Het is de eerste maartdag van dit jaar, zo’n vijftig kilometer ten zuiden van het Amerikaanse eiland Nantucket (Massachusetts). Wetenschappers van het New England Aquarium vliegen per helikopter over de Atlantische kust als ze steil achterover vallen van verbazing. Onder hen verschijnt meermaals een walvis aan het wateroppervlak. Niet zomaar een walvis: een in de Atlantische Oceaan al eeuwenlang uitgestorven gewaande walvis. En zijn terugkeer is volgens experts zowel slecht als goed nieuws.
Om wat voor walvis gaat het?
‘Ik durfde het eerst niet hardop te zeggen, omdat het zo onwerkelijk leek,’ zegt marien biologe Orla O’Brien. Ze maakt foto’s en zodra de walvis weer kopje onder gaat, toont ze die aan collega Kate Laemmle. ‘Mijn brein probeerde te verwerken wat ik zag, omdat deze walvissoort hier al honderden jaren niet meer voorkomt,’ aldus Laemmle.
Na drie kwartier cirkelen boven het dier, dat zich waarschijnlijk aan het voeden was, weten de wetenschappers het zeker: het gaat hier om een grijze walvis (Eschrichtius robustus). Die laten zich makkelijk herkennen ten opzichte andere walvissoorten. Grijze walvissen hebben geen rugvin en beschikken over een kenmerkende grijs-witgevlekte huid vol littekens, veroorzaakt door de vele parasieten die het tot wel vijftien meter lange zeezoogdier plagen.
Uitgestorven in de achttiende eeuw
Van de grijze walvis zijn vandaag de dag nog twee populaties bekend, die beide leven in de Grote Oceaan. Een kleine en tevens sterk bedreigde ‘westelijke’ groep van slechts tweehonderd dieren migreert tussen de Zee van Ochotsk en het zuiden van Korea. En een grote, ‘oostelijke’ groep begeeft zich tussen de wateren voor de kust van Alaska en Neder-Californië, het schiereiland ten westen van Mexico. Ooit was er sprake van een Noord-Atlantische populatie grijze walvissen, maar door overbejaging stierf deze begin achttiende eeuw uit.
Wat brengt de grijze walvis in deze wateren?
De vermoedelijke boosdoener van de bijzondere walviswaarneming is wellicht geen verrassende, noch rooskleurig: klimaatverandering. Door onze opwarmende aarde is de Noordwestelijke Doorvaart tussen de Atlantische en de Grote Oceaan zomers vaak ijsvrij. Walvissen kunnen daar tegenwoordig dus moeiteloos doorheen zwemmen.
Tegelijkertijd wijst de onverwachte walvisontmoeting op iets positiefs: de veerkracht van de natuur. ‘In de Atlantische Oceaan verwacht je bultruggen en vinvissen. Maar dit dier bewijst dat de oceaan een dynamisch ecosysteem is waarin nog zo veel te ontdekken valt,’ aldus O’Brien. ‘Deze grijze walvis is daarmee een voorbeeld van hoe snel sommige zeedieren zich aan weten te passen aan klimaatverandering, zolang ze daar de kans toe krijgen.’