Het is 1916. Met knikkende knieën staat Agnes de Jong, nog maar zestien jaar oud, naast haar ouders op de Wilhelminakade in Rotterdam. Ze heeft alleen een koffertje en een voorraadje speculoos bij zich. Om haar heen is het een drukte van jewelste. Havenarbeiders zijn in de weer met het inladen van de vracht. Mensen zeggen gedag tegen hun geliefden.
Andere belangstellenden zijn uitgelopen om een glimp op te vangen van het schip dat aan de kade zacht heen en weer deinst op de golven van de Maas. Een voor een treden de passagiers aan boord.
De twee grote schoorstenen op het dak van het schip vullen de lucht met dikke, donkere rookwolken. Wanneer iedereen aan boord is, kondigt de Volendam, een van de grote passagiersschepen van de Holland-Amerika Lijn (HAL), zijn vertrek aan met een luid hoorngeschal.
Langs het water zwaaien mensen uitbundig met zakdoeken. Agnes heeft geen idee wat haar en haar familie te wachten staat. Het gezin uit Wolsum, een dorpje in Friesland nabij Sneek, laat huis en haard achter om een lange reis te maken over de Atlantische Oceaan. Eindbestemming: New York.
Komst van het stoomschip
In zo’n twee weken tijd bereikte de familie De Jong New York. Dat dit zo snel kon, was te danken aan de komst van het stoomschip, waarvoor Fransman Claude François Jouffroy d’Abbans in de achttiende eeuw al een eerste ontwerp maakte.
Pas in 1823 deed het stoomschip ook zijn intrede in Nederland, enkele jaren nadat de Engelse stomer Defiance de haven van Rotterdam was binnengevaren en er een diepe indruk had achtergelaten bij de toeschouwers. Aan boord van dit Engelse schip was koning Willem I (1722-1843), die na dit warme onthaal aanzet gaf tot de ontwikkeling van het eerste Nederlandse stoomschip: de Nederlander.
Een paar decennia later, in 1871, droomden de jonge ondernemers Antoine Plate en Otto Reuchlin ervan een trans-Atlantische stoomverbinding op te zetten tussen Rotterdam en New York.
De geboren en getogen Rotterdammers richtten in dat jaar de vennootschap Plate, Reuchlin & Co. op en tekenden een contract met een scheepswerf nabij Glasgow, waarin ze opdracht gaven tot de bouw van twee stoomschepen. Een ervan was de Rotterdam, die in april 1872 de haven van New York bereikte.
Na de opening van de Nieuwe Waterweg, waardoor er een directe verbinding kwam met de zee, groeide Rotterdam algauw uit tot wereldhaven en werd de droom van Plate en Reuchlin werkelijkheid.
Precies een jaar later ontstond uit de vennootschap de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij (NASM). In 1896 werd de NASM omgedoopt tot de Holland-Amerika Lijn, zoals de maatschappij in de volksmond al langere tijd werd – en nog altijd wordt – genoemd.
Naar de andere kant van de wereld
Met de komst van de eerste Nederlandse trans-Atlantische verbinding heeft de Holland-Amerika Lijn een grote rol gespeeld in de Europese migratiestromen van begin twintigste eeuw. Tussen 1892 en 1954 vertrokken zo’n twaalf miljoen mensen naar de Nieuwe Wereld, waarvan tien procent reisde met de Holland-Amerika-Lijn.
Zij kwamen overwegend uit Europa, veelal in de hoop een beter bestaan te kunnen opbouwen. De Verenigde Staten waren in die tijd een baken van hoop, economische vrijheid en nieuwe mogelijkheden.
Het land had een enorme aantrekkingskracht op een groot deel van de wereld – vooral op het Europese vasteland, dat onder meer kampte met landbouwcrises en later gebukt ging onder de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Migranten uit Oost-Europa en Rusland trokken naar Rotterdam, om vanaf daar hun reis via zee voort te zetten.
Voor een ticket naar New York moest eind negentiende eeuw, in de begindagen van de HAL, 65 gulden, of 36 dollar, worden neergeteld. Dat was een hoop geld voor die tijd: in 1900 kon je van dat bedrag zo’n 3600 kranten (van één dollarcent) kopen, ruim honderd kilo koffie of drie nette herenpakken. Bij de prijs zat meestal wel een trein- of bootkaartje naar Rotterdam inbegrepen.
De levensomstandigheden op het schip
Eenmaal op de schepen reisden de meeste immigranten in de derde klasse, op het tussendek, in slaapvertrekken met zes tot twaalf personen en gedeelde douches en toiletten. Voor 45 gulden méér kon je een aparte slaapplaats krijgen.
Voor vertrek moest men op de kade een stromatras kopen, die vervolgens bij aankomst op de bestemming weer werd weggegooid. Zo wilde men voorkomen dat ziekten zich verspreidden en werden meegenomen naar de VS. Een eigen matras of bestek meenemen was dan ook niet toegestaan.
Leestip: Alles wat we tot nu toe weten over het wrak van de Titanic
Vooral ’s winters kon het op het tussendek erg koud en donker zijn en de ruimten waren slecht geventileerd. Mensen waren voor een groot deel op zichzelf aangewezen: er waren aan boord hokken om de was te doen en de passagiers moesten zorgen voor hun eigen vermaak.
Mannen en vrouwen werden bovendien gescheiden, omdat niet iedereen het juiste papierwerk kon overleggen waaruit bleek dat ze daadwerkelijk getrouwd waren. Vrouwen en kinderen sliepen voor in het schip, mannen achterin.
‘Waarin de Holland-Amerika Lijn zich wel onderscheidde, waren de maaltijden: in plaats van twee, kreeg iedereen er drie opgediend – en in de eerste klas vier,’ vertelt maritiem historicus Bill Miller, die zich al jaren bezighoudt met de geschiedenis van de maatschappij.
‘Voor wie genoeg geld had, was de reis een stuk aangenamer. Vanaf de jaren dertig hadden passagiers in de eerste klas het steeds beter: ze hadden een kamer of een suite met eigen toilet, douche en zelfs een bad.
Ook in de tweede klas, die weliswaar geen bad had, was het beter toeven dan op het tussendek. De service was misschien iets minder dan in de eerste klas, en de sfeer was informeler. Al gaat het gerucht dat eersteklaspassagiers daarom júíst stiekem naar de tweede klas slopen, omdat het daar ‘een stuk gezelliger’ was.
Veerkracht
De toestroom van immigranten die hun heil zochten in ‘the land of the free’ was tot begin twintigste eeuw enorm. Naast Agnes waagden nog miljoenen anderen tocht over de oceaan – totdat de Amerikaanse overheid in 1912 besloot daar een stokje voor te steken.
Er werd een immigratiequotum ingesteld, waarmee de massale toestroom werd beteugeld en de Holland-Amerika Lijn het aantal passagiers zag dalen. Toen vervolgens in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, verloor de HAL ook nog eens zes schepen en kwamen dertien werknemers van de maatschappij om.
Na de oorlog ging de HAL naarstig op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen, zoals cruises voor toeristen. Zo organiseerde de maatschappij tijdens de drooglegging, het verbod op de productie en verkoop van alcohol in de Verenigde Staten in de jaren twintig van de vorige eeuw, de booze cruise: voor tien dollar kon je in New York op een schip stappen en de hele avond dansen en drinken.
De schepen voeren daarvoor nét ver genoeg uit de kust, naar internationale wateren, waar de Amerikaanse wet niet gold. Ook werd de derde klasse, waarin voorheen veel migranten reisden, omgevormd tot ‘toeristenklasse’, waar iedereen, van academicus tot boer, door elkaar werd geplaatst.
In 1929 kreeg de HAL wederom een harde financiële klap. Het instorten van de beurs op Wall Street markeerde het begin van de grootste economische depressie van de twintigste eeuw. De Holland-Amerika Lijn verloor niet alleen klanten, maar moest ook afstand doen van maar liefst twaalf schepen en 34 procent van haar personeelsbestand.
Pas eind jaren dertig zag de HAL haar inkomsten voorzichtig weer stijgen, mede door het organiseren van steeds meer vakantiecruises naar warme bestemmingen als de Cariben. Ook introduceerde ze de luxueuze Nieuw-Amsterdam II, samen met de Engelse Queen Mary een van de mooiste passagiersschepen van die tijd.
Leestip: De Nieuw Haarlem: het schip dat aan de wieg stond van Kaapstad
Het schip werd compleet ingericht in art-decostijl en was vervaardigd met de mooiste materialen: zo was het plafond van het eersteklasserestaurant bekleed met Marokkaans leer en muranoglas en was een van de twee zwembaden betegeld met Delfts blauw. Ook had het een theater mét airconditioning, een unicum in die tijd.
De Nieuw-Amsterdam werd een visitekaartje voor Nederland en kreeg door zijn moderne uitstraling de bijnaam ‘het schip van morgen’. Maar ook dit succes was niet van lange duur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zag de Holland-Amerika Lijn zestien van haar schepen in vlammen opgaan; 264 medewerkers kwamen om het leven door onder meer bombardementen en torpedoaanvallen.
De klap van de Tweede Wereldoorlog
De Westerndam, die vlak voor de oorlog door de HAL was gekocht om te gaan varen op het traject Antwerpen-New York, diende als tijdelijke zetel voor de Nederlandse regering die naar Engeland was gevlucht. (Luxe)schepen als de Nieuw-Amsterdam werden ingezet voor troepentransport.
In totaal vervoerde de Nieuw-Amsterdam vierhonderdduizend soldaten, die zelfs in hangmatten sliepen in het voormalige zwembad. ‘Met de thuiskomst van de Nieuw-Amsterdam, ooit het toppunt van luxe en nu compleet grijs gekleurd, afgetakeld en volgestouwd met troepen, kwam de oorlog voor veel Nederlanders officieel tot een eind,’ zegt historicus Bill Miller.
‘Het schip werd op 10 april 1946 in Rotterdam triomfantelijk ontvangen door duizenden toeschouwers.’ Ondanks deze tegenslagen bleef de Holland-Amerika Lijn een grote speler in de passagiersvaart.
Na de oorlog lag de Europese economie op zijn gat, en opnieuw vertrokken veel mensen naar overzeese gebieden. Landen als Nederland kregen te maken met een groot huizentekort en de arbeidsmarkt was als een kaartenhuis in elkaar gezakt.
De Nederlandse regering voerde daarom actief campagne om de bevolking aan te sporen te emigreren naar de VS, Canada en Australië, waar de banen voor het oprapen zouden liggen.
In 1950 sprak minister-president Willem Drees de woorden: ‘Een deel van ons volk moet het aandurven zijn toekomst te zoeken in grotere gebieden dan het eigen land.’ Dat advies zou door een hoop mensen worden opgevolgd: na de oorlog vertrokken zo’n vijfhonderdduizend Nederlanders naar het buitenland.
Maar vanaf eind jaren vijftig, toen het eerste passagiersstraalvliegtuig de Atlantische Oceaan overstak, legde nog maar één op de vier mensen deze reis per schip af.
Nieuw hoofdstuk
De Holland-Amerika Lijn besloot het daarom over een andere boeg te gooien. De jaren zestig luidden het tijdperk van de vrijetijdscruises in. Er diende zich een nieuw publiek aan, voornamelijk bestaande uit toeristen en welvarende Amerikaanse studenten die het zich konden veroorloven een reis naar Europa te maken.
De populaire televisieserie The Love Boat (1977) gaf de cruisesector een extra impuls. De HAL bood luxereizen aan en introduceerde haar eerste grand world voyage, een cruisetocht rond de wereld.
In 1959 werd een van de meest iconische schepen in haar geschiedenis in de vaart genomen: het ss Rotterdam, dat slechts twee klassen had in plaats van drie. De schoorstenen waren voor het eerst vervangen door moderne rookkanalen. Het schip bracht overwinteraars naar het Caribisch gebied en deed in de zomer Alaska aan.
Leestip: De Titanic: het onzinkbare schip dat toch zonk
Mettertijd kocht de Holland-Amerika Lijn meer schepen en introduceerde ze nieuwe routes: zo begon in november 1973 de nieuwe Prinsendam aan cruises vanuit Singapore naar onder meer Indonesië, het Caribisch gebied, Bermuda en Alaska.
Omdat duidelijk werd dat de meeste passagiers uit Amerika kwamen, verschoof de maatschappij haar activiteiten steeds meer naar de Verenigde Staten. In 1978 verplaatste de Holland-Amerika-Lijn haar hoofdkantoor van Rotterdam naar Stamford (Connecticut) en in 1983 naar Seattle, waar het zich nog steeds bevindt. Tegenwoordig opereert de HAL dan ook onder de Engelse naam Holland America Line.
Een enkeltje nieuwe wereld
Liam P. Cusak uit New York herinnert zich nog als de dag van gisteren hoe zijn oma, Agnes de Jong, hem onder het genot van een glas melk en koekjes vertelde over haar tocht naar de Nieuwe Wereld. ‘Mijn grootmoeder had het geluk dat haar familie geld had voor een tweedeklaskaartje,’ zegt hij.
‘Maar ze zag ook dat veel passagiers het een stuk minder goed hadden. Met haar pakje speculoos ging ze daarom langs bij de kinderen die op het tussendek zaten, om daar koekjes uit te delen. Toen ze eenmaal in New York was aangekomen, zou ze nooit meer naar Nederland terugkeren.’
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!