Begin twintigste eeuw presenteerde rederij White Star Line drie nieuwe stoomschepen: de Olympic, de Titanic en de Britannic. In de pers werd de bouw en de tewaterlating van de Titanic beschreven als een droom, die werkelijkheid werd met zijn maiden voyage op 10 april 1912.

Maar die droom veranderde in de nacht van 14 op 15 april in een nachtmerrie. De boot kwam in aanvaring met een ijsberg, en nog geen drie uur later was het schip volledig onder het ijskoude wateroppervlak van de Atlantische Oceaan verdwenen. Meer dan vijftienhonderd passagiers ­kwamen om. Zo’n zevenhonderd mensen overleefden dankzij de reddingssloepen. Ze werden opgepikt na urenlang hulpeloos in de bittere koude en duisternis te hebben rondgedobberd. Hoe kon deze scheepsramp gebeuren?

De bouw van de Titanic

De Titanic werd gebouwd in Belfast en was 269 meter lang en 28 meter breed. Het was destijds het grootste schip ter wereld en had vier schoorstenen van negentien meter hoog en zes meter breed. Slechts drie schoorstenen waren er daad­werkelijk om rook uit te stoten, de vierde zorgde voor de ontluchting van de machinekamer.

Het schip beschikte over voor die tijd ­vooruitstrevende veiligheidssystemen: zestien waterdichte compartimenten, die vanaf de brug op afstand automatisch gesloten konden worden. Dankzij dit systeem was de Titanic, in de woorden van het vakblad The Shipbuilder, ‘praktisch onzinkbaar’.

De Titanic: een drijvend luxehotel

Het schip werd beschreven als een drijvend luxehotel met alles wat daarbij hoort: drie eetzalen (voor elke klasse één) en meerdere dekken. Het blad The Shipping World noemde de hutten van de tweede en derde klasse ‘zonder overdrijving van het niveau dat nog maar enkele jaren geleden voldoende werd geacht voor de eerste klasse’.

Al met al was de publieke belangstelling voor de eerste vaart groot. Een aantal van de superrijken en bekende persoonlijkheden van hun tijd kocht een ticket om deze kans niet mis te lopen. Toch liep de kaartverkoop niet zo voorspoedig als verwacht. Om te voorkomen dat het stoomschip halfleeg zou moeten afvaren, boekte de rederij een aantal passagiers van andere schepen over naar de Titanic.

titanic
Prismatic Pictures/Bridgeman/ACI
De Titanic op de scheepswerf van Harland & Wolff in Belfast, in maart 1912. Toen het schip was voltooid, zette het op 2 april koers naar Southampton, waar de maiden trip zou beginnen.

Een aanvaring met een ijsberg: kalmte wordt paniek

Tijdens het diner aan boord op 14 april ­gingen de gesprekken vooral over de kans dat het schip een dag eerder dan gepland in New York zou aankomen. Er waren weliswaar passagiers die zich zorgen maakten over het risico dat er ijsbergen in de omgeving waren, maar die bezorgdheid werd weggewuifd.

Om 23.40 uur die avond werd die vrees waarheid: het schip kwam in botsing met een ijsberg. Een matroos die op de uitkijk stond zag het gevaar op het allerlaatste moment. Er werd nog een poging gedaan het ijs te ontwijken, maar het was al te laat: zes van de waterdichte compartimenten raakten beschadigd door de aanvaring met de ijsberg.

Aanvankelijk heerst er kalmte aan boord. De bemanning straalde uit dat alles onder controle was. Alom heerste vertrouwen in de onzinkbaarheid van de Titanic. Het schip stuurde noodsignalen uit en de passagiers moesten reddingsvesten aantrekken. De paniek sloeg pas toe toen de passagiers merkten dat de bemanning bezig was de reddingssloepen in gereedheid te brengen, met de oproep: ‘Vrouwen en kinderen eerst.’

De Titanic in de media

Dankzij de telegrafie konden de Britse avondbladen gelijk over de schipbreuk berichten. Aanvankelijk was de toon nog optimistisch. ‘De gespannen angst in Londen werd weggenomen door het bericht dat alle passagiers op de reddingssloepen terechtkonden,’ schreef de London Evening News.

De volgende dag werd bekend dat het schip was gezonken en dat er twee keer zo veel slachtoffers als overlevenden waren. Alle voor­pagina’s stonden vol van het nieuws. Kranten en bladen stuurden verslaggevers naar het kantoor van de White Star Line, waar zich een groeiende mensenmenigte had verzameld die duidelijkheid eiste. Door de verhalen van overlevenden raakte het publiek al snel op de hoogte van wat er was gebeurd aan boord van de Titanic.

De gezonken Titanic: de nasleep

Al vier dagen na de ramp stelde de ­Amerikaanse Senaat een eerste commissie in om de oorzaken van de tragedie te achterhalen. Alle overlevenden die enige verantwoordelijkheid op het schip hadden, moesten voor deze commissie komen. Nadat hun getuigenissen waren gehoord, oordeelde de commissie over kapitein Smith. Deze zou het risico van ijsbergen niet voldoende serieus hebben genomen, hoewel hij ervoor was gewaarschuwd. De commissie weigerde echter kapitein Smith te veroordelen.

De scheepsramp leidde uiteindelijk tot nieuwe wetgeving met betrekking tot het ­verbeteren van de waterdichte compartimenten, het ­trainen van de bemanning om op te treden in noodsituaties, en het minderen van snelheid in de nabijheid van ijsbergen.