Toen Lynn Zakeri hoorde dat haar twee zoons de eerste maanden van hun eerste, respectievelijk laatste jaar van hun Amerikaanse high school op afstand zouden doorbrengen door de pandemie, maakte de maatschappelijk werkster zich zorgen over hoe ze om zouden gaan met deze nieuwe tegenslag. Haar jongste zoon had in het voorjaar ook al de feestelijkheden rond het afronden van de lagere school gemist, en de oudste had maandenlang getraind om klaar te zijn voor het nieuwe voetbalseizoen van zijn school.
Zakeri vond het heel ellendig voor ze, maar toen ze vroeg hoe zij het zagen, was ze verrast door hun optimistische houding. Volgens een recent overzicht in het Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry lopen kinderen en pubers immers een groter risico om zich eenzaam, depressief of angstig te voelen tijdens de COVID-19-pandemie, doordat ze geen contact hebben met leeftijdgenoten, onderwijzers en familieleden.
We kunnen niet goed zien hoe het echt met kinderen gaat, en daarom is het zo belangrijk om het ze te vragen en goed te luisteren, in plaats van er simpelweg vanuit te gaan dat we weten hoe ze zich voelen, aldus Zakeri. “Ik denk dat het altijd beter is om de rol van vragensteller aan te nemen, dan die van de bepalende.”
Het is normaal dat kinderen zich soms angstig, bezorgd of verdrietig voelen, maar toch kan het helpen om regelmatig een vinger aan de pols te houden. Zo kun je merken wanneer ze extra steun nodig hebben, helemaal omdat ze te maken krijgen met gebeurtenissen die niet veel mensen meemaken. Dit is wat deskundigen zeggen over praten met je kinderen over hun mentale gezondheid.
Zoek eerst uit hoe het met jou gaat
Kinderen en pubers leren hun emoties vaak herkennen, uiten en ermee omgaan door te kijken naar hun ouders - iets dat ook wel modeling wordt genoemd.
Dus hoe word je een effectief rolmodel? “Een van de dingen die ik ouders aanraad is om eerst uit te zoeken hoe het met henzelf gaat,” stelt Carla Marin, die als kinderpsycholoog aan de Yale School of Medicine gespecialiseerd is in angststoornissen.
“Dat is net zoiets als in het vliegtuig, als ze je vertellen dat je eerst je eigen masker op moet zetten voordat je anderen helpt,” vertelt ze. “Wat zijn dingen waar je zelf gestrest door bent? Heb je een netwerk van mensen om je heen waar je mee kunt praten? Ben je in staat symptomen van angst of depressie te herkennen?” Ouders moeten kunnen omgaan met hun eigen emoties voordat ze tegemoet kunnen komen aan de emotionele behoeften van hun kinderen.
Tekenen van angst en depressie herkennen
Angststoornissen behoren tot de meest voorkomendeproblemen op het gebied van de mentale gezondheid van kinderen. Naast angstgevoelens en bezorgdheid, kunnen kinderen ook fysieke symptomen hebben, zoals vermoeidheid, hoofdpijn of buikpijn. Marin waarschuwt ervoor om ontwijkend gedrag te versterken. Als een kind bijvoorbeeld bang is om alleen te slapen, moet je het stimuleren om dat toch wel te doen. “Als je als ouder toestaat dat een kind een situatie vermijdt waar geen daadwerkelijk gevaar te duchten is, dan geef je de stilzwijgende boodschap af dat het iets is waar het zich inderdaad zorgen om moeten maken,” legt ze uit. “Daardoor lopen ze de kans dat ze later een angststoornis ontwikkelen.”
Ook gedragsveranderingen kunnen duiden op depressie of angst, aldus Kathryn Lige, die als maatschappelijk werkster werkzaam is bij het Student Success Program van het Amerikaanse Child Mind Institute. Jongere kinderen krijgen wellicht driftbuien, gaan eerder huilen, worden eenkennig of houden niet op met vragen stellen. Bij oudere kinderen en pubers zijn mogelijk veranderingen te zien in hun slaappatroon, eetlust en hun fysieke en sociale activiteit. Ook kunnen ze sneller geïrriteerd zijn, weinig motivatie hebben of weinig energie.
Ouders moeten ook bedacht zijn op tekenen van fysieke of emotionele zelfbeschadiging, aldus Lige. Sommige kinderen plukken aan hun huid, trekken hun haar uit, verwonden zichzelf, of gebruiken alcohol of drugs. Emotionele zelfbeschadiging is onder meer in negatieve termen over jezelf praten of denken of het gevoel hebben er niet toe te doen. Dit kan gemakkelijk onopgemerkt blijven als ouders geen vragen stellen.
Zorg dat het gewoon is om over emoties te praten
Ouders kunnen kinderen helpen om over dergelijke lastige emoties te praten. Bij een effectief modeling-proces hoort onder meer je kinderen helpen om hun gevoelens onder woorden te brengen- en dat begint al als ze peuters zijn.
Lige adviseert om visuele hulpmiddelen te gebruiken om kinderen te helpen om hiervoor al vroeg een vocabulaire te ontwikkelen. Je kunt bijvoorbeeld bij het kijken naar emoji's, prentenboeken of films een verband leggen tussen de gezichtsuitdrukking van een personage en een emotie. (“Assepoester kijkt verdrietig als ze bedenkt dat ze niet naar het bal kan gaan.”)
Als jonge kinderen hun gevoelens niet verbaal kunnen uiten, kunnen ze vervelend worden, driftbuien krijgen of zich in zichzelf terugtrekken. Marin waarschuwt om kinderen niet te straffen of te negeren als ze overstuur zijn of door emoties overmand worden. Maak contact met ze, help ze om te kalmeren en benoem hun emoties. (“Zo te zien ben je ergens van overstuur. Laten we even diep ademhalen. Vertel papa of mama eens wat er aan de hand is.”) Je kunt ook hierin een model zijn, door over je eigen emoties en probleemoplossende strategieën te praten - maar zorg er wel voor dat je dit doet op een manier die past bij de leeftijd van het kind.
Het is net zo belangrijk om dergelijke gesprekken te hebben met oudere kinderen en pubers. “Gewoon praten over gevoelens en emoties, en dat een onderdeel maken van gesprekken met het gezin, zorgt ervoor dat het stigma verdwijnt,” aldus Marin. Ze adviseert om regelmatig aan je kinderen te vragen hoe het met ze gaat, en er niet pas over te beginnen als je denkt dat er iets aan de hand is.
Wees de luisteraar
Vragen stellen is pas de eerste stap - je kind wil zich ook gehoord voelen.
“Het is belangrijk dat je voor ogen houdt dat je kind zich voelt zoals het zich voelt - ook al is dat in jouw ogen misschien onterecht,” aldus Marin.“Steun bestaat uit twee onderdelen - erkennen hoe het kind zich voelt, maar ook zorgen dat het zelfvertrouwen ontwikkelt. Zeg bijvoorbeeld ‘Je vertelt me net dat je hier echt mee zit. Dat snap ik. Ik begrijp dat het heel vervelend is, maar ik denk dat je het aankunt. Laten we er nog eens wat langer over doorpraten.’”
Lige raadt aan om vaardigheden voor actief luisteren in te zetten. Zorg dat je niet afgeleid wordt tijdens gesprekken met je kinderen, en laat ze verbaal en fysiek merken dat je luistert. Dat betekent dat je je telefoon weglegt, de tv uitzet, oogcontact maakt, je hoofd knikt en doorvraagt.
Timing is ook belangrijk. “Als ze hun koptelefoon op hebben of met hun vrienden aan het chatten zijn, dan laten ze jou gewoon praten om zo snel mogelijk weer te kunnen doen waarmee ze bezig waren,” zegt Zakeri. Zij adviseert om tijd vrij te maken om met je kinderen te praten tijdens activiteiten waar zij ook zin in hebben, bijvoorbeeld tijdens een wandeling, een autoritje of terwijl je samen koekjes bakt.
Zakeri benadrukt hoe belangrijk het is om te luisteren en om je kind te steunen in wat het je vertelt, zonder afwijzend of veroordelend te zijn. “Het moet veilig voor kinderen zijn om negatieve dingen te vertellen - dat is ok, we hebben allemaal wel eens negatieve gevoelens,” zegt ze. “Als je alleen maar tegen je kinderen zegt dat alles in orde is, terwijl zij je vertellen dat dat niet zo is, komen ze uiteindelijk niet meer naar je toe.”
Dat betekent ook dat je het hoofd koel moet houden tijdens moeilijke gesprekken. “Kinderen willen hun ouders niet bezorgd maken. Ze willen weten dat jij het aankan, waar ze ook mee komen,” aldus Zakeri. Als het je moeite kost om met je eigen gevoelens om te gaan, raadt ze aan om met een therapeut te gaan praten. “Leg je eigen angsten en zorgen bij mensen die dat aankunnen - je kinderen kunnen dat niet.”
Schakel hulp in als dat nodig is
Het is normaal dat kinderen negatieve emoties hebben, met name tijdens grote veranderingen zoals we die meemaken tijdens de pandemie, aldus Lige. Maar als de symptomen ernstig zijn, als die het dagelijks functioneren belemmeren of langer dan een paar weken aanhouden, zouden ouders kunnen overwegen om met een deskundige te gaan praten over een onderzoek en eventueel wetenschappelijk onderbouwde behandeling.
“Professionele hulp kan bijdragen aan het herstel bij mentale of emotionele problemen,” zegt Marin. “Net zoals we naar een arts gaan bij fysieke aandoeningen. We moeten onze mentale gezondheid hetzelfde benaderen als onze fysieke gezondheid.”
Ze raadt aan om eerlijk tegen je kind te zijn als je besluit de hulp van een deskundige in te schakelen, maar dat wel te doen op een manier die past bij de leeftijd van je kind. (“Papa en mama zien dat je de laatste tijd zo vaak verdrietig bent, dus we willen graag dat je met iemand gaat praten die je kan helpen om je beter te voelen.”) Als een kind niet mee wil werken, hoef je je daar niet door te laten ontmoedigen, aldus Marin. Een therapeut of ggz-medewerker kan ook met jullie aan de slag gaan, en strategieën aanbevelen om je kind te helpen.
En onthoud ook dat je kinderen kijken hoe jij je emoties uit en daarmee omgaat, en hun gedrag modelleren naar dat van jou. Daarom is het net zo belangrijk om zelf hulp in te schakelen als dat nodig is, zegt Lige. “Als je kind het moeilijk heeft, kun je hem of haar niet helpen als je het zelf moeilijk hebt.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com