Stel: je ben een klein zoogdier, bijvoorbeeld een grondeekhoorn, en je loopt steeds het risico om door een groter dier te worden opgegeten. In de verte zie je een grot - maar daar lopen twee grote beren naar binnen. Een paar minuten later komt er één beer uit. Is de grot dan veilig voor jou? Veel diersoorten zien zich dagelijks gesteld voor dergelijke praktische rekensommen.

Inzicht in hoeveelheden helpt niet alleen om uit de klauwen van roofdieren te blijven, maar kan ook handig zijn voor allerlei andere problemen, zoals een partner vinden, naar voedsel zoeken en weten waar je bent.

Een wetenschapper heeft nu in een van de uitgebreidste analyses tot nu toe alle onderzoeken over dit onderwerp bij elkaar gebracht. Zijn conclusie is dat talloze dieren in staat zijn om getallen te verwerken en te begrijpen - wat kan worden gezien als een vorm van tellen.

Bovendien wijst de nieuwe studie uit dat deze mathematische vermogens dieren in staat stellen om te overleven in een harde wereld. Dankzij deze kennis komen we steeds meer te weten over de intelligentie van dieren, een terrein waar de laatste jaren in toenemende mate belangstelling voor is.

“Het vermogen om te tellen werd ooit gezien als een uniek menselijke eigenschap, waarschijnlijk omdat dit in verband werd gebracht met gevorderde rekenkundige vermogens en begrip,” stelt gedragsecoloog Lars Chittka van de Queen Mary University of London, die niet bij het onderzoek betrokken was.

Maar het onderzoek, dat werd gepubliceerd in het nieuwe nummer van Trends in Ecology and Evolution, “laat zien dat een basale vorm van cijfervaardigheid veel voorkomt in het dierenrijk, en dat dit voordelen kan hebben in de strijd om te overleven.”

Goed met getallen

Voor de studie onderzocht neurobioloog Andreas Nieder van de Duitse Universität Tübingen de bestaande literatuur over het getalbegrip van verschillende diersoorten.

Nadat hij bijna 150 wetenschappelijke artikelen over dit onderwerp had nageplozen, kwam hij tot de conclusie dat “getalinzicht bijna overal in de dierenwereld voorkomt.”

Een roedel wolven onderzoekt de sporen van grizzlyberen in Pelican Valley in Yellowstone
Een roedel wolven onderzoekt de sporen van grizzlyberen in Pelican Valley in Yellowstone.
Ronan Donovan, Nat Geo Image Collection

Het is misschien niet verrassend dat uit zijn overzicht bleek dat veel diersoorten getallen gebruiken om aan voedsel te komen.

Zo bleek dat Chinese vuurbuikpadden in laboratoriumtests gebruikmaakten van een methode die “approximate number system” wordt genoemd, om een keuze te maken tussen verschillende hoopjes voedsel. De padden hadden geen voorkeur als ze konden kiezen tussen hoopjes met drie of met vier items, maar als het ging om een hoopje met drie items tegenover een hoopje met zes, of tussen vier en acht kozen ze altijd voor het hoopje met het grootste getal.

Het is aangetoond dat honingbijen zich kunnen herinneren langs hoeveel herkenningspunten ze zijn gevlogen tijdens een tocht vanaf hun korf naar een bloemenveld, en zo hun weg terug kunnen vinden. De mierensoort Cataglyphis fortistelt zijn stappen om bij te houden hoever hij van zijn nest is tijdens een speurtocht naar voedsel.

Andere soorten, zoals grijze wolven moeten weten uit hoeveel dieren een roedel bestaat om op bepaalde prooien te jagen. Zo zijn er bijvoorbeeld zes tot acht wolven nodig om op elanden te jagen, maar moet de groep voor de jacht op een bizon of wisent negen tot dertien dieren tellen.

Hun prooien maken op hun beurt ook gebruik van de kracht van cijfers. Elanden verspreiden zich in kleinere groepen om geen wolven tegen te komen, of verzamelen zich juist in grote kuddes om de kans te verkleinen dat zij de pineut zijn. Deze strategie wordt in de biologie beschreven als “safety in numbers.”

Vechten of vluchten

Veel soorten moeten een inschatting maken van de kracht en het relatieve aantal tegenstanders voordat ze de strijd om een territorium of een partner aangaan.

Troepen Afrikaanse leeuwenvrouwtjes luisteren bijvoorbeeld goed naar de geluiden van groepen bij hen in de buurt voordat ze besluiten om tot de aanval over te gaan. In een klassiek experiment in het Serengeti National Park in Tanzania hoorde een troep opnamen van het geluid van een vrouwtje dat in haar eentje het territorium binnendrong, waarna de leeuwen de aanval inzetten.

Leeuwen zijn de enige katachtigen die in troepen leven Een troep wordt gedomineerd door vrouwtjes en oudere welpen worden gezamenlijk in een crche grootgebracht zoals hier in het Nationale Park Serengeti in Tanzania

Maar als de troep opnamen te horen kreeg van drie of meer andere leeuwen, aarzelden ze. De beste manier om te voorspellen of de leeuwen erop afgingen, was om te kijken naar de verhouding tussen het aantal volwassen verdedigers en het aantal indringers.

“Het is duidelijk dat ze een inschatting maken van het aantal leden van hun troep voor allerlei dagelijkse situaties,” stelt Nieder. “Het vermogen om aantallen te onderscheiden moet dus een sterk voordeel opleveren voor overlevingskansen en reproductiekansen.”

'Absoluut fascinerend'

Karl Berg, ornitholoog aan de University of Texas Rio Grande Valley, onderschrijft dat veel dieren beschikken over een “ontwikkelde manier om hoeveelheden te meten of te schatten.”

Zo zag hij dat jonge vrouwelijke groene muspapegaaien in Venezuela wegtrokken uit het gebied waar ze waren geboren, terwijl de mannetjes daar bleven. In sommige jaren gebeurde juist het omgekeerde.

“Of ze blijven of weggaan hangt af van hoeveelheid voedsel die er is en van de geslachtsverhouding, oftewel het aantal mannetjes ten opzichte van het aantal vrouwtjes,” zegt Berg. “Het is absoluut fascinerend dat ze dat kunnen inschatten. We weten niet hoe ze dat doen.”

“Het is bij al deze onderzoeken van belang om te achterhalen of en in hoeverre er een verband is tussen getalvaardigheid en ‘fitness’, dat wil zeggen het voortplantingssucces van een dier gedurende zijn leven,” zegt hij.

In zijn studie stelt Nieder dat er meer van dergelijke onderzoeken nodig zijn, maar die zijn moeilijk en tijdrovend om uit te voeren, aldus Berg. “Dat soort onderzoeken zijn alleen echt zinvol als je ze in het wild doet.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com