De mens zit er in de winter doorgaans warmpjes bij: de verwarming gaat aan en de winterkleding wordt uit de kast gehaald. Leef je in de natuur? Dan heb je het al een stuk lastiger: wilde dieren moeten creatieve oplossingen uit de kast halen om de wintermaanden door te komen. Dit zijn 4 van hun overlevingsstrategieën.
1. Spinnen: ingraven en antivries
Neem spinnen. Veel soorten die in Europa voorkomen, zoals de gewone wolfspin, overleven de winter door zich in te graven in aarde, onder bladafval of in stukken hout.
‘Er zit een verrassend groot verschil in temperatuur tussen een bevroren oppervlak van sneeuw of ijs en een schuilplaats van enkele centimeters diep,’ zegt gedragsecoloog en spinnenexpert George Uetz van de University of Cincinnati. ‘Veel spinnen en insecten zijn actief op dit soort dieper gelegen plekken, waar de temperatuur soms een paar graden boven het vriespunt blijft.’
Leestip: 5 veelgehoorde mythen over spinnen ontkracht
Omdat spinnen geen lichaamswarmte voorbrengen, vertraagt hun metabolisme wanneer de temperatuur daalt. Sommige soorten hebben bovendien een geheim wapen: tijdens koele herfstnachten produceren ze een stofje dat lijkt op antivries. Dit zorgt ervoor dat er geen ijskristallen vormen in hun lichaam, legt Uetz uit – een handig trucje waarmee ze het kunnen volhouden tot de lente.
2. Deze schildpad ademt onder water
Een schildpad is altijd traag, maar in de winter nog net een beetje trager. Sommige soorten, zoals Carolina-doosschildpadden, graven zichzelf in en trekken zich terug in hun schild. Vervolgens beginnen ze aan een inactieve periode die bekend staat als brumatie: de reptielenversie van een winterslaap, waarin de dieren teren op hun vetreserves.
Andere soorten blijven de hele winter onder water. Zelfs wanneer het wateroppervlak bevriest, weten deze schildpadden het op de bodem uit te houden. Dat komt deels omdat ze het vermogen hebben ontwikkeld om zuurstof uit het water op te nemen.
Leestip: Schildpad in de koelkast? Zo komt je huisdier veilig de winterslaap door
‘Wanneer koelbloedige dieren koud zijn, hebben ze minder zuurstof nodig. Wat ze uit het water kunnen halen, is doorgaans voldoende om ze door de winter te loodsen,’ zegt Jackie Litzgus, bioloog aan de Laurentian University in Ontario (Canada). Wanneer zuurstof extreem schaars wordt, kunnen sierschildpadden en bijtschildpadden zelfs in een metabolische stand raken waarin ze een tijdlang kunnen overleven zonder zuurstof.
3. Bijen produceren zelf warmte
Wanneer het kouder wordt, trekken Europese honingbijen zich terug in hun korf, waar ze op een kluitje gaan zitten. De hele winter blijven ze actief om elkaar op die manier warm te houden. ‘Dat is uniek,’ zegt bioloog Thomas Seeley van Cornell University in New York. ‘Er is geen ander insect dat overwintert door zichzelf op te warmen.’
Werksters verzamelen zich rond de koningin. De samenstelling van de bijenkluit wordt afgestemd op wisselingen in de omgevingstemperatuur. Door de spieren die ze gebruiken om te vliegen aan te spannen en weer te ontspannen, genereren de bijen warmte. ‘Hun energie wordt op dat moment enkel nog gebruikt om warmte te creëren,’ legt Seeley uit.
Leestip: Een intiem kijkje in het leven van wilde bijen
De koningin bevindt zich op het warmste, comfortabelste plekje middenin – maar zelfs de bijen die de buitenste laag van de kluit vormen, bevriezen niet. De strategie vereist maanden van planning. Gedurende de bloemrijke zomer produceren de bijen ruim 40 kilo aan honing. Deze voorraad slaan ze op om de korf de hele winter lang te kunnen onderhouden.
4. De grondeekhoorn bouwt een bunker
De grondeekhoorn behoort tot familie der eekhoorns. In tegenstelling tot hun neefjes met pluimstaarten zien we grondeekhoorns echter niet de hele winter lang buiten rondlopen. Ook besteden ze niet het hele seizoen in winterslaap. In plaats daarvan brengen deze kleine zoogdieren de koude maanden door in een uitgebreid nest van tunnels en kamers – waarvan sommige tot de nok gevuld met noten, zaden en ander voedsel.
De oostelijke wangzakeekhoorn bevindt zich ’s winters dagenlang in een verdoofde staat. De hartslag van het dier daalt van 350 tot slechts enkele slagen per minuut en de lichaamstemperatuur (gewoonlijk zo’n 34 graden Celsius) zakt richting de omgevingstemperatuur van soms amper 5 graden. Toch is dit geen ononderbroken winterslaap: de knaagdieren ontwaken elke paar dagen om hun buik vol te eten en hun behoefte te doen in de speciaal daarvoor aangewezen toiletkamers.
Nog niet uitgelezen? Schrijf je ook in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang wekelijks de favoriete verhalen van de redactie in je mail.