Spinnen zijn even divers als intrigerend. Er zijn meer dan vijftigduizend soorten bekend, en gezamenlijk vormen ze een nogal bijzondere familie. Zo leven duikerspinnen veelal onder water, voelt Pardosa glacialis zich ook boven de noordpoolcirkel thuis, en kan de stekelige Gaius villosus wel 43 jaar oud worden. Toch hebben spinachtigen een bedenkelijke reputatie.
Schattige spinnenogen
‘Mensen vinden spinnen vaak maar eng,’ zegt Javier Aznar. De bioloog en fotograaf woonde drie jaar in Ecuador, waar hij in het regenwoud een indrukwekkende en uitgebreide verzameling spinnenfoto’s bij elkaar schoot. ‘Maar kijk je wat beter, dan gaat er een wereld voor je open.’
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Neem het dappere springspinnetje Phidippus audax, dat je hierboven aanstaart vanaf een vingertop. Volgens Aznar heeft dit opvallende diertje, dat voorkomt in Noord-Amerika, een bijzonder ‘vriendelijk’ karakter (P. audax is dan ook niet giftig voor mensen). Sommige springspinnen nemen kleuren waar. Die schattige puppyogen zien jou dus in volle glorie.
Spin of mier?
De fascinerende krabspinnen van het geslacht Aphantochilus komen voor in Zuid-Amerika. Met hun brede, gehoornde kop zijn ze het evenbeeld van hun prooi: mieren. Gehuld in camouflage weten krabspinnen hun toekomstige maaltijd onopgemerkt te besluipen. Ze zijn meesters in vermommen en daarom lastig te vinden, laat staan te fotograferen. Aznar kwam er in Ecuador slechts drie of vier keer een tegen.
Een spin zonder web
Die diversiteit en eigenaardigheden zijn wat zijn werk, het fotograferen van spinnen, zowel uitdagend als leuk maakt, zegt Aznar. Regelmatig brengt hij lange nachten door in de jungle, op zoek naar spinnen in actie.
Tekst gaat verder onder de fotoreeks.
Zo duurde het jaren voordat hij Deinopis voor zijn lens kreeg. De spinnen uit dit geslacht hebben grote ogen en lange poten en weven geen traditioneel web, maar een zijdeachtig, vierkant net dat ze tussen hun poten houden om insecten mee te vangen. Spinnen van dit geslacht zijn extreem schichtig: laat je ze schrikken, dan stoppen ze hun vangnet snel weg.
Om hun bijzondere aanvalstactiek vast te leggen, werd het geduld van de fotograaf behoorlijk op de proef gesteld. Na lange perioden van stilzitten en observeren kreeg hij plotseling een exemplaar in het vizier dat op het punt stond om toe te slaan. Met een flits en een klik had Aznar eindelijk zijn foto.
Benieuwd naar de andere spinnen die Aznar voor zijn lens vond? Je vind ze in het maartnummer (2023) van National Geographic.