Het Jura-tijdperk was een tijd waarin nieuwe dinosauriërs in grote aantallen verschenen. Ook begon het supercontinent Pangea uit elkaar te vallen. Hoe zag onze wereld er toen uit?

Het tijdperk van de dinosaurussen

Het Jura-tijdperk speelde zich af van ongeveer 201 tot 145 miljoen jaar geleden en vormt het midden van het Mesozoïcum. Het is vernoemd naar het Jura-gebergte op de grens van Frankrijk en Zwitserland, waar karakteristieke kalksteenlagen zichtbaar zijn. De Franse wetenschapper Alexandre Brongniart gebruikte deze gesteenten om het geologische tijdperk Jura te definiëren.

Leestip: Hoe dachten we honderd jaar geleden dat een dino eruitzag?

Het Jura bestaat uit drie fasen: vroeg, midden en laat. Dankzij de bijzonder goed bewaarde fossielen uit deze tijd krijgen we een indrukwekkend beeld van het leven in deze periode. Het tijdperk werd gekenmerkt door een tropische aarde vol varens, coniferen en vroege bloemplanten.

In de binnenzeeën zwommen gigantische zeedieren, haaien en roodkleurig plankton, terwijl de continenten langzaam uiteenvielen. Tijdens het Jura kwam de wereld letterlijk in beweging.

Klimaat en landschappen

Het begin van het Jura werd gekenmerkt door de voortgaande splitsing van het supercontinent Pangea. In het noorden brak Laurasia op in Noord-Amerika en Eurazië, terwijl het zuiden, Gondwana, tegen het midden van het Jura ook uiteen begon te vallen. Antarctica, India, Australië en Madagaskar splitsten zich af van Afrika en Zuid-Amerika, waardoor nieuwe oceanen ontstonden.

dinosaurussen harpactognathus camarasaurus ceratosaurus jura tijdperk
Sergey Krasovskiy, Stocktrek Images/Getty Images
Dinosaurussen zoals Harpactognathus, Camarasaurus en Ceratosaurus zwierven rond tijdens het Jura-tijdperk.

Door al dit nieuwe water veranderde het klimaat ingrijpend. Waar eens droge woestijnen lagen, groeiden nu groene subtropische bossen. Palmvarens en coniferen zoals araucaria’s en ginkgo’s domineerden het landschap.

Leestip: Gedroegen dino’s zich als kudde­dieren? Deze voetafdrukken doen vermoeden van wel

Ook in de oceanen ontstond steeds meer leven. In ondiepe binnenzeeën leefden plesiosauriërs, enorme zeekrokodillen, haaien, roggen en ichthyosauriërs. Ammonieten, weekdieren en kleurrijke koraalriffen maakten de zeeën tot een levendig ecosysteem, waarin rood plankton zelfs delen van de wateren rood kleurde.

Dinosaurussen en vroege vogels

Op het land heersten reusachtige dinosaurussen. Brachiosaurus, met een hoogte van zestien meter en een lengte van 26 meter, kon wel meer dan tachtig ton wegen. Diplodocus, een andere gigantische planteneter, kon tot 27 meter lang worden.

Allosaurus en andere carnivoren zoals coelurosauriërs jaagden met succes op kleinere prooien. De zwaar bepantserde Stegosaurus was daarentegen een te gevaarlijke tegenstander. Ondertussen fladderde de eerste vogel, Archaeopteryx, door de lucht. Deze vloog tussen pterosauriërs, de vliegende reptielen die al sinds het Trias in de lucht heersten.

Leestip: Deze nieuwe dinosaurussoort had geen vervaarlijke hoorns, maar wél piepkleine armpjes

Ook kleine zoogdieren waren aanwezig, vaak onzichtbaar tussen de poten van dinosaurussen. Hoewel ze toen nog onopvallend waren, zouden deze vroege zoogdieren miljoenen jaren later het aardse toneel volledig overnemen.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!