Bultruggen staan bekend om hun voortgeschreden jachttechnieken, zoals het blazen van gordijnen van belletjes om grote ‘netten’ in het water te creëren en het omsingelen van scholen vis door snel en met de klok mee rond hun prooi te zwemmen.
Naast hun uitgesproken sociale gedrag en hun communicatietechnieken was deze vindingrijkheid voor wetenschappers aanleiding om te vermoeden dat ze wat betreft deze dieren iets over het hoofd zagen. En ze hadden gelijk.
Elk jaar worden in de maand april miljoenen jonge zalmen uit kwekerijen in wateren voor de zuidoostkust van Alaska uitgezet, als onderdeel van maatregelen om overbeviste visstanden weer aan te vullen. De bultruggen hebben geleerd om elk jaar op het juiste moment voor deze kust op te duiken en van dit door de mens aangerichte buffet te profiteren. Om de foerageertechnieken van de walvissen vanuit verschillende invalshoeken te bestuderen, maakten onderzoekers gebruik van foto- en video-opnamen die met drones vanuit de lucht en vanaf drijvende platforms op het water werden gemaakt. Daardoor konden ze gedrag vastleggen dat nog niet eerder wetenschappelijk was gedocumenteerd.
Uit de nieuwe studie, die gisteren werd gepubliceerd in het tijdschrift Royal Society Open Science, bleek dat de bultruggen eerst hun ‘net’ van belletjes aanleggen en dat vervolgens twee walvissen hun vinnen op en neer bewegen om binnen het ‘net’ een tweede barrière te creëren en de school vissen in de richting van hun gapende muilen te dirigeren.
Deze vorm van ‘borstvindrijving’ was al eerder waargenomen, maar in die gevallen was het lastig geweest om te bepalen wat er precies gebeurde, zegt onderzoeksleider Madison Kosma, masterstudente visserij aan de University of Alaska Fairbanks.
“Maar dankzij de unieke situatie bij de kwekerijen en dankzij nieuwe technologieën als drones waren we in staat om alles vast te leggen,” zegt Kosma, wier team de ‘borstvindrijving’ in de loop van hun drie jaar durende studie tientallen keren konden observeren. “De enige manier waarop je nóg dichterbij kan komen, is als je een vis bent die in hun muil zwemt,” zegt zij.
Het is niet bekend of de techniek ook elders door bultruggen wordt toegepast en hoe de dieren op deze techniek zijn gekomen. Duidelijk is wel dat bultruggen zich nog beter kunnen aanpassen dan reeds werd gedacht en van een hele reeks strategieën gebruik kunnen maken om op een snel veranderende planeet te reageren.
Harde werkers
Voor het onderzoek voerden Kosma en haar collega’s experimenten in meerdere baaien langs de oostkust van Baranof Island uit, op tijdstippen die samenvielen met het uitzetten van jonge zalmen uit de kwekerij Hidden Falls Hatchery.
Het team kon afzonderlijke walvissen identificeren aan de hand van kenmerken als hun kleur en de vorm van hun rugvin, en filmden en fotografeerden zoveel mogelijk foerageermomenten van de walvissen.
In sommige gevallen stonden de onderzoekers op steigers die aan de zeekooien van de kwekerij waren bevestigd en gebruikten een camera op een steel van 3,25 meter lengte om de vreetpartijen van boven vast te leggen. In het laboratorium analyseerde het team de beelden en stelde sequenties van een bepaald voedingsgedrag beeldje voor beeldje samen. Ook maakten de onderzoekers een 3D-model van het foerageren.
Uit de resultaten bleek dat de walvissen hun borstvinnen op drie manieren gebruikten om de zalmen bijeen te drijven: door ze in te sluiten; door water in beweging te brengen, zodat de vissen in een bepaalde richting zwommen; en door de vissen met de lichte bovenzijde van hun borstvinnen schrik aan te jagen, gedrag dat alleen bij zonnig weer werd waargenomen.
Die laatste strategie doet Kosma denken aan de houding die een scheidsrechter van een basketbalwedstrijd aanneemt wanneer er een velddoelpunt is gemaakt, want op een van de video’s is te zien hoe een bultrug met zijn borstvinnen in een ‘V’ boven zijn kop op de zalmen af zwemt. “Vanuit hydrodynamisch oogpunt zou die houding van de borstvinnen energieverspilling zijn,” zegt zij, “dus moeten ze een goede reden hebben om dat te doen, zoals het vangen van meer vis.”
Kosma denkt dat de walvissen deze ‘borstvindrijving’ toepassen omdat de jonge en onervaren zalmen moeilijker te vangen zijn. Omdat het de walvissen veel energie kost om van onderaf met wijd opengesperde muil de scholen vis te bespringen, moeten ze ervoor zorgen dat scholen voldoende dicht opeengepakt zijn om ze de moeite waard te maken. Maar als jonge zalmen zich bedreigd voelen, scholen ze niet samen, zoals prooivissen als haringen dat doen, maar schieten ze juist uiteen. Dus zou het bijeendrijven van de paniekerige zalmen met de borstvinnen nodig kunnen zijn om ze tot dichter opeengepakte scholen te concentreren.
Ingesloten
Frank Fish, een bioloog van de West Chester University in Pennsylvania die de biomechanica van walvisvinnen heeft bestudeerd, is het ermee eens dat de beelden “duidelijk laten zien dat ze met hun flippers prooidieren kunnen concentreren.”
Vergeleken met andere walvissoorten hebben bultruggen zeer lange borstvinnen, deels om beter in ondiep water te kunnen manoeuvreren en snelheid te maken. Het is logisch dat de dieren hun lange flippers “ook voor andere doeleinden gebruiken, zoals het bijeendrijven van prooivissen, aanrakingen en communicatie,” zegt Fish, die niet bij het nieuwe onderzoek was betrokken.
“De belangrijkste les die we uit dit onderzoek kunnen trekken, is dat bultruggen in staat zijn tot innovatie en het leren van nieuwe foerageertechnieken, zodat ze efficiënter op bepaalde prooidieren kunnen jagen,” zegt Christie McMillan, walvisexpert van de Marine Education & Research Society in British Columbia, Canada.
McMillan heeft dit zelf kunnen observeren, want onlangs heeft ze nieuw gedrag beschreven dat zij als ‘valvoeding’ omschrijft, waarbij sommige bultruggen in de buurt van Vancouver Island hun muilen aan het wateroppervlak opengesperd houden op plekken waar vogels op scholen vis jagen; klaarblijkelijk proberen ze de paniekerig vissen in de val te laten lopen door ze ertoe te bewegen in hun muilen te schuilen.
“Het is niet duidelijk hoe lang walvissen nodig hebben om dit soort nieuwe vangtechnieken te leren,” zegt McMillan, “en dus ook niet of deze methoden voldoende zullen zijn om zich te kunnen aanpassen aan de klimaatverandering en het verdwijnen van prooivissen.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com