Sporen van methamfetamine en andere verboden middelen die in meren en waterwegen zijn aangetroffen, kunnen vissen verslaafd maken, zo blijkt uit nieuw onderzoek.

Laboratoriumproeven tonen aan dat als forellen, die in veel Oost-Europese rivieren voorkomen, worden blootgesteld aan bepaalde concentraties methamfetamine in het water, ze symptomen van verslaving gaan vertonen, zoals verminderde activiteit en onthoudingsverschijnselen. Het in het lab geteste gehalte aan methamfetamine in het water was vergelijkbaar met de concentraties die worden gemeten in watermonsters die stroomafwaarts van waterzuiveringsinstallaties zijn genomen. In het wild zouden ‘verslaafde’ vissen problemen kunnen krijgen met de voortplanting en het vinden van voedsel.

“Het verraste me dat gebruikers van methamfetamine ongewild kunnen bijdragen aan verslavingsverschijnselen in de ecosystemen om ons heen,” schreef Pavel Horký, gedragsecoloog aan de Tsjechische Landbouwuniversiteit Praag, in een e-mail. Zijn onderzoek is de afgelopen week gepubliceerd in het Journal of Experimental Biology.

Verslaving aan methamfetamine, een synthetische drug, wordt volgens Horký wereldwijd als een van de belangrijkste bedreigingen van de volksgezondheid beschouwd, omdat ze tot stemmingswisselingen, paranoia, een verhoogde hartslag en bloeddruk en in sommige gevallen tot de dood kan leiden. Tijdens de pandemie en in de jaren ervóór schoten de cijfers over het misbruik van methamfetaminen in de VS en Europa omhoog. Volgens een onderzoek dat in januari 2021 werd gepubliceerd, is het aantal doden in de VS als gevolg van een overdosis methamfetamine tussen 2011 en 2018 onder alle etnische groepen toegenomen. (Lees ook hoe de pandemie mogelijk tot nog meer misbruik van pijnstillers heeft geleid.)

Nadat methamfetamine in iemands lichaam is gemetaboliseerd, wordt de stof via de stoelgang en de urine uitgescheiden. In waterzuiveringsinstallaties wordt een groot deel van de methamfetamine uit het rioolwater gefilterd, maar niet alles. Het resterende afvalwater belandt in onze waterwegen, die al door allerlei vormen van vervuiling worden bedreigd.

De resultaten van het laboratoriumonderzoek zijn volgens Horký het zoveelste bewijs voor het feit dat veel chemische stoffen in ons rioolwater – van cocaïne en heroïne tot antidepressiva en bestanddelen uit anticonceptiepillen – schade toebrengen aan ecosystemen in meren en waterwegen, met name aan vissen. Zo zijn forellen als prooidieren van levensbelang voor een breed scala van roofdieren en kan een verandering in het gedrag of de verspreiding van deze vissen grote gevolgen hebben voor de hele voedselketen. (Lees ook hoe rivierkreeften mogelijk onstuimiger worden door antidepressiva.)

Uitwerking op forellen

Voor hun onderzoek lieten Horký en zijn collega’s zestig gekweekte forellen gedurende twee maanden in water met methamfetamine rondzwemmen, terwijl ze een controlepopulatie van zestig andere forellen in een tank met niet-verontreinigd water lieten zwemmen. Om de omstandigheden in het wild zo goed mogelijk te simuleren zorgden de onderzoekers ervoor dat de concentratie van de drug (één microgram per liter) overeenkwam met gehaltes aan methamfetamine die door andere onderzoekers stroomafwaarts van waterzuiveringsinstallaties zijn gemeten, in rivieren in Tsjechië en Slovakije.

Nadat de vissen uit de tank met methamfetamine waren gehaald, zwommen de forellen gedurende de eerste dagen minder actief rond, wat het team toeschrijft aan stress door onthoudingsverschijnselen. Uit analyses van de hersenen van de vissen bleek dat de vissen die zich het minst actief toonden, de meeste methamfetamine in hun brein hadden.

De onderzoekers gaven de forellen uit beide tanks de keuze om tussen twee verschillende waterstromen te kiezen: een mét en een zonder methamfetamine erin. De forellen die eerder aan de drug waren blootgesteld, gaven de voorkeur aan de stroom mét methamfetamine, vooral in de vier dagen nadat ze uit de hun verontreinigde tank waren gehaald. In de loop van tijd nam de voorkeur van deze forellen voor water met de drug erin geleidelijk af en kwam uiteindelijk weer overeen met de gemiddelde voorkeur van de vissen uit de controlegroep – volgens Horký een duidelijk teken van afnemende verslaving. (Lees ook waarom rivieren en meren tot de meest beschadigde ecosystemen op aarde behoren.)

Verstoorde ecosystemen

Volgens Emma Rosi, ecosysteemecologe aan het Cary Institute of Ecosystem Studies van de University of Georgia, blijkt uit de nieuwe studie dat gefilterd rioolwater een onderschatte bron voor de aanvoer van methamfetamine naar meren en waterwegen is en dat deze drug de wilde flora en fauna in ecosystemen kan schaden; Rosi was niet betrokken bij het nieuwe onderzoek.

“Aquatische dieren zullen ongetwijfeld heel anders op antidepressiva reageren dan mensen, maar dat betekent nog niet dat ze er niet op reageren,” zegt Rosi.

Uit een eerdere studie was al gebleken dat cocaïne in Europese rivieren de voortplanting van de ernstig bedreigde paling kan verstoren. In Ontario ontwikkelden juveniele exemplaren van de Amerikaanse dikkop-elrits die aan synthetisch oestrogeen uit anticonceptiepillen waren blootgesteld, geen zaadklieren meer, maar begonnen in plaats daarvan kuit te produceren. In diverse andere studies is beschreven hoe hoge gehalten aan chemicaliën in het rioolwater kunnen leiden tot gefeminiseerde vissen en onnatuurlijk tweeslachtige kikkers. (Ontdek waarom deze mannetjesvissen kuit produceren.)

Wilde dieren die aan dit soort drugs verslaafd zijn geraakt, zouden ervoor kunnen kiezen om meer tijd in de buurt van de afvoer van waterzuiveringsinstallaties door te brengen, waardoor “de hele ecologie van een systeem wordt verstoord,” zegt Matthew Parker, gedragswetenschapper en neuroloog aan de University of Portsmouth in Groot-Brittannië. Vissen zwemmen voortdurend rond en verspreiden voedingsstoffen door hun hele milieu, zowel via het voedsel dat ze eten als de uitwerpselen die ze uitscheiden. Als deze vissen op één plek zouden blijven rondhangen, zou dat deze distributie danig kunnen verstoren.

Onbekende forel

Om onder gecontroleerde omstandigheden inzicht te krijgen in de potentiële gevolgen van een bepaalde chemische stof, moest het onderzoek wel in een laboratorium worden uitgevoerd. Daardoor is het volgens Rosi nog moeilijk te zeggen hoe de substantie het gedrag van vissen in wildwater zal beïnvloeden. In rioolwater zit een enorm aantal verontreinigende stoffen en voedingsstoffen, die los van het gehalte aan methamfetamine verschillende uitwerkingen kunnen hebben.

Toch denkt Rosi dat de resultaten voor overheden en milieugroepen aanleiding zouden moeten zijn om de gezondheid van ’s werelds meren en zoetwaterwegen te verbeteren, bijvoorbeeld door het meten en verwijderen van verontreinigende stoffen, zoals medicijnen en verboden middelen.

“Waterzuiveringsinstallaties werken voor het nut van het algemeen,” zegt zij. “Als we willen dat ze dat nog beter doen, dan moeten we investeren in een efficiëntere verwerking van afvalwater.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com