“Daar is een blaaswolk!” roept natuuronderzoeker Celia Ackerman opgewonden naar de kapitein. “Achter de groene boei!”
We zijn amper een half uur op walviscruise met de 29 meter lange American Princess en we zijn niet eens in Hawaï of Alaska. We zijn in de haven van New York, met uitzicht op Coney Island en de kustlijn van Brooklyn.
Ongeveer dertig toeristen haasten zich naar de railing. Enkele momenten later verschijnt het herkenbare silhouet van een bultrugwalvis. Aan boord klinken verheugde kreten. “Ik heb nog nooit een walvis gezien,” zegt de vijftienjarige Milo Bartolotta die met zijn familie uit Florence (Italië) op vakantie is. “Ik vind het echt geweldig.”
Een dergelijk beeld zou twintig jaar geleden bijna ondenkbaar zijn geweest. De wateren rond New York behoorden toen tot de meest vervuilde ter wereld. Een giftig brouwsel van chemicaliën en afval. Dankzij effectieve milieubeleidsmaatregelen, zoals de Clean Water Act, de Endangered Species Act en de Marine Mammal Protection Act, zijn de walvissen terug in de Big Apple.
In 2011 registreerde de non-profitorganisatie Gotham Whale slechts vijf bultruggen. Sindsdien is het aantal walvisachtigen dat rond New York wordt gespot aanzienlijk toegenomen. In 2018 bedroeg het aantal waarnemingen 272. Dit jaar wordt dat record zeker verbroken. Er zijn al 377 walvissen waargenomen in de wateren rond New York. De meeste zijn bultruggen.
Wat heeft tot dit herstel geleid? “Ik denk dat ze gekomen zijn om mij te zien,” grapt Paul Sieswerda, oprichter van Gotham Whale. Samen met het commerciële walvissafaribedrijf American Princess Cruises biedt de organisatie toeristen de kans om de kolossen vanaf een veilige afstand te bekijken.
De werkelijkheid is dat de waterkwaliteit is verbeterd en de verontreiniging is afgenomen. Piepkleine oceanische levensvormen, zoals algen en zoöplankton, konden zich hierdoor herstellen. De toename van deze cruciale voedselbron zorgde voor een opleving van menhaden, een scholende vis die geliefd is bij walvissen.
Je zult menhaden, ook wel bunker genoemd, niet tegenkomen op een menukaart. Ze zijn vettig en stinken. Voor walvissen zijn ze echter net kaviaar. In de zomer proppen walvissen zich vol met deze vissen om hun vetreserves op te bouwen voordat ze in de winter weer naar de tropen gaan om te paren.
Als we over de rand van de boot kijken, zien we grote scholen menhaden. Ze zwemmen in groepen om zich tegen roofdieren te beschermen. Vissers noemen deze groepen ‘aasballen’.
Een andere reden voor de terugkeer van de walvissen zijn de wetten die zeezoogdieren beschermen tegen de jacht en andere menselijke activiteiten. Door bijvoorbeeld de eeuwenlange walvisvaart was de bultrug bijna uitgestorven. (De geweldige rentree van de bultrug in Zuid-Afrika.)
Het is niet bekend hoeveel en welke walvissen oorspronkelijk de wateren van New York bevolkten, maar wetenschappers denken dat ze een belangrijke toppredator waren. En dat hun terugkeer naar de grootste stad aan de Atlantische Oceaan een goed teken is voor de gezondheid van de oceaan op de lange termijn.
Stedelijke uitdagingen
Natuurlijk gaat het rond New York niet altijd voor de wind.
Zo hebben walvissen te maken met concurrentie voor hun favoriete eten. Commerciële visserijen aan de oostkust richten zich nu op industriële schaal op menhaden. Ze verwerken de vissen in diervoeders en supplementen voor menselijke consumptie. Omega Protein uit Virginia bijvoorbeeld zet spotterpiloten in boven de Amerikaanse wateren aan de Atlantische kust en de Golfkust om grote scholen bunker te zoeken.
Sieswerda maakt zich er zorgen over dat Omega Protein net buiten de verboden driemijlszone van New York, waar de walvissen vaak samenkomen om te eten, op menhaden vist. Hij is een petitie gestart om de zone uit te breiden tot tweehonderd mijl. Omega Protein heeft niet gereageerd op vragen van National Geographic om commentaar op deze petitie.
Daar komt bij dat New York nu de drukste haven aan de oostkust is. Er liggen altijd wel twintig schepen of meer te wachten om voor anker te gaan en hun lading te lossen. Dat betekent dat er botsingen met walvissen plaatsvinden, soms met dodelijke afloop.
“Volgens de National Oceanic and Atmospheric Administration zijn er sinds 2016 voor zover bekend 103 bultruggen gestorven,” zegt Howard Rosenbaum, senior onderzoeker bij het New York Aquarium van de Wildlife Conservation Society.
“Ongeveer vijftig procent hiervan had verwondingen die duidden op contact met mensen, zoals een botsing met een schip of verstrengeling. Daarvan vonden 28 incidenten in New York en New Jersey plaatst.”
Geluiden van de zee
Om deze dreiging tegen te gaan, hebben het Woods Hole Oceanographic Institution en het New York Aquarium de handen ineen geslagen om een hightech akoestische boei te ontwikkelen. De boei met de naam Melville ligt 22 mijl ten zuiden van Fire Island. Walvissen communiceren voornamelijk via geluid en elke soort heeft een eigen lied (en zelfs dialecten).
Melville werd in 2016 in gebruik genomen en meteen werden walvisliederen gedetecteerd. Deze gegevens worden geanalyseerd en online gezet in de hoop dat kapiteins rekening houden met waar de zeezoogdieren zwemmen en vervolgens vaart minderen.
“De boei neemt toonhoogtes, zogeheten pitch tracks, op,” vertelt Mark Baumgartner van het Woods Hole Institution. Hij bestudeert de gegevens in zijn laboratorium in Massachusetts. “Het is net alsof er een magisch apparaat op je piano zit dat bladmuziek uitwerpt terwijl je speelt. Vervolgens breng je die bladmuziek naar een musicus die aan de hand daarvan kan vertellen wat je speelt.”
Melville is natuurlijk vernoemd naar de schrijver van Moby Dick. De boei heeft geluid vastgelegd van de zeldzame, twintig meter lange Noordse vinvis en van een van ’s werelds meest bedreigde walvissen, de noordkaper. De Engelse naam voor deze walvis is ‘right whale’, oftewel echte walvis, omdat deze het meest geschikt was om op te jagen. Nu er nog maar zo’n vierhonderd dieren over zijn, is deze soort bijzonder kwetsbaar voor dreigingen, waaronder botsingen met schepen.
In december zullen de Wildlife Conservation Society en Woods Hole nog twee boeien te water laten. Deze worden gefinancierd door energiebedrijf Equinor dat een windmolenpark bouwt in zee. Baumgartner maakt zich zorgen dat het geluid van de bouw van het windmolenpark de walvissen kan schaden doordat hun communicatie wordt verstoord.
“We hopen dat we deze effecten kunnen beperken door de realtime bewaking met de boeien,” voegt hij eraan toe.
‘Een geweldig moment’
Terwijl de boot terugvaart naar het vertrekpunt in Far Rockaway, nemen we de dag door.
Twee walvissen. Geen springende walvissen. En geen ‘lunge-feeding’ - een manier van foerageren waarbij de walvis met opengesperde bek uit het water springt om duizenden bunkers in één keer op te slokken.
Ik vraag Ackerman, de natuuronderzoeker aan boord van de American Princess, of ze teleurgesteld is. “Nee,” is haar stellige antwoord. “Elke keer dat je hier in het water een walvis ziet, is een geweldig moment.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com