Met een lange stok prikt een duiker eerst de naald in het midden van het haast buitenaards ogende wezen. Vervolgens wordt een azijnoplossing geïnjecteerd. Als laatste stap haalt hij het dier voorzichtig weg van het koraal waar-ie zich zojuist aan tegoed deed. Zijn lot? In twee dagen tijd degraderen tot een hoopje smurrie.

Momenteel is deze opmerkelijke, arbeidsintensieve methode de enige manier om een plaag van deze koraaletende zeester, beter bekend als de doornenkroon, te bestrijden.

Anderhalf miljoen doornenkronen

Een ecosysteem dat in balans is, heeft weinig te vrezen van Acanthaster planci. Maar problematisch wordt het bij een ware uitbraak. Complete koraalriffen zijn dan ten dode opgeschreven. Bij zo’n uitbraak in Japan veertig jaar geleden, hadden duikers daarom geen andere keuze dan anderhalf miljoen doornenkronen te verwijderen. Met de hand.

Recente monsters eDNA, ofwel ‘environmental DNA’, geven aanleiding te vrezen voor een doornenkroonexplosie in het noordelijk deel van het Groot Barrièrerif. Alleen: alle beschikbare boten en duikteams worden al ingezet op bestaande uitbraken elders.

‘We moeten nú wat doen, voordat het te laat is. Maar daarvoor zijn wel extra geld, mensen en onderzoek nodig,’ stelt Sven Uthicke, ecoloog bij het Australian Institute of Marine Science.

Oogstrelend maar vraatzuchtig roofdier

De doornenkroon is een oorspronkelijke bewoner van het Groot Barrièrerif en andere riffen in de Indo-Pacific-regio. De oogstrelende maar vraatzuchtige roofdieren hebben tot wel 21 armen, zijn bedekt met centimeters lange giftige naalden en scheiden een giftig slijm af als ze zich bedreigd voelen.

Met een doorsnede van zestig centimeter is de doornenkroon een van ’s werelds allergrootste zeesterren. En opvallend gekleurd bovendien: het zeewezen komt in prachtige felblauwe, -paarse, -rode en -roze varianten. Toch laat de doornenkroon zich doorgaans lastig vinden: het liefst houdt hij zich schuil in donkere hoeken, kieren en gaten.

In kleine aantallen vormt de doornenkroon geen probleem. Maar tijdens een uitbraak moet soms negentig procent van het koraalrif eraan geloven – en het herstel ervan kan tien jaar duren.

Kunstmest en overbevissing

Niet voor het eerst is de mens genoodzaakt een groot ecologisch probleem op te lossen, dat het zelf veroorzaakt. Zo zorgt kunstmest, dat via rivieren op grote schaal uitspoelt in onze oceanen, voor de extreme algengroei in het zeewater. ‘De larven van de doornenkroon eten deze algen. Dus hoe meer algen, hoe meer doornenkronen,’ aldus Uthicke.

Overbevissing vormt een tweede aanleiding. Natuurlijke vijanden die de doornenkroonpopulatie normaliter in toom houden, staan zelf ook onder druk. Regio’s waar visserij verboden is – zogeheten Green Zones – kennen significant minder uitbraken.

Waarom zijn doornenkronen zo lastig te bestrijden?

Behalve vraatzuchtig, is de doornenkroon uiterst productief: zestigduizend eitjes in een enkel paaiseizoen zijn voor een vrouwtje geen uitzondering. Uit deze eitjes komen veerkrachtige larven. Ze kunnen zichzelf klonen en zijn, in tegenstelling tot koraalrif, wél bestand tegen het opwarmende zeewater.

Daarbij zijn volwassen doornenkronen meesters in regeneratie. De zeester in stukken snijden is kansloos: experts hebben beide helften binnen enkele weken bijna volledig zien genezen. Vandaar ook de toevlucht tot injecties met – voor het overig zeeleven overigens onschuldige – azijn- of zoutoplossing, waardoor de doornenkroon binnen twee dagen het loodje legt.

hoe is deze oogstrelende maar vraatzuchtige zeester te stoppen
Nature Picture Library / Alamy Stock Photo
Een duiker bestrijdt een leger aan doornenkronen.

Bieden nieuwe methoden hoop voor het rif?

Op dit moment wordt geëxperimenteerd met nieuwe methoden om potentiële uitbraken eenvoudiger, eerder en goedkoper op te sporen. Een daarvan is het tellen van de doornenkronen met behulp van onderwatercamera’s, in plaats van duikers.

En om te bepalen of er buiten het zicht om doornenkronen leven op het rif, ontwikkelden wetenschappers recentelijk een speciale peilstok waarmee DNA-sporen van het dier kunnen worden gedetecteerd in het zeewater, vergelijkbaar met een COVID-19-zelftest.

Ook de inzet van bestrijdingsmiddelen wordt onderzocht. Mogelijk biedt de gewone tritonshoorn uitkomst: deze slakkensoort is een van de weinige natuurlijke vijanden van de doornenkroon. Slechts een vleugje van Charonia tritonis is voldoende om de doornenkroon de stuipen op het gestekelde lijf te jagen.

Makkelijke boeman

Maar zelfs al blijken de nieuwe methoden succesvol, dan nog vrezen experts voor de toekomst van de zo kwetsbare kraamkamers van onze oceanen.

‘Wereldwijd balanceren koraalriffen op de rand van de afgrond,’ waarschuwt Uthicke. ‘De doornenkroon is een makkelijke boeman en vergt zeker onze aandacht, maar veruit de grootste bedreiging voor koraalrif blijft de klimaatcrisis.’