Als ik iets mooi vond aan Oman, waren het wel de wadi’s: een soort bergoases. Droge rivierbeddingen verstopt in diepe kloven, die volstromen met water wanneer het regent, met daarlangs plantages vol dadelpalmen, bananen- en mangobomen. Het heldere water varieert in kleur van diepgroen tot turkooisblauw, en in sommige kan je heerlijk zwemmen. Deze oases, omzoomd door bossen aan palmen, vind je door het hele land. Met een 4x4 – die heb je vaak wel nodig – rij je zover je kan de kloof in. Vervolgens zet je de tocht te voet, of zwemmend, verder.
Ik leer pas echt begrijpen wat wadi's zijn en hoe ze werken als het een dag stevig regent in Oman. Het verkeer tussen twee bergdorpjes komt vast te staan, een deel van de weg is overstroomd en plots stroomt er kolkend water door de rivier die onder de weg doorloopt. Omani parkeren hun wagens en verzamelen langs de kant van het water, waar ze kletsen met elkaar en foto's maken. Ik vraag aan een van de omstanders wat er aan de hand is. Hij vertelt: 'Als het regent is iedereen blij in Oman, vooral de boeren omdat de wadi’s weer volstromen. Een paar uur geleden stond deze rivier nog droog!' Het verschil tussen wadi's en rivieren is dat de eerstgenoemde niet permanent zijn en pas vollopen wanneer het regent in de bergen.
Dat dat ook problemen kan opleveren wanneer je een wadi doorkruist, merk ik als ik een poging doe Wadi Ghul in te rijden. Deze pittige route eindigt bij Wadi Nakhar: de 'Grand Canyon' van het Midden-Oosten, waar je recht inkijkt vanaf duizelingwekkende hoogte. Zover ben ik alleen nooit gekomen, omdat de banden van de grote, witte Land Rover bij een steil stuk omhoog vast kwamen te zitten. De grond van de onverharde weg wordt zacht en modderig door de regen. Ook kan een kloof plots snel volstromen met water, dus het is altijd oppassen geblazen in de bergen als het regent. Ik ben daarom snel omgekeerd, maar zelfs het eerste stuk van Wadi Ghul is een lust voor het oog.
De tweede wadi die ik bezoek is een groter succes: Wadi Bani Khalid, ook wel bekend als de mooiste wadi van Oman. Enorme bekkens zijn gevuld met diep water, gevoed door watervallen vanuit de hoger gelegen bergen. Binnen een paar minuten sta ik bij de eerste poelen, vanwaar ik verder de kloof inwandel. Je kan vanaf hier zelfs een driedaagse hike maken naar Wadi Tiwi, gelegen aan de andere kant van de bergen. Helaas is daar geen tijd voor, maar wel voor een duik in het heerlijk koude en heldere water. Als ik even stilzit komen kleine visjes knabbelen aan mijn tenen, net als in de spa. Het water staat overal met elkaar in verbinding, dus je kan door kloven van de ene naar de andere poel zwemmen. Wat een waanzinnige plek.
De laatste wadi die ik bezoek is Wadi Tiwi. Een bijzondere plek omdat hier het eeuwenoude irrigatiesysteem van Oman, dat op de werelderfgoedlijst van Unesco staat, goed te zien is. De rivier slingert kilometers door een diepe kloof, met kleine bergdorpjes en bloeiende plantages erlangs. Rijden is hier een enorme uitdaging: slechts een smalle weg loopt de wadi in en uit, voor verkeer uit beide richtingen. Na een dorpje volledig in zijn achteruit al slingerend terug te hebben moeten rijden vanwege een tegenligger, besluit ik te voet verder te gaan. Een goede keuze, want te voet kan ik de plantages eens goed bekijken. Een ingenieus systeem van waterkanaaltjes verdeelt het water via kleinere goten over de tuinen.
Bijzonder dat iedere wadi weer zo anders is. En hier stopt het niet: er zijn nog tientallen wadi’s in Oman te ontdekken waar je hele dagen door kunt brengen. Een goede reden om nog eens terug te komen.
Veerle Witte reist als digital nomad voor National Geographic de hele wereld rond. Volg haar sinds kort ook op Instagram via @digitalnomadnl. Oman zelf ook ontdekken? Met Silverjet Vakanties geniet u in alle luxe van een bijzondere privérondreis. Bekijk nu >