Mensen zijn griezelig goed in het oppikken van hun naam te midden van een zee van lawaai, een vermogen dat door wetenschappers het ‘cocktailparty-effect’ wordt genoemd.

Maar nu hebben onderzoekers ontdekt dat ook honden dat kunnen – en er zelfs nog beter in zijn dan mensenbaby’s.

Tijdens een reeks experimenten ontdekten onderzoekers van de University of Maryland dat onze trouwe viervoeters hun naam kunnen onderscheiden als die op hetzelfde geluidsniveau of luider dan het omgevingsgeluid wordt uitgesproken.

De honden herkenden hun eigen naam ook wanneer die door een onbekende stem werd uitgesproken of vanuit een luidspreker klonk – wat erop wijst dat ze niet reageerden op iemands lichaamstaal, stembuiging of andere stimulansen.

De resultaten van het onderzoek, die in het tijdschrift Animal Cognition zijn gepubliceerd, leveren belangrijke nieuwe inzichten op voor mensen die werken met diensthonden. Deze honden krijgen vaak urgente opdrachten te horen van mensen die niet hun baasje zijn, en dat ook nog in een lawaaiige omgeving, aldus het onderzoek.

De studie benadrukt ook hoe belangrijk het voor hondenbezitters is om in drukke situaties de naam van hun hond te gebruiken.

“Sommigen zeggen dat je beter met handgebaren met je hond kunt communiceren, maar honden speuren vaak de ruimte af waarin ze zich bevinden om te zien wat er gebeurt, en dan missen ze die signalen,” zegt Stanley Coren, emeritus professor in de psychologie aan de University of British Columbia in Canada.

Basset hound

“Maar dit onderzoek zegt: nee, je kunt je hond door al het lawaai heen bereiken door zijn naam te gebruiken.”

Honden versus baby's

Voor het onderzoek riepen cognitiewetenschapper Amritha Mallikarjun en haar collega’s de hulp in van baasjes met verschillende soorten honden, waaronder huishonden, dienst- en geleidehonden, therapeutische honden en reddingshonden.

In het laboratorium werd elke hond samen met zijn baasje in het midden van een testruimte tussen twee luidsprekers opgesteld, zodat het dier zijn kop negentig graden moest draaien om naar een van beide luidsprekers te kijken.

Vervolgens speelden de onderzoekers de opname van een vrouwenstem af die de honden niet kenden. De stem sprak hetzij de naam van de hond uit, hetzij de naam van een andere hond met hetzelfde aantal lettergrepen en dezelfde klemtonen. De opnamen werden gecombineerd met omgevingsgeluiden – vergelijkbaar met het geroezemoes in een koffiebar – op drie verschillende lawaainiveaus.

Tijdens het experiment keken de onderzoekers of de hond zijn kop in de richting van de luidspreker draaide waaruit zijn naam klonk en hoe lang het dier naar die speaker luisterde. Uit de resultaten bleek dat de honden meer aandacht besteedden aan hun eigen naam en dat ze die naam ook uit omgevingsgeluid konden oppikken – althans tot op zekere hoogte.

Hoewel de honden hun naam op de eerste twee niveaus van omgevingslawaai konden oppikken, lukte dat niet wanneer het omgevingsgeluid luider was dan de klank van hun naam.

Volwassenen mensen kunnen hun eigen naam op alle drie niveaus horen, terwijl baby’s van dertien maanden oud hun naam alleen op het eerste niveau herkennen, dus alleen als de naam luider klonk dan het omgevingsgeluid.

Werkhonden doen het beter

Het zal misschien niet verbazen dat dienst- en andere werkhonden het iets beter deden dan huishonden. Dat komt waarschijnlijk mede doordat dit soort honden beter zijn getraind.

Bovendien “denk ik dat werkhonden het ook beter doen omdat mensen hun namen consequenter gebruiken,” zegt Rochelle Newman, medeauteur van de nieuwe studie. “We gebruiken toch heel vaak bijnamen voor onze huishonden.”

Dus als je je hond de helft van de tijd ‘mopsneus’ noemt, zal het klinken van haar eigenlijke naam misschien niet meer zo’n sterke uitwerking hebben wanneer ze die drukke straat wil oversteken.

Gewoontegetrouw noemen hondentrainers hun honden eerst bij de naam om hun aandacht te trekken voordat ze de dieren vragen om iets te doen. Ze zeggen bijvoorbeeld ‘Lassie, hier’, maar dat doen ze niet zozeer omdat die naam de hond iets zegt, aldus Coren, die niet bij de nieuwe studie was betrokken.

“Sommige hondentrainers van de oude stempel vinden dat het noemen van de naam gewoon een klank is die door de trainer wordt geuit. De hond is vertrouwd met die stem en de hondentrainer kan dus wat dat betreft alles zeggen om de aandacht van het dier te trekken,” zegt hij.

Maar de honden van het experiment reageerden ook wanneer hun naam door vreemden werd uitgesproken, dus is het aannemelijk dat het toch de naam zelf is die de aandacht van de dieren wekt.

Meevaller voor Rex

Mallikarjun denkt dat veel baasjes beseffen dat hun hond niet zo goed is in het herkennen van zijn of haar naam als wij mensen dat zijn.

“Hondenbezitters hoeven niet teleurgesteld te zijn als hun hond in een lawaaiige omgeving, bijvoorbeeld een drukke straat of een park met veel bezoekers, niet op zijn of haar naam reageert,” zegt zij. “Jouw hond is in dat geval niet koppig, want het is goed mogelijk dat hij je gewoon niet begrijpt.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com