Plantagehouders in Thailand gebruiken nog altijd aapjes om kokosnoten voor de internationale export te plukken, zo blijkt uit nieuwe informatie van de afdeling Azië van de organisatie People for the Ethical Treatment of Animals (PETA).
Het bericht komt een halfjaar nadat de dierenwelzijnsorganisatie de resultaten van haar undercover-onderzoek uit 2019 bekend had gemaakt. Naar aanleiding van het rapport beloofden de betrokken bedrijven, supermarktketens en de Thaise regering ervoor te zorgen dat aapjes niet langer gedwongen zouden worden om kokosnoten te plukken.
Thailand is na Indonesië en de Filipijnen de op twee na grootste producent van kokosnoten ter wereld en exporteerde in 2019 ruim een half miljoen ton van de boomvruchten. In de afgelopen vijf jaar is de populariteit van kokosmelk als alternatief voor dierlijke melk gestaag toegenomen, zegt Avinash Desamangalam, onderzoeksmanager van Mordor Intelligence, een bedrijf in India dat de markt voor alternatieve zuivelproducten bestudeert. Volgens hem zal het groeitempo waarmee deze sector groeit, de komende vijf jaar bijna verdubbelen. “Dat is wat paradoxaal, nietwaar?” zegt Desamangalam. De consument gaat ervan uit dat kokosmelk diervriendelijk is omdat het niet van dieren afkomstig is, maar in werkelijkheid “komt er heel wat wreedheid aan te pas, omdat aapjes worden gebruikt om het werk te doen.”
Maar sinds PETA’s eerste onderzoek hebben enkele bedrijven een teruggang van soms wel dertig procent in de verkoop van kokosproducten gemeld, aldus Desamangalam. Intussen hebben supermarktketens als Target en Costco bekendgemaakt dat ze niet langer producten afnemen van bedrijven die gebruikmaken van het werk van aapjes.
Eerder rapporteerde PETA hoe lampongaapjes worden getraind (soms in echte ‘apenschooltjes’) om in palmbomen te klimmen en daar de kokosnoten eruit te plukken. Op beelden van PETA is te zien dat de aapjes buiten werktijden vaak worden vastgeketend en in hokjes worden ondergebracht die zó krap zijn dat de dieren er zich niet in kunnen omdraaien. Veel van deze lampongaapjes zijn waarschijnlijk als jongen in het wild gevangen, aldus PETA. De onderzoekers troffen aapjes aan die moederziel alleen en in zeer slechte doen waren: ze krijsten en maakten steeds dezelfde bewegingen, wat op angst en stress wijst. Bij sommige aapjes ontbraken de hoektanden, die waren verwijderd om te voorkomen dat de dieren hun ‘verzorgers’ zouden verwonden, zo vertelden boeren aan PETA.
PETA heeft “gelijk als ze zegt dat er niets is veranderd” sinds het eerste onderzoek, zegt Edwin Wiek, die het Thaise parlement op het gebied van dierenwelzijn adviseert. Wiek is ook directeur en oprichter van de Wildlife Friends Foundation, een opvangcentrum voor wilde dieren. Hij schat dat er mogelijk drieduizend lampongaapjes worden ingezet op kokosplantages in het zuiden van Thailand, de regio waar de meeste kokosnoten voor kokosmelk worden geteeld.
Lampongaapjes zijn volgens de Thaise wet beschermd en mogen alleen door mensen worden gehouden als ze in gevangenschap zijn gefokt. Overtreders kunnen bestraft worden met een boete of twee jaar cel, hoewel dergelijke straffen volgens Wiek nog nooit zijn uitgedeeld. Hij denkt dat ongeveer de helft van de aapjes die door de plantagehouders worden ingezet, in het wild zijn gevangen en dus illegaal worden gehouden.
Nadat PETA vorige zomer haar onderzoek had gepubliceerd, verwijderde het Thaise toerismebureau de webpagina’s waarop de apenschooltjes werden aangeprezen, maar nam verder “geen zinvolle stappen” om een einde te maken aan de gedwongen arbeid van de lampongaapjes, aldus Jason Baker, vicepresident van PETA Azië en leider van beide onderzoeken. Baker zegt dat sommige Thaise instellingen ontkennen dat de aapjes worden gebruikt voor het plukken van kokosnoten. Andere zeggen dat ze eraan werken om de praktijk uit te bannen en weer andere beweren dat het plukken van kokosnoten door apen deel uitmaakt van de Thaise cultuur.
Vertegenwoordigers van de Thaise Dienst voor Nationale Parken, Wilde Fauna en Plantenbescherming en het ministerie van Handel reageerden niet op verzoeken om commentaar op de bevindingen van PETA over het gebruik van aapjes in de kokosindustrie en het antwoord van de Thaise regering daarop.
Geen dierenbescherming
Na PETA’s rapport van de afgelopen zomer stuurden enkele grote producenten van kokosproducten, waaronder ook Chaokoh, dat grote hoeveelheden kokosmelk aan Amerikaanse supermarkten als Albertsons en Kroger levert, op eigen initiatief waarnemers naar de plantages van hun leveranciers.
Volgens Chaokoh werden er tijdens een onafhankelijk onderzoek geen bewijzen gevonden voor de inzet van werkende aapjes, maar volgens Baker onderzochten de inspecteurs slechts 64 plantages – minder dan acht procent van de 817 plantages die de kokosnoten voor het bedrijf produceren. Dat is “armzalig,” zegt Baker.
Ook al hadden ze wél aapjes aangetroffen die gedwongen aan het werk waren gezet, dan zouden deze dieren volgens Wiek niet worden beschermd door de Thaise dierenbescherming, want die is alleen van toepassing op huisdieren. “We hebben weinig tot geen middelen om juridisch op te treden tegen mensen die wilde dieren mishandelen.”
Tijdens het tweede undercover-onderzoek van PETA werden veertien plantages, twee apenschooltjes en een kokosplukkerswedstrijd bezocht. Enkele boeren vertelden de onderzoekers dat de inspecteurs van Chaokoh hun bezoek van te voren hadden aangekondigd, zodat ze de aapjes bijtijds konden verstoppen. Andere boeren vertelden dat ze hun aapjes buiten werktijden niet op het terrein hielden, waardoor het minder waarschijnlijk was dat de inspecteurs de dieren zouden aantreffen.
Chaokoh wilde niet reageren op ons verzoek om commentaar op de inspecties van zijn kokosleveranciers, maar in een verklaring die op 10 juli 2020 op sociale media werd gedeeld, schreef het bedrijf: “Wij en onze partners zijn geen voorstander van het gebruik van apen bij het plukken van kokosnoten.” In de verklaring staat ook dat voortaan alle leveranciers zullen worden geïnspecteerd.
Als de producenten en verkopers van kokosproducten geen eind maken aan de inzet van apen bij het plukken van kokosnoten, zouden volgens Desamangalam steeds meer consumenten en winkelketens zo’n stopzetting kunnen afdwingen. Hij denkt dat vooral westerse consumenten dan op andere alternatieven voor zuivelproducten zullen overstappen, zoals soja- of amandelmelk.
'Onzin'
“Bijna het hele oorspronkelijke rapport van PETA is onzin,” schreef Arjen Schroevers in een e-mail. Zijn vrouw Somjai Saekhow is eigenaresse van de First Monkey School, in het zuiden van Thailand.
Schroevers noemde PETA “een militante, veganistische organisatie” en meent dat de aapjes het leuk vinden om te worden getraind. “Ze houden van de aandacht en ze vinden het leuk om dit te doen. Er komt absoluut geen geweld of dwang aan te pas. De vele apenbezitters die wij kennen, werken allemaal heel kalm met hun aapjes. Geen geschreeuw, geen slaag.”
Schroevers ontkende dat de hoektanden van de aapjes worden verwijderd en vertelde dat de dieren voor hun eigen veiligheid in krappe kooitjes worden vervoerd. Over de video-opnamen van PETA zei hij dat de aapjes zenuwachtig worden als ze door vreemden met videocamera’s worden benaderd en het daardoor “heel gemakkelijk is om beelden van verschrikte aapjes te maken.”
Toen PETA een bezoek bracht aan de First Monkey School, waar aapjes wordt geleerd om kokosnoten te plukken en waar het publiek tegen een toegangsprijs van 150 baht (zo’n vier euro) kan komen kijken, constateerden de onderzoekers dat vastgeketende aapjes kunstjes opvoerden voor toeristen en dat ze voor een menigte bezoekers in palmbomen klommen om kokosnoten te plukken. Ook zagen ze een aapje dat samen met toeristen op het achterzitje van een scooter meereed.
Volgens Baker is het niet goed om aapjes kokosnoten te laten plukken. Maar erger nog is de “eenzaamheid en afzondering waaraan deze dieren voortdurend worden blootgesteld.” Hij vindt het feit dat deze dieren in het wild van hun familie zijn gescheiden en vaak in barre weersomstandigheden en zonder sociale contacten in afzondering worden gehouden, een vorm van “mentale marteling” voor de aapjes. Uit onderzoek blijkt dat lampongaapjes en andere makaken (en overigens alle primaten, waaronder ook de mens) zeer sociale dieren zijn, die het gezelschap van soortgenoten nodig hebben.
“Waar iedereen volgens mij bij stil zou moeten staan, is het leven dat deze aapjes leiden, niet alleen bij het feit dat ze kokosnoten plukken,” zegt Baker.
Apenopvang
Na de onthullingen over de inzet van lampongaapjes bij het plukken van kokosnoten en ook als gevolg van financiële problemen die de coronacrisis met zich meebrengt, hebben sommige plantagehouders hun aapjes ingeleverd bij opvangcentra van de overheid of bij de Wildlife Friends Foundation van Wiek.
In de afgelopen maanden heeft Wieks centrum (dat al bijna driehonderd makaken heeft opgevangen, waarvan er ruim veertig van kokosplantages zijn gered) nog eens vier lampongaapjes binnengekregen en verwacht nog een vijfde exemplaar. Nóg meer van deze aapjes staan op de wachtlijst, maar door de coronacrisis is er volgens Wiek momenteel te weinig geld om ook die dieren op te vangen.
Wiek vreest dat plantagehouders die zich zorgen maken over alle aandacht voor de gedwongen arbeid van hun aapjes, ertoe zullen overgaan hun dieren in het wild vrij te laten. Maar deze apen zijn na jaren van gevangenschap niet langer geschikt om in het wild te overleven.
De laatste vier aapjes die Wiek heeft opgevangen, waren volgens hem afkomstig van eigenaren die de dieren gebruikten om kokosnoten voor eigen gebruik te plukken. Twee ervan waren jongen en waren waarschijnlijk niet getraind in het plukken van de boomvruchten, maar de andere twee (met de namen Saen en Mhuen) waren ouder en verkeerden volgens Wiek “in slechte staat.”
Toen hij de aapjes kwam afhalen, trof hij ze vastgeketend aan een paal aan, zonder enige beschutting tegen de regen of de zon en zonder water om te drinken. Ze misten volgens Wiek ook hun hoektanden, terwijl Saen een ernstige liesbreuk had, die meteen behandeld moest worden.
Inmiddels zijn ze gewend aan hun nieuwe leven en genieten ze van een gezonder dieet van fruit en groenten, in plaats van kliekjes rijst met kip. En ze hebben omgang met andere aapjes. Na een eenzaam leven in ketenen is dat een “cultuurschok”, zegt Wiek, maar Saen is “een uiterst vriendelijk kereltje.”
Het Thaise gebruik om aapjes kokosnoten te laten plukken, is nu langzaam aan het verdwijnen, zegt Wiek. Net als in het geval van ritjes op een olifant en stierengevechten beginnen mensen aloude culturele praktijken ter discussie te stellen omdat de betrokken dieren eronder lijden. Hij schat dat vijftien jaar geleden nog zo’n 15.000 aapjes op kokosplantages werkten, vergeleken met 3000 vandaag de dag.
Om dat aantal verder te doen dalen, zou Kent Stein, directeur bedrijfsethiek van PETA, graag zien dat de Thaise regering subsidies zou verlenen voor de aankoop van machines waarmee kokosnoten kunnen worden geplukt, zodat dit werk door de plantagehouders en hun arbeidskrachten gedaan kan worden, in plaats van door aapjes.
En Desamangalam meent dat de overheid de Thaise plantagehouders en kokosexporteurs moet helpen door een betrouwbaar systeem van onafhankelijk gecontroleerde kokosplantages op te zetten en er zo voor te zorgen dat er geen aapjes meer als arbeidskrachten worden misbruikt, net zoals biologische boerderijen allerlei kwaliteitscontroles moeten doorlopen. De kosten van de kokospluk zullen daardoor hoger worden, maar volgens hem betaalt de consument graag iets meer voor diervriendelijke producten.
“Vanuit alle gezichtspunten en voor alle partijen is het slim om de inzet van aapjes bij het plukken van kokosnoten helemaal uit te bannen,” zegt Desamangalam.
Wildlife Watch is een onderzoeksjournalistiek project van de National Geographic Society en National Geographic Partners, met speciale aandacht voor wildcriminaliteit en de uitbuiting van wilde dieren. Lees hier meer artikelen van Wildlife Watch en kom meer te weten over de missie van de National Geographic Society op nationalgeographic.org. Stuur tips, commentaren en verhaalideeën naar NGP.WildlifeWatch@natgeo.com.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com