en de miljoenen mensen die daar afhankelijk van zijn. Na jaren van hard werken is er nu eindelijk een reden om aan te nemen dat deze iconische dolfijnen kunnen worden behoed voor uitsterven.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com