Voor de kust van Noorwegen wikkelt een reusachtige slang met een draakachtige kop zich om een hulpeloos schip. Vlak bij de Faeröer houdt een enorm monster een zeehond in zijn puntige bek. En aan de Schotse kust knijpt een gigantische kreeft een man fijn met een van zijn scharen.

Deze weerzinwekkende scènes staan afgebeeld op de Carta Marina, een scheepskaart uit 1539 die diende als naslagwerk voor cartografen, schrijvers en wetenschappers die de Europese zeeën verkenden. Het zou decennia duren totdat experts erkenden dat sommige afbeeldingen misschien niet helemaal strookten met de werkelijkheid. Toch waren de wezens niet zomaar verzinsels.

Eerste landkaart van Noord-Europa

De Carta Marina werd gemaakt door Olaus Magnus, een Zweedse aartsbisschop die had gestudeerd aan een Duitse universiteit. Als gevolg van de Reformatie zag Magnus zich genoodzaakt te verhuizen naar Italië, waar hij werkte aan de Carta Marina.

De originele kaart is 1,70 meter breed en 1,25 meter hoog en biedt een gedetailleerde weergave van Noord-Europa. Het was een van de eerste landkaarten van dit gebied: onder meer het huidige Denemarken, Estland, Finland, IJsland, Letland, Litouwen, Noorwegen, Zweden en het noordelijke deel van de Britse Eilanden zijn erop te zien.

Kaart bedoeld als waarschuwing

De zeemonsters op de Carta Marina dienden niet alleen ter decoratie, zoals vaak gold voor kaarten die in de vroegmoderne tijd werden gemaakt. De kaart waarschuwde ook voor de gevaren op zee in een tijd dat er een wijdverspreide angst bestond rond scheepvaart, zegt de Amerikaanse cartografisch geschiedkundige Chet Van Duzer.

Die zorgen waren niet ongegrond. In de zestiende eeuw wist ongeveer de helft van de bemanning de lange zeereizen niet te overleven. Behalve scheurbuik leidden ook ongelukken, verdrinking en andere ziekten vaak tot een zeemansgraf.

Volgens Magnus was vooral de zee tussen Noorwegen en IJsland bijzonder gevaarlijk. Voor de kust van Noorwegen staat een verraderlijke maalstroom afgebeeld, een draaikolk die echt bestond en ook nu nog bestaat.

De Carta Marina: geen verzinsels

En ook de zeewezens op de Carta Marina waren niet zomaar verzonnen door Magnus. Sommige monsters die hij afbeeldde, werden bijvoorbeeld al genoemd in het Oude Testament, zoals de zeeslang die bekendstond als de Leviatan. Bovendien waren veel van de zeewezens op de Carta Marina gebaseerd op beschrijvingen van walvissen, zegt Van Duzer.

carta marina kaart vol zeemonsters olaus magnus
Olaus Magnus
Zeeslangen waren mogelijk gebaseerd op beschrijvingen van reuzeninktvissen of zeeleeuwen. Anderen vermoeden dat deze monsters eigenlijk haaien, walvissen of riemvissen waren.

Zo was er de prister, een monster dat bekendstond als extreem agressief en te zien is op de afbeelding onderaan. Pristers zouden zestig meter lang zijn met een brede gevorkte staart, twee blaasgaten op hun hoofd en een gezicht als een everzwijn.

Trompet als wapen

Magnus verwerkte in de Carta Marina ook aanwijzingen over hoe men zich kon beschermen tegen monsters zoals pristers. In de buurt van IJsland stormen twee van deze wezens op een boot af. ‘Op de achtersteven van het schip zie je een man staan,’ zegt Van Duzer. ‘Het lijkt misschien alsof hij een geweer vasthoudt, maar dat is een trompet. Volgens Magnus was het blazen op een trompet een van de manieren om zeemonsters af te schrikken.’

In sommige gevallen duurde het meer dan een eeuw voordat het bestaan van de afgebeelde monsters werd ontkracht. Vanaf de achttiende eeuw werden veel monsters op kaarten vervangen door meer realistische weergaven van zeedieren.

carta marina kaart vol zeemonsters olaus magnus
Olaus Magnus
Magnus schreef in 1555 in een boek dat pristers zestig meter lang zijn, met zwemvliezen, twee blaasgaten en een gezicht als van een zwijn.

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.