Vliegend in de welbekende V-vorm, kunnen grote Canadese ganzen tijdens hun trek naar het zuiden een verbluffende afstand van 2400 kilometer per etmaal afleggen. Én ze kunnen ook een eeuwigheid blijven rondhangen in een parkje bij jou in de buurt. In de afgelopen jaren hebben steeds meer mensen in de VS en Canada gemerkt dat de lawaaiige vogels met hun zwart-witte koppen zijn neergestreken op golfbanen en gazons en in andere groenruimten en daar het hele jaar verblijven.

Zijn deze ganzen gestopt met hun jaarlijkse trek naar het zuiden, daartoe misschien aangespoord door de mildere winters en de rustige omgeving in de voorsteden? In veel gevallen is dat inderdaad zo – maar de verklaring is iets gecompliceerder.

In het klassieke patroon van de vogeltrek vliegen grote zwermen ganzen in de lente vanuit het zuiden van de VS naar het noorden, waar ze op vaste plekken in het hoge noorden van het continent neerstrijken om er te paren en hun jongen uit te broeden. In september en oktober trekken deze zwermen weer naar het zuiden – met een nieuwe generatie op sleeptouw. De Canadese gans – die in 1758 van Carl Linnaeus de naam ‘grote Canadese gans’ kreeg – kan 24 jaar oud worden en in die tijd dus zo’n 24 keer de vogeltrek maken, waarbij hij op steeds dezelfde locaties tussenstops maakt om uit te rusten.

Maar er zijn uitzonderingen op die regel. Nog vóórdat het Amerikaanse continent in de zeventiende eeuw door Europeanen werd gekoloniseerd, begonnen sommige Canadese ganzen nooit aan hun vogeltrek.

Deze populaties broedden in een enorm gebied dat zich uitstrekte van de Grote Meren tot de Rocky Mountains, waarbij ze elke winter net ver genoeg naar het zuiden vlogen om voldoende voedsel en open water te vinden. Toen de Europeanen arriveerden, ontdekten ze dat deze zogenaamde residentiële populaties gemakkelijk waren af te schieten, waardoor ze begin twintigste eeuw bijna waren uitgeroeid.

Een halve eeuw later begonnen milieugroepen en overheden ganzen die in gevangenschap waren gefokt weer uit te zetten in hun voormalige noordelijke verspreidingsgebied in de VS. Deze ganzen sloten zich aan bij enkele overlevende zwermen en hebben sindsdien een opmerkelijke comeback gemaakt.

Tegenwoordig komen de vier kilo zware vogels in alle Canadese provincies en Amerikaanse staten behalve Hawaï voor – en hun populatie groeit zienderogen. In de jaren vijftig leefden er zo’n één miljoen Canadese ganzen in Noord-Amerika, tegenwoordig zijn dat er zeven miljoen, aldus schattingen van de Canadian Wildlife Service. (De vogels doen het ook prima in Europa en Nieuw-Zeeland, waar ze een invasieve soort zijn.)

Bovendien behoorde destijds slechts tien procent van de Canadese ganzen die langs de grote noord-zuidroutes door de VS – de Atlantische kust en de Mississippi – leefde, tot residentiële populaties. Tegenwoordig bedraagt dat aandeel zestig procent. (Lees meer over de epische reis van trekvogels.)

“We beseffen nu dat ze enorm succesvol zijn geweest,” zegt Paul Curtis, populatie-ecoloog aan de Cornell University.

In groenruimten in steden en voorsteden vinden residentiële ganzen niet alleen meer dan voldoende voedsel en ruimte, maar zijn ze ook beter beschermd tegen jagers en natuurlijke vijanden. Uit onderzoek blijkt dat het legsel van residentiële ganzen groter is en dat hun kuikens langer leven dan die van trekkende ganzen.

“We hebben de ideale habitat voor deze vogels gecreëerd,” zegt hij.

In het Bosque del Apache National Wildlife Refuge in New Mexico strijken Canadese ganzen neer op een meertje in de sneeuw
In het Bosque del Apache National Wildlife Refuge in New Mexico strijken Canadese ganzen neer op een meertje in de sneeuw.
Jack Dykinga, Nature Picture Library

Thuisblijvende ouders

Het bestuderen van de Canadese gans kan een uitdaging zijn; zelfs vogelbiologen kunnen aan het uiterlijk van de dieren niet zien of het om residentiële ganzen of trekganzen gaat, en de populaties vermengen zich vaak en paren ook nog onderling.

Bovendien kunnen vogels van een populatie die nooit of al generaties lang geen trek heeft ondernomen, opeens het luchtruim kiezen en op weg gaan naar het Noordpoolgebied, waar ze foerageren en in de rui komen – het jaarlijkse proces waarbij alle Canadese ganzen hun oude slagpennen vervangen door nieuwe.

Als ganzen een legsel kwijtraken, is dat vaak een signaal om te vertrekken, zegt Curtis: “Wat residentiële ganzen in de zomer thuis doet blijven, zijn de kuikens.” (Ontdek waarom sommige vogels, zoals Canadese ganzen, in een V-vorm vliegen.)

Toen een populatie residentiële ganzen in het zuiden van Michigan tijdens een project per satelliet in de gaten werd gehouden, bleek dat ruim de helft van deze vogels aan de trek naar Canada begon nadat ze een legsel was kwijtgeraakt. Uit een andere studie bleek dat 44 procent van de ganzen in de staten New York, Pennsylvania en Vermont naar het noorden trok als ze geen jongen had.

Sharp wist één vrouwtjesgans te volgen die haar nest elk jaar voor hetzelfde bedrijfsgebouw in Toronto bouwde totdat ze een legsel kwijtraakte. Ze vloog vervolgens naar het uiterste noorden van Québec, aan de rand van het Noordpoolgebied. “Als ze haar legsel niet was kwijtgeraakt, zou ze de hele zomer op het plein voor het distributiecentrum zijn gebleven,” zegt hij.

Terwijl deze vogel in het noorden verbleef, sloot ze zich klaarblijkelijk aan bij een groep trekganzen en vloog bij het invallen van de winter naar de regio rond de Chesapeake Bay, waar ze in Maryland werd doodgeschoten door een jager.

De 4200 kilometer lange odyssee van deze gans is niet ongebruikelijk, zelfs niet onder vogels uit populaties die generaties lang op één plek zijn gebleven.

“Deze vogels staan tegen je te blazen als je een kantoorgebouw binnenloopt en vliegen vervolgens naar het Noordpoolgebied om te ruien op een plek die zo afgelegen is als een Canadese gans maar kan vinden,” zegt Christopher Sharp, bioloog en ganzenexpert van de Canadian Wildlife Service in Ottawa.

Ganzen als overlast

In de meeste gevallen heeft de toename van het aantal residentiële ganzen geen negatieve invloed op de inheemse fauna en ecosystemen gehad. Integendeel, het is de mens die moeite heeft om met de dieren samen te leven.

Niet alleen zijn Canadese ganzen vaak agressief, ze laten ook veel vogelpoep achter in bewoonde gebieden als sportvelden, jachthavens en golfbanen. Een zwerm van vijftig ganzen kan de verbijsterde hoeveelheid van tweeënhalve ton vogelpoep per jaar produceren.

Mensen proberen van alles om de vogels te weren: van lawaaimakers en speciaal getrainde honden die de ganzen verjagen tot de ‘Goosinator’, een feloranje en op afstand bestuurbare robot met een angstaanjagend gezicht waarmee de dieren worden afgeschrikt.

Curtis heeft leiding gegeven aan een onderzoek naar de efficiëntie van dit soort technieken in de staat New York, en daaruit bleek dat de vogels elk stuk water in een straal van twintig kilometer kennen. “Dan verjaagde je ze uit een park of van een golfbaan en dan waren ze een paar dagen verdwenen. Maar daarna kwamen ze gewoon weer terug,” vertelt hij.

Op sommige plekken, vooral luchthavens, vormen Canadese ganzen een ernstig gevaar. In 2009 werd vlucht 1549 van US Airways getroffen door een zwerm Canadese ganzen, waardoor piloot Chesley ‘Sully’ Sullenberger was gedwongen om met zijn vliegtuig op de rivier de Hudson te landen.

“Ganzen en vliegtuigen gaan niet goed samen,” zegt Curtis. Vandaar dat de dieren in dit geval worden gevangen en verwijderd. “Het is de enige efficiënte manier, maar het is omstreden. Sommige mensen vinden het niet fijn als dat gebeurt.”

Een beetje respect

Veel dierenliefhebbers vinden het zelfs prettig om tussen de ganzen te wonen. Een welbekend paar ganzen nestelde zich in 2019 in het hoofdkantoor van The National Geographic Society in Washington DC.

Sharp denkt dat ganzen onze aandacht verdienen vanwege het opmerkelijke aanpassingsvermogen dat ze tonen door het in menselijke omgevingen prima te doen.

Ooit trof hij een vrouwtjesgans met een zendertje aan die de zorg had over honderd jongen (uit talloze verschillende legsels). De vogel had in een bedrijvenpark haar nest op het dak van een kantoor gebouwd en ze bleef maanden bij het nest, zonder op zoek te gaan naar een permanent stuk water. In plaats daarvan dronk ze uit een sloot en at gemaaid gras. “Dat is een habitat waar een vogel met zwemvliezen eigenlijk niet thuishoort, maar ze deed het toch prima,” zegt Sharp. (Ontdek de National Geographic-serie over de wilde fauna in de stad: Wild Cities.)

Hij wijst erop dat in Noord-Amerika de gehele levenscyclus van de Canadese gans zich onder de ogen van stadsbewoners afspeelt.

“Dat is voor heel veel mensen een mooie gelegenheid om een echte band met de natuur te krijgen,” zegt hij.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com