Net als veel anderen die samenwonen met een kat, praat ik regelmatig tegen het mini-roofdier dat op mijn kussen slaapt. Meestal vraag ik Ophelia of ze wil eten of knuffelen. Ik weet dat ze me hoort: haar grote oren draaien als donzige satellietschotels in mijn richting zodra ik mijn mond opendoe. Maar ik weet niet zeker of ze doorheeft dat ik het tegen haar heb.

Uit een nieuw onderzoek, waarover een artikel verscheen in Animal Cognition, blijkt dat dit waarschijnlijk zo is.

Charlotte de Mouzon is collega-kattenliefhebber en etholoog (wetenschapper die het gedrag van dieren bestudeert), en heeft haar loopbaan gewijd aan onderzoek naar de band tussen kat en mens, en dan vanuit het perspectief van de eerste.

De Française, die voor de in huisdieren gespecialiseerde onderneming EthoCat in Bordeaux werkt, ontwikkelde een serie experimenten om te testen hoe katten van verschillende rassen reageren op geluidsopnames van hun baasje en vreemden die tegen ze praten.

Als ze een vertrouwde stem hoorden, reageerden de katjes op een subtiele maar toch herkenbare manier. Zo zwaaiden ze met hun staart, draaiden ze hun oren en hielden ze plotseling stil tijdens het wassen. Ze vertoonden die reacties niet als hun baasje tegen andere mensen aan het praten was, of wanneer ze een vreemde hoorden. Het onderzoek is een van de eerste waarin wordt aangetoond dat katten de stem van hun baasje herkennen – en daarop reageren.

‘Er ontstaat een bijzondere vorm van communicatie tussen kattenbaasjes en hun huisdier,’ vertelt De Mouzon, die ook als onderzoeker werkzaam is aan de Université Paris Nanterre.

‘Het feit dat ze de verschillende manieren waarop we tegen ze praten kunnen opmerken, toont aan hoe belangrijk we voor ze zijn. Kennelijk gaat het er niet alleen maar om dat we ze eten of onderdak verschaffen.’

Een muizenbeetje kattenonderzoek

Naast de woorden die we gebruiken, drukken we ons ook uit door middel van stembuigingen en toonhoogte. Zo gebruiken we bijvoorbeeld bij onze vrienden andere woorden en zinnen dan tegenover onze leidinggevende. En dan heb je ook nog babypraat.

Wat onderzoekers ‘kindgerichte spraak’ noemen, zijn vaak woordjes die veel worden herhaald, op een hogere toon worden uitgesproken en een eenvoudiger zinsbouw hebben dan de spraak die we voor volwassenen gebruiken. En baby’s zijn er dol op: uit onderzoek blijkt dat ze sneller nieuwe woordjes leren en die beter onthouden wanneer volwassenen kindgerichte spraak gebruiken.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de miljoenen mensen die hun huisdier als ‘furbaby’ (pluizige baby) beschouwen, ook dergelijke aangepaste spraakpatronen gebruiken om tegen hun huisdier te praten.

Het was al bekend dat zowel baby’s als honden positief reageren op deze ‘huisdiergerichte’ spraak, maar voor katten hadden onderzoekers dat nooit echt goed uitgezocht.

Volgens vergelijkend psycholoog Jennifer Vonk van de Amerikaanse Oakland University is een mogelijke verklaring daarvoor dat katten, in tegenstelling tot honden, niet zo makkelijk te trainen zijn en vaak angstig zijn in nieuwe situaties. Daardoor is het moeilijker om experimenten met ze te doen. En een andere barrière is misschien het idee dat katten minder sociaal zijn dan andere huisdieren, aldus Vonk.

Maar hoewel ze de naam hebben afstandelijk en onverschillig te zijn, hechten katten zich wel degelijk aan mensen. Uit recent onderzoek blijkt dat ze liever bij hun baasje zijn dan een beloning krijgen, zoals eten.

Hoor je me?

Omdat spraak een belangrijke communicatievorm is voor mensen, wilde De Mouzon weten of katten weten dat hun baasje het tegen hen heeft, en of ze anders reageren op vreemden.

Ze vroeg zestien kattenbaasjes uit Bordeaux om aan het experiment mee te doen. Eerst maakte ze opnamen van de baasjes die bepaalde zinnen uitspraken, zoals ‘Wil je spelen?’, ‘Wil je iets lekkers?’ en ‘Tot straks’. Ze nam de stemmen twee keer op: een keer terwijl de baasjes deden alsof ze het tegen hun kat hadden, en een keer alsof ze het tegen een mens hadden.

Toen ze de opnamen eenmaal had, voerde De Mouzon de volgende stap van de experimenten uit bij de baasjes en katten thuis, waar de dieren zich op hun gemak voelen en op een natuurlijke manier zouden reageren. In elke woning speelde ze opnamen af van zowel het baasje van de kat en van vreemden die dezelfde zinnen uitspraken. Intussen maakte ze video-opnamen van de reacties van de katten.

De katten reageerden wanneer ze hun eigen baasje katgerichte spraak hoorden gebruiken, maar niet wanneer hun baasje zich tegen mensen richtte. Ook reageerden ze niet op de stemmen van vreemden, of die het nu tegen katten of andere volwassenen hadden. Dit wijst erop dat de katten herkennen wanneer hun baasjes het tegen hen hebben, aldus De Mouzon.

Een sterkere band

‘Dit is heel belangrijk,’ zegt etholoog Marsha Reijgwart van de Nederlandse onderzoeks- en voorlichtingsorganisatie Purr Doctors, die niet bij het onderzoek betrokken was.

‘Het is een indicatie dat katten echt opmerken dat het geluid dat ze horen voor hen bedoeld is.’

Esther Bouma, de collega van Reijgwart bij Purr Doctors, is dat met haar eens. Wel wijst ze erop dat uit het onderzoek niet blijkt dat de katten weten wat we zeggen. Daarnaast stelt ze dat de kleine onderzoeksgroep en relatieve uniformiteit van de onderzochte katten en hun baasjes het lastig maakt om de resultaten te generaliseren naar alle relaties tussen katten en mensen.

Maar volgens De Mouzon kunnen kattenbaasjes er door haar onderzoek op vertrouwen dat hun huisdieren waarschijnlijk naar ze luisteren.

‘Ook al weet je wel dat katten geen mensenbaby’s zijn; we kunnen wel op een manier tegen ze praten waar ze gevoelig voor zijn, en die onze onderlinge band versterkt.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com