Hij is misschien wel de notoirste walvisjager op aarde: Kristján Loftsson (1943). De IJslander runt het enige overgebleven walvisvaartbedrijf van het land, Hvalur, en dat wordt hem niet door iedereen in dank afgenomen. Zo liet Greenpeace al eens twee van zijn schepen zinken. Toch lijkt hij zich weinig aan te trekken van de controverse. In een interview met The Guardian gaf hij te kennen de vergelijkingen met walvisjager Ahab uit Moby Dick een eer te vinden.

Zijn vergunning om op walvissen te jagen werd in juni 2023 door de IJslandse overheid ingetrokken, omdat de jacht in strijd was met de wet op dierenwelzijn. Toch kan hij nu opnieuw aan de slag: op 11 juni 2024 werd zijn vergunning verlengd.

De IJslandse walvisjacht

In 2023 verscheen er een rapport van de MAST, de IJslandse Voedsel- en Veterinaire Autoriteit. Daaruit bleek dat van de 148 walvissen die in 2022 waren gevangen, 36 dieren meer dan één keer moesten worden geharpoeneerd. Eén walvis werd vijf uur lang achtervolgd met een harpoen in zijn rug, maar niet gevangen. Ook bleek dat 41 procent niet direct het leven liet nadat ze waren geraakt, maar in het ergste geval eerst nog twee uur pijn leden.

Ondanks dit rapport en de initiële intrekking van zijn vergunning, mocht Loftsson in september 2023 weer met zijn boot het water op om het seizoen af te maken. Later dat jaar verliep zijn vergunning. Hij vroeg een nieuwe vergunning aan voor 2024, die normaal gesproken vijf of tien jaar geldig is. Een nieuwe vergunning voor de walvisjacht kreeg hij, maar dan voor slechts één jaar. Deze mag hij in theorie niet meer verlengen.

In de praktijk betekent dit dat hij in 2024 nog 99 gewone vinvissen (Balaenoptera physalus) mag afschieten in de wateren rond Groenland en West-IJsland. Ook kan hij uitwijken naar het oosten van IJsland en de Faeröer om daar nog 29 walvissen te harpoeneren.